Arthrokinematica
Bouw van de knie
Bouw van de CWK
Innervatie bekkengordel en onderste extremiteiten
Pathofysiologie
Inleiding pathofysiologie
Neurofysiologische aspecten van de gewrichtsstabiliteit
Segmentale dysregulatie en segmentale stoornis
Segmentale dysregulatie: orgaanspecifieke stoornissen van het gewricht en de spier
Segmentale dysregulatie: orgaan specifieke stoornissen van de huid en de zenuw
Segmentale innervatie van de WK, hoofd/halsgebied en de ingewanden
Pathologie in het kader van blok 1
Intramuraal
Sarcopenie
RA pijn
HET
Extramuraal
Neutrale zone
Schouder stabiliteitsproblemen
Subacromiaal impingement ect.
CWK stabiliteitsproblemen
Knie stabiliteitsproblemen
Pathologie van de knie
KANS
1. Omwentelingslichamentheorie (Von Lanz en Wachsmuth, 1959):
• Gewrichtsvormen zijn vereenvoudigde ruimtelijke figuren (bol, cylinder etc.) die wiskundig
beschreven kunnen worden
• Bewegingen van botstukken zijn rotatiebewegingen
• Beweging van de geleding = bewegingsbaan
Art. spheroidea = kogelgewricht
Art. sellaris = zadelgewricht
Art. cylindrica = cylindergwricht
Ginglymus = scharnier gewricht
Art trochoidea = rolgewricht
Art. ellipsoidea = ellipsoïdgewricht
Art. plana = vlak gewricht
→ Te eenvoudig, niet uitsluitend rotaties rond een as, ook translaties vinden plaats
2. Theorie die uitgaat van 2 klassen gewrichten (MacConaill en Basmajian, 1969):
• Gewrichten in 1 vlak bol en 1 vlak hol (zadel) kop = convex-concaaf, kom = concaaf-convex,
kop en kom +/- congruent
• Gewrichten met alzijdige bolle kanten (ei/ovaal) kop = convex-convex, kom = concaaf-
concaaf
Ovale gewrichtsvorm heeft bepaalde eigenschappen:
• Krommingsgraad varieert constant.
• Bij elke krommingsgraad hoort een ander kromtemiddelpunt (momentane draaipunt). Alle
verzamelde middelpunten is een evoluut.
Evoluut is een afgeleide van de vorm:
• Evoluut van een convex profiel ligt in het bijbehorende botstuk
• Evoluut van een concaaf profiel ligt buiten het bijbehorende botstuk
Evoluut = verzameling van alle rotatiepunten.
Voorbeeld van een evoluut:
2
,Vervolg eigenschappen ovale gewrichtsvorm:
• Bij ovale profielen heeft het convexe gewrichtsdeel meer gewrichtskraakbeen dan het
concave (vb. art. coxae: 3:1).
• Convex en concaaf passen slechts op 1 plaats perfect op elkaar. (CPP)
De close packed position (CPP)
• Optimale vormsluiting (minimaal energieverbruik)
• Evoluut van convex en concaaf overlappen elkaar
• Treedt op in het gewricht waar de krommingsgraad het minst is
• Als totaal: optimale vormsluiting wordt ondersteund door maximale passieve krachtsluiting
(gewricht staat op slot, in maximale eindstand): MCPP = maximum
• Bij enkel 90 graden, knie 180 graden, heup 180 graden
Ovale gewrichtsvorm heeft bepaalde eigenschappen:
Alle andere standen van het gewricht zijn: loose packed positions (LPP)
• Vormsluiting is niet optimaal
• Evoluut van kop en kom overlappen elkaar niet
• Stabiliteit ontstaat met name door actieve krachtsluiting
• MLPP als de grootste translatie tussen botstukken mogelijk is, meest mobiele positie,
spanning in kapsel is minimaal, passieve krachtsluiting minimaal
MLPP: spanning in kapsel is minimaal
Anatomie: kapsel schouder is te vergelijken met een hangmat
LPP is rond de 30 graden in de schouder.
Kapsel aan caudale en achterkant ontbreekt.
Bewegingen in een gewricht:
• Bot draait rond lengte-as = draaibeweging (spin)
• Er ontstaat een hoekverandering tussen de lengte-assen van de botstukken = zwaai- of
slingerbeweging (swing)
o Rond 1 as = pure/cardinal swing (theoretisch, gebruikt voor vaststellen van anatomische
benamingen in 1 vlak)
o Altijd secundaire beweging = arcuate swing
Bij arcuate swing altijd toegevoegde spin = conjunct rotation
Voorbeeld van conjunct: rotation in de art. humeri
Kop houdt kom in elkaar door de Rotatorcuff spieren
3
, Wanneer concaaf omhoog beweegt bewegen het middelpunt en het bot beide omhoog. Wanneer
convex het bot omhoog beweegt, beweegt het middelpunt omlaag en andersom.
Bij meeste angulaire bewegingen in de synoviale gewrichten vindt intra-articulair gezien een
combinatie van:
• Rollen/schuiven/tollen of
• Schommelen/glijden/tollen plaats.
Gebruik van begrippen is afhankelijk van vorm van bot dat beweegt: convex (kop) – concaaf regel
Open keten (caput femoris beweegt)
• rollen naar craniaal
• schuiven naar caudaal
Gesloten keten (acetabulum beweegt)
• schommelen en glijden naar craniaal
Mensen die veel moeten werpen, is de exorotatie vergroot en raakt de endorotatie beperkt. De ROM
graden zijn opgeschoven. Dit is voornamelijk bij sporters. (bovenhands werken) Het dorsale kapsel is
verkort, waardoor het sneller vastloopt op het schouderdak, dus een impingement. Dit gebeurt op
spier en kapsel niveau.
Arthrokinematica is het bewegen van een gewricht, vrij vertaald betekent het ‘bewegen in het
gewricht’ (arthro = gewricht, kinematica = bewegen). Dit is anders dan osteokinematica, wat inhoudt
dat er twee botten t.o.v. elkaar worden bewogen. Het voordeel van arthrokinematisch bewegen
t.o.v. osteokinematisch bewegen is dat de fysiotherapeut dichter bij de as van bewegen handelt en
hiermee het kapselbandapparaat makkelijker op rek kan brengen.
Kinematica: tak van biomechanica die bewegingen beschrijft zonder de krachten die deze beweging
veroorzaakt (dynamica).
Osteokinematica: beschrijft bewegingen van geledingen (lichaamsdelen, botstukken) van het
menselijk lichaam (extra-articulair) uitgangspunt: lichaamsvlakken en anatomische stand (vb:
anteflexie, endorotatie)
Arthrokinematica: Beschrijft bewegingsbaan, bewegingen van gewrichtsoppervlakken ten opzichte
van elkaar (intra-articulair) ook wel: lokale beweging in het gewricht. Uitgangspunt: posities en vorm
van de gewrichtsvlakken (rol, schuif, schommel, glij, tol)
Begrippen wat betreft Arthrokinematica:
• As of rotatiecentrum is het centrum van een beweging
• Hoeksnelheid is de snelheid waaronder een hoek verandert (°/sec). Indien er in één seconde
een hoek van 90° wordt gemaakt, dan is de hoeksnelheid 90°/sec. Hoe verder van de as of
het rotatiecentrum is, hoe groter de hoeksnelheid is.
• Lineaire snelheid is de bewegingsrichting parallel aan het oppervlak (m/sec). De term
‘lineair’ betekent in een rechte lijn.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rionapulles. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.56. You're not tied to anything after your purchase.