Dit document bevat een samenvatting van het boek van Lindenheage. Dit boek heb ik volledig samen gevat. Alle informatie die je moet weten voor het tentamen Wft Basis staan in dit document.
Financiële dienstverlening
Wet op het financieel toezicht
financiële positie van de klant
Juridische po...
Inhoud
1 Financiële dienstverlening.........................................................................................................................1
2 Wet op het financieel toezicht (WFT)........................................................................................................8
3. Financiële positie van de klant................................................................................................................13
4 Juridische positie van de klant.................................................................................................................14
5 Fiscale positie van de klant......................................................................................................................17
6 betalen, sparen en beleggen...................................................................................................................22
7 Lenen.......................................................................................................................................................26
8 Verzekeren (deel 1).................................................................................................................................33
9 Verzekeren (deel 2).................................................................................................................................38
10 professioneel gedrag.............................................................................................................................50
11 integriteit...............................................................................................................................................57
12 Adviesvaardigheden..............................................................................................................................64
1 Financiële dienstverlening
,De definitie van financiële dienstverlening is: ‘Het adviseren van en het verlenen van diensten aan
consumenten in financiële zaken zoals betalen, sparen, beleggen, lenen en/of verzekeren. Dit gebeurt
door financiële dienstverleners.’
Financiële zaken
De producten worden als volgt ingedeeld:
- Betaalproduct: Dit zijn de producten waarmee de klant betalingen mee kan verrichten
- Spaar- en beleggingsproducten: Dit zijn producten waarmee een klant geld dat hij over heeft
rendabel kan maken
- Consumptieve kredieten: Een consumptief krediet is meestal niet bestemd voor de financiering
van een woning, maar dient om bijv. een auto of reis te financieren
- Hypothecaire kredieten: Deze zijn meestal wel bestemd voor het financieren van een woning
- Schadeverzekeringen: Het uitgangspunt hier is dat de verzekeraar het schadebedrag dat is
ontstaan na een op de polis verzekerde gebeurtenis vergoedt. De verzekeraar keert alleen een
schadevergoeding uit als er aantoonbaar schade is geleden
- Levensverzekeringen en pensioenen: Bij een levensverzekering volgt er een uitkering als iemand
op een bepaald moment leeft of als iemand voor een bepaald moment overlijdt. De uitkering is
een van tevoren afgesproken bedrag
Een financiële dienst wordt ook wel ‘financiële dienst’ genoemd.
Financiële dienstverleners
Dit is een bedrijf dat adviseert of diensten aanbiedt op het gebied van betalen, sparen, beleggen, lenen
en/of verzekeren.
Op hoofdlijnen onderscheiden we drie soorten financieel dienstverleners:
- Aanbieders: Dit zijn dienstverleners die producten ontwikkelen en deze producten aanbieden
aan de klant
- Bemiddelaars: Deze groep financieel dienstverleners ontwikkelt geen producten, maar verkoopt
de producten van de aanbieders. Bemiddeling is erop gericht dat er een overeenkomst tot stand
komt tussen een consument en een aanbieder
- Adviseur: Een adviseur is iemand die een consument bepaalde specifieke financiële producten of
diensten aanbeveelt op basis van de wensen, doelstellingen en risicobereidheid van de klant
Consument
In het kringloopmodel worden diverse economische sectoren onderscheiden:
- Consumenten: De consument is eindgebruiker van de goederen en diensten, geen bedoeling tot
doorverkoop
- Overheid: De overheid zorgt onder andere voor regelgeving en toezicht. Daarnaast int en
besteedt de overheid belastinggelden
- Ondernemingen: De ondernemingen noemen we ook wel bedrijven of producten
- Financiële instellingen: Deze instellingen zijn de schakel tussen sectoren die geld over hebben en
sectoren die geld tekort hebben
De consumenten leveren productiefactoren aan de ondernemingen. Zij krijgen daar inkomen voor terug.
Economen onderscheiden op hoofdlijnen drie soorten productiefactoren met bijbehorend inkomen:
- Arbeid: Een persoon ontvangt loon of winst voor de arbeid
, - Kapitaal: Kapitaalgoederen zijn nodig voor bedrijven om te kunnen produceren. Er is geld nodig
om kapitaalgoederen aan te schaffen. De consumenten sluizen dit geld veelal via financiële
instellingen door naar ondernemingen. Consumenten ontvangen hiervoor een vergoeding in de
vorm van rente
- Grond: Bij de factor grond gaat het om de natuurlijke hulpbronnen. De vergoeding voor het
verstrekken van grond is huur of pacht
Zonder financiële dienstverlening is het lastig het geld binnen de kringloop op de juiste plaats te krijgen.
Dit zorgt er dus voor dat het geld van de consumenten of ondernemingen terechtkomt bij andere.
Besparingen door sectoren met een geldoverschot sluizen financiële instellingen door naar sectoren met
een geldtekort. De markt waarop dit doorsluizen plaats, heet de vermogensmarkt.
