clear, structured; easy to follow and concepts well explained.
By: daantjeippel • 7 year ago
Seller
Follow
djacobs
Reviews received
Content preview
Psychologie van de levensloop
Hoofdstuk 1: Terreinverkenning
De ontwikkelingspsychologie/levenslooppsychologie kan je kort omschrijven als de studie van het
gedrag doorheen de verschillende levensfasen van de mens. Het gaat hierbij om de handelingen,
waarnemingen, gedachtes en fantasieën, gevoelens en verlangens.
1.1 Een korte historiek
1.1.1 De verre voorgeschiedenis
Door middel van ervaringen ontstaan allerlei denkbeelden over hoe de wereld in elkaar zit en over hoe
dingen samenhangen.
Voorwetenschappelijke ontwikkelingspsychologie: De veranderingen die zich doorheen de
verschillende levensfasen voordoen in het gedrag van de mensen gaven aanleiding tot het ontstaan
van zeer uiteenlopende inzichten en beweringen over wat typisch heet te zijn voor bepaalde leeftijden.
Nativisten: Filosofen die meenden dat wij als met uiteindelijk worden wat de natuur ons heeft
meegegeven. Volgens hen ligt alles al vast van bij de geboorte.
Empiristen: Filosofen die de nadruk leggen op de rol van ervaring en opvoeding. In hun optiek kan
ieder kind dat geboren wordt in principe nog alle kanten uit.
1.1.2 Start van de genetische psychologie
Babybiografieën: Geleerden maakten aantekeningen van zichtbare vorderingen in het gedrag van
hun kinderen. Dit is het prille begin van studie van menselijke ontwikkeling.
In de 19e eeuw dachten mensen niet alleen meer na over de ontwikkeling van de mens maar men ging
ook observeren.
Recapitulatietheorie: De opvatting als zou de ontogenese, dat is de ontwikkeling van ieder apart
individu, een versnelde recapitulatie of herhaling zijn van de dat is de ontwikkeling van van de
fylogenese, de evolutie van primitieve naar meer gecompliceerde levensvormen.
Ontogenese: de ontwikkeling van ieder apart individu
Fylogenese: de evolutie van primitieve naar meer gecompliceerde levensvormen.
Door deze nieuwe theorievorming en een begin van systematische observaties kwam er een nieuwe
wetenschap, de genetische psychologie: de studie van voornamelijk erfelijk gestuurde ontwikkeling.
1.1.3 Omvorming tot een ontwikkelingspsychologie
William Stern (1911) introduceerde technieken in de Europese ontwikkelingspsychologie, zijn
belangrijkste bijdrage was de transversale onderzoeksmethode: door groepen van opeenvolgende
leeftijden met elkaar te vergelijken kon op een relatief korte termijn een beeld ontstaan van hoe
bepaalde eigenschappen revolutioneren doorheen de verschillende levensfasen.
Ook werd rond deze tijd de eerste objectieve intelligentietest ingebracht door Alfred Binet.
Naast deze vernieuwingen in de methodologie kreeg ook de theorievorming nieuwe impulsen.
Enerzijds waren er psychologen met een sterke pedagogische interesse, die meer nadruk legden op
de rol van de opvoeding in de ontwikkeling.
Anderzijds was er een opkomst van het behaviorisme, dat vooral de nadruk legde op de invloed van
ervaringen in het ontstaan van gedragsveranderingen.
1.1.4 Uitgroei tot een volwaardige levenslooppsychologie
Iedere levensfase opent nieuwe perspectieven. Op elke leeftijd zijn er gedragsvormen en opvattingen
die achterwege gelaten worden en andere die ervoor in de plaats komen.
Naast de kindertijd kregen eerst de jongvolwassenen de aandacht voor systematisch onderzoek.
Hierna volgenden de ouderen en de volwassenen.
Adolescentie: de ontwikkeling tussen de jeugd en de volledige volwassenheid.
Psychogerontologie: ouderdomsleer
, Levenslooppsychologie: een psychologie waarin de mens bestudeerd wordt in heel zijn
ontwikkelingsgang, van bij het prille ontstaan in de baarmoeder, over de verschillende fasen van
kindsheid en volwassenheid heen, tot in de hoge ouderdom en pas eindigend met de dood.
Kader 1.1 Methodes om de ontwikkeling wetenschappelijk te observeren
Longitudinale onderzoeksmethode: Het opvolgen van gedrag ‘in lengte van jaren’, waarbij een
aantal individuen worden geselecteerd en regelmatig na wordt gegaan hoe de betreffende eigenschap
bij hen evolueert.
Transversale methode (crosssectionele methode): Hierbij onderzoekt men op één en hetzelfde
moment verschillende groepen proefpersonen, die ieder een aparte steekproef zijn uit de
leeftijdsgroepen die men wil bestuderen.
Cohorteffecten: Cohort: een groep mensen die tot eenzelfde generatie behoren: mensen die in
eenzelfde tijd geboren zijn en heel wat gemeenschappelijke ervaringen hebben opgedaan. (storend bij
beide onderzoeksmethodes)
Tijdseffecten: Vertekeningen die te wijten zijn aan toevallige gebeurtenissen die zich voordeden in de
specifieke periode waarin de meting plaatsvond. (storend bij longitudinale onderzoeksmethode)
Sequentiële onderzoeksmethode: Een soort combinatie tussen de longitudinale en de transversale
onderzoeksmethode. Een gedifferentieerde onderzoeksgroep (mensen uit 1950, 1960 en 1970) wordt
niet in een keer maar in meerdere keren onderzocht.
1.2 De indeling in fasen
1.2.1 Continuïteit of discontinuïteit in de ontwikkeling
In iedere levensfase heb je andere kwantitatieve (hoeveelheid kennis en vaardigheden) en
kwalitatieve kenmerken (de manier van denken, voelen en handelen)
Discontinuïteit: Periodes met een vrij stabiele verschijningswijze worden afgewisseld door relatief
korte overgangsfasen, die soms zelfs het uitzicht kunnen hebben van een crisis waar men doorheen
moet. Bijvoorbeeld de puberteit. Er is sprake van harde overgangen. Niet alleen kwalitatieve
verschillen maar ook kwantitatieve verschillen.
Continuïteit: De verschillende aspecten die men in het gedrag onderscheidt ontwikkelen zich niet
steeds synchroon en alleen al daarom kan er geen sprake zijn van afgescheiden periodes. Er is
sprake van soepele overgangen en van culturele verschillen.
Sommige fasen lijken erg cultureel bepaald en dat ze ook binnen een cultuur lang niet bij iedereen
voorkomen.
1.2.2 Het trapmodel
Het trapmodel: De meest klassieke voorstelling van de menselijke levensloop in prenten. Hierin wordt
een symmetrische trap getekend, met treden van telkens een jaar of 10 en het hoogtepunt rond de 50
jaar. Elke levensfase wordt erin voorgesteld als een zinvol onderdeel van een groter geheel.
Men vindt deze opvatting vooral terug in de gestaltpsychologie.
Volgens Charlotte Bühler-Malachowski draait alles in het leven van een verwezenlijken (midden
volwassenen) om een levensdoel.
De opvatting van Charlotte Bühler-Malachowski over de menselijke levensloop: de fasen volgen elkaar
op als de bedrijven of de akten van een klassiek toneelstuk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller djacobs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.