Arrest Jip de Kip: ECLI:NL:HR:2021:502
Een kip (‘Jip’) werd door student van theaterschool gehouden in een
kooi in de hal van de school in het kader van een door hem bedacht
studieproject. De studenten mochten stemmen over het lot van de
kip: dood of blijven leven. Als de meerderheid zou kiezen voor
‘dood’, zou de student de kip zelf slachten. De student wilde meer
bewustzijn creëren over dierenleed.
De (latere) verdachte, een dierenactiviste, hoorde van het project en
wilde dat het spel werd gestopt voordat de stemming ten einde
kwam en dat de kip in veiligheid zou worden gebracht. De verdachte
heeft de kip weggenomen en vegetarische kipstukjes achtergelaten
in het hok.
Diefstal? Art. 310 Sr. Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan
een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen
Heeft de verdachte in deze zaak wel het oogmerk op toe-eigening?
Want hij neemt de kip niet weg om hem voor zichzelf te houden,
maar om de kip te redden. En heeft de verdachte wel het oogmerk
om die kip zich wederrechtelijk toe te eigenen? Is er een
rechtvaardigingsgrond waardoor het helemaal niet wederrechtelijk is
(zoals bijv. overmacht noodtoestand: een strafwet overtreden om
een groter belang te dienen; of bijv. heeft gehandeld naar
fundamentele gewetensbezwaren: dat de verdachte denkt: ik moet
dit doen en hier sta ik achter en ik kan niet anders).
Dit zijn vragen die bij strafrecht I aan de orde komen
Arrest Zwavelzuur: Hof Den Haag 4 maart 2014,
ECLI:NL:GHDHA:2014:621
, Hoorcollege 1a
Verdachte heeft het slachtoffer vastgebonden zodat zij haar woning
niet kon verlaten. Daarna heeft hij haar hoofdhaar afgeschoren om
een nog bedreigender situatie te creëren. Hierna heeft de verdachte
op wrede wijze het slachtoffer toegetakeld aan het hoofd en in het
gelaat en op het bovenlichaam. Hij heeft ruim tevoren gezocht naar
een van de gevaarlijkste middelen om iemand te kunnen verminken,
nl. zwavelzuur. Vervolgens heeft hij uit een half liter flesje een
aanzienlijke hoeveelheid bijna 100% geconcentreerd zwavelzuur
over het hoofd, gezicht en bovenlichaam van het slachtoffer
gegooid. Het slachtoffer heeft ernstige brandwonden opgelopen en
is zeer zwaar verminkt geraakt. Als gevolg hiervan leed zij
ondraaglijke pijnen en had zij ernstige nachtmerries, moest zij
talloze operaties ondergaan, naar verwachting haar leven lang en
zonder dat een eindresultaat zou worden bereikt. Zij verloor het
vooruitzicht ooit weer te kunnen werken en kon niet meer moeder
zijn voor haar twee jonge kinderen. Haar situatie had haar er reeds
toe gebracht om euthanasie te verzoeken. Uiteindelijk heeft zij
zichzelf van het leven te beroofd door een overdosis aan pillen in te
nemen.
Welk delict zou u verdachte ten laste leggen?
OvJ legt verdachte ten laste:
(ten eerste het delict: wederrechtelijke vrijheidsberoving)
Primair: dat hij … opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade
het slachtoffer van het leven heeft beroofd, door met dat opzet …,
zwavelzuur op het hoofd en/of op het lichaam van slachtoffer te
gooien…, ten gevolge waarvan slachtoffer is overleden
(moord/doodslag art. 289/287 Sr)
o Het probleem hierbij is de vraag of de verdachte wel de opzet
had om het slachtoffer van het leven te beroven. Het tweede
probleem is dat het gaat om het beroven van het leven van
een ander en in de casus het slachtoffer het zelf gedaan.
o De causaliteit is ook nog maar de vraag, want is het slachtoffer
wel overleden door het zwavelzuur.
Subsidiair: dat hij … ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met
voorbedachten rade het slachtoffer van het leven te beroven, met
dat opzet zwavelzuur op het hoofd en/of op het lichaam van
slachtoffer te gooien, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid (poging tot moord/doodslag, art. 45 jo.
289/287 Sr)
o Ook hierbij gaat het om met opzet het leven willen beroven en
dat is in de casus nog maar de vraag.
Meer subsidiair: dat hij … aan slachtoffer, … opzettelijk en al dan
niet met voorbedachten rade, zwaar lichamelijk letsel (te weten…),
heet toegebracht, door deze opzettelijk zwavelzuur op het hoofd
(enz.) van het slachtoffer te gooien, ten gevolge waarvan het
slachtoffer … is overleden (zware mishandeling, de dood ten gevolge
hebbend, art. 302 lid 1 jo. Lid 2 Sr.)