Bij de verkoop van veel financiële producten is het belangrijk te kijken naar de financiële huishouding van
de consument. Deze huishouding bestaat uit:
- De juridische positie: Hierbij kijk je naar of de klant gehuwd is of dat hij/zij minderjarig is
- De financiële positie: Hier kijk je naar, kan de klant dit product wel betalen of past dit product
wel bij de financiële situatie van de klant
- De fiscale positie: Hier kijk je naar, wat voor gevolgen heeft het product op het fiscale inkomen
van de klant of is het fiscaal aantrekkelijk
Banken
De hoofdactiviteit van een bank staat uit:
- Zorgen voor veilig betalingsverkeer: Op de markt zijn banken de grootste spelers. Het omzetten
van contant naar giraal geld en omgekeerd, wordt ook wel substitutie genoemd
- Bij elkaar brengen van geldaanbieders en- vragers: Zonder bank is het veel moeilijker om elkaar
te vinden. Het aantrekken van geld noemen we ook wel funding. Over de gelden die de bank
aantrekt, betaalt de bankrente. Over de gelden die de bank uitzet, ontvangt zij rente. Het
verschil hiertussen noemen we de rentemarge.
- Bemiddelingsactiviteiten: Hier is de bank alleen maar een doorgeefluik
- Geven van advies: Advies geven wordt meestal rechtstreeks aan de klant gedaan, maar dit
gebeurt ook via bemiddelaars en adviseurs
De banken hebben verschillende risico’s
- Kredietrisico: De bank moet rekening houden met het risico dat bepaalde geldleners het
geleende bedrag niet terugbetalen
- Renterisico: Bij een rentevergoeding geldt in het algemeen: Hoe langer het geld vaststaat -> Hoe
hoger de rentevergoeding
- Aantrekken van gelden voor korte periode -> Lagere rentevergoeding aan spaarders (bank
betaalt)
- Uitzetten van gelden voor langere periode -> Hogere rentevergoeding van leners (bank ontvangt)
- Valutarisico: In veel landen is de rente van de bank op haar financieel tegoed ontvangt hoger dan
in Nederland. Als in landen met een andere muntsoort tegoeden worden aangehouden, bestaat
het risico dat de koers van de muntsoort daalt ten opzichte van de euro.
- Liquiditeitsrisico: Een bank moet in staat zijn de aangetrokken gelden terug te betalen. Spaargeld
is vaak direct opeisbaar, maar een uitgezet krediet vaak niet. Bij een tekort van financiële
middelen als spaarders kan de bank geld lenen bij De Nederlandsche Bank (DNB). Dit brengt wel
kosten mee.
, - Marktrisico: Een bank kan effecten aankopen van het aangetrokken geld. De waarde van die
effecten varieert op de markt. Hierdoor heb je een risico. Het kan zijn dat de waarde lager is als
wanneer ze het hebben aangeschaft.
Verzekeraars
Bij de systematiek van verzekeren spelen een aantal zaken een rol:
- De wet van de grote aantallen: Dit wil zeggen dat de totale hoogte van de te verwachten
verzekeringsuitkeringen steeds zekerder wordt, naarmate de groep die zich verzekert groter
wordt. Een verzekeraar berekent dan ook met landelijke of regionale statische gegevens hoe
groot de kans op schade is en hoe groot de gemiddelde schadeomvang is. De hoogte van de
premie wordt berekend door de kans op schade en de gemiddelde schadeomvang
- Herverzekeren: Om zoveel mogelijk verzekeringen te sluiten en de risico’s te verspreiden, maken
veel verzekeraard vaak gebruik van een herverzekering. De verzekeraar verzekerd dan een deel
van de door hem geaccepteerde risico’s bij een andere verzekeraar
- Reserveren: Schadebedragen verschillen elk jaar veel. Bij een storm komt er waarschijnlijk veel
meer schade kosten. Om dit te kunnen opvangen moet er van tevoren geld gereserveerd worden
Er zijn verschillende samenwerkingsvormen tussen verzekeraars:
- Co-assurantie: Dit is het spreiden van risico’s over meerdere verzekeraars
- Pools: Hier werken verzekeraars samen in een poolverband, dit heeft twee redenen: 1. Om
bepaalde grote risico’s te verzekeren. 2. Om risico’s te verzekeren die verzekeraars om tactische
redenen zelf liever niet verzekeren. (Hierbij is er geen rechtstreekse relatie tussen de klant en de
verzekeraar)
- Concernvorming: Een concern is een groep van vennootschappen die onder een gezamenlijke
leiding staat en als eenheid optreedt. Boven aan staat een moedermaatschappij, de vennoten
die hieronder hangen zijn dochtermaatschappijen. Redenen hiervoor zijn: 1. Spreiding van
risico’s: Als er één dochtermaatschappij failliet gaat heeft dit geen effect op de rest. 2.
Schaalvoordelen: Productontwikkeling, marketing, verkoop en distributie op grote schaal zijn per
verkochte verzekering goedkoper
Pensioenfondsen
Op hoofdlijnen hebben pensioenfondsen drie taken:
- Innen van pensioenpremies: Het pensioenfonds int de premie bij de werkgever, het kan zijn dat
de deelnemer zelf moet meebetalen
- Beheren van pensioenpremies: Het pensioenfonds belegt de premies, hier kan niet te veel risico
worden genomen
- Uitkeren van pensioenpremies
Hieronder is een overzicht van de verschillende soorten pensioenfondsen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saskiakragt2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.31. You're not tied to anything after your purchase.