, Hoorcollege 1a
o Ook hierbij speelt het probleem causaliteit bij zware
mishandeling met de dood als gevolg. Daarbij hoeft er geen
opzet te zijn op de dood van het slachtoffer, maar is dat wel
het gevolg geweest van de zware mishandeling. Het is de
vraag of dood het gevolg was van zware mishandeling.
De OvJ gaat dan kijken welk delict het zwaarste en realistisch is om
de verdachte ten laste te leggen
Onderwerpen HC 1A
1. Bronnen strafrecht
2. Legaliteitsbeginsel
3. Soorten delicten en bestanddelen
4. Voorwaarden van strafbaarheid (structuur van het strafbare feit) en
strafvorderlijk beslissingsmodel (art. 350 Sv)
Bronnen van strafrecht
• Wetboek van Strafrecht
• Wetboek van Strafvordering
• Bijzondere wetten: Wegenverkeerswet, Wet wapens en munitie,
Opiumwet enz.
• Lagere regelgeving: amvb’s, gemeentelijke verordeningen enz.
• EVRM, bijv. art. 6 en 7
• EU-verdrag, EU-handvest
• tal van andere verdragen enz.
• Ongeschreven recht, bijv. ‘afwezigheid van alle schuld’ (geen straf
zonder schuld)
Wetboek van strafrecht
Eerste boek: algemene bepalingen
o Titel 1: omvang van de werking van de strafwet
Art. 1 lid 1: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een
daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling
o Titel 4: poging en voorbereiding
Art. 45 lid 1: poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het
voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering
het geopenbaard.
o Titel 8: verval van het recht tot strafvordering en van de straf
Art. 69: het recht tot strafvordering vervalt door de dood van
de verdachte
(geldt dit ook voor rechtspersonen? Daarbij komt interpretatie
aan te pas).
o Titel 9: betekenis van sommige in he1t wetboek voorkomende
uitdrukkingen
Art. 82 lid 1: Onder zwaar lichamelijk letsel worden begrepen:
ziekte die geen uitzicht op volkomen genezing overlaat,
voortdurende ongeschiktheid tot uitoefening van zijn ambts- of
beroepsbezigheden, een afdrijving of dood van de vrucht van
een vrouw. Van belang voor bijv. 302 Sr: opzettelijk zwaar
letsel toebrengen.
, Hoorcollege 1a
o Slotbepaling: art. 91: de bepalingen van de titels 1-8 A van dit
boek zijn ook toepasselijk op feiten waarop bij andere wetten
of verordeningen straf is gesteld, tenzij de wet anders bepaalt.
(maar dus niet titel 9!!).
De poging tot misdrijf ex art. 45 lid 1 is dus ook van toepassing
op de Opiumwet.
In titel 9 staan de omschrijvingen van termen. In de
wegenverkeerswet wordt ook gesproken van zwaar lichamelijk
letsel, maar daar is de uitleg uit titel 9 niet van toepassing.
Tweede boek: misdrijven
o Titel 5: misdrijven tegen de openbare orde
art. 137c lid 1: hij die zich in het openbaar, mondeling of bij
geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een
groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of
levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid
of…, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een
jaar of geldboete van de derde categorie.
Derde boek: overtredingen
o Titel 6: overtredingen betreffende de zeden
Art. 453: hij die zich in kennelijke staat van dronkenschap op
de openbare weg bevindt, wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste 12 dagen of geldboete van de eerste categorie
Termen:
o Strafbepaling: is een bepaling die zegt dat een gedrag gestraft
kan worden.
o strafbaar feit of delict: is het gedrag dat strafbaar is
o delictsomschrijving: omschrijving van wat het delict is
(eigenlijk het strafbaar feit/delict).
o bestanddeel: een delict kun je indelen in bestanddelen. (bv. Hij
die in staat van dronkenschap op de openbare weg bevindt:
dan zijn dronkenschap en openbare weg twee bestanddelen).
Het maak niet uit hoe je ze indeelt; er moet uiteindelijk aan ze
allemaal zijn voldaan.
o Een delict kan ook uit meerdere varianten bestaan (bv. Art.
137c). Hierbij moet je dus weten dat het niet vereist is om aan
ieder van die bestanddelen te voldoen.
Elke term, woord, bestanddeel uit een bepaling moet
uitgelegd/geïnterpreteerd worden.
Voorbeeld ‘bijzondere wet’: Wegenverkeerswet 1994
Gedragsnorm en strafbepaling gescheiden
Art. 6. Het is eenieder die aan het verkeer deelneemt verboden
zich zodanig te gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt gedood of
waardoor …
o dit is geen strafbepaling want er wordt nog helemaal geen
strafbaar feit geformuleerd. Dit is een gedragsnorm, want het
geeft een verboden. In het wetboek van strafrecht staan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janevandenbrule. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.56. You're not tied to anything after your purchase.