Verslavingsproblemen
Uppers Cocaïne
Downers Heroïne
Verslaving Opgevat als chronische hersenziekte met een destructieve leefstijl
voor de verslaafde en diens omgeving
Exacerbaties Periodes dat de verslaafde niet of nauwelijks gebruikt
Remissies Terugval in het actief gebruiken van middelen
Verslavende 1) Stimulerend: koffie, tabak, cocaïne, amfetamine
middelen: 2) Verdovend: kalmerende medicijnen, heroïne, methadon
3) Bewustzijn veranderend: hasj, lsd, psilocybine
Neocortex vs. Rijp en sensitief motivationeel/emotie systeem + onrijp controle
Limbisch systeem = 1) Intense emoties / stemmingswisselingen 2) Sensation
systeem seeking / Riskant gedrag
Sensation Opzoeken van nieuwe en belonende ervaringen, sterkere reactie op
seeking nieuwe en belonende ervaringen, lagere inschatting van risico’s.
Cannabis Trend onder adolescentie/jong volwassenen. Het aantal
cannabiscliënten in de verslavingszorg stabiliseert. Van de bijna 2
miljoen klinische opnames ging het in 2012 om 74 opnames.
Cocaïne Trend net na adolescentie / Jongvolwassenheid. 78% criminaliteit van
de harddrugs gerelateerde onderzoeken. In bepaalde groepen
uitgaande jongeren en jongvolwassenen wordt cocaïne relatief vaak
gebruikt, maar is het middel qua populariteit ingehaald door
amfetamine. Cocaïnegebruik leidt bij de grootschalige evenementen
zelden tot een gezondheidsincident; daarentegen melden
politieartsen ten opzichte van andere drugs relatief vaak een cocaïne
gerelateerd incident.
Heroïne In de algemene bevolking komt heroïnegebruik weinig voor. Heroïne is
ook niet populair onder jongeren. Volgens de laatste schatting voor
2012 bedraagt het aantal problematische opiaatgebruikers in
Nederland ongeveer 14 000. Dat is minder dan de schatting van
ongeveer 18 000 problematische opiaatgebruikers in 2008.
‘Draaideurcrimineel’. Hepatitis C komt veelvuldig voor.
XTC Post adolescentie – jong-volwassenen trend. Ecstasy blijft na cannabis
veruit de belangrijkste illegale drug in het uitgaansleven. Er zijn
aanwijzingen dat het middel in de afgelopen jaren in populariteit is
gestegen. Weinig mensen komen bij de verslavingszorg met een
primair ecstasyprobleem en hun aantal is sinds 2005 gedaald. Het
aandeel ecstasy-gerelateerde gezondheidsincidenten gemeld door
EHBO-posten op grote evenementen nam tussen 2009 en 2012 toe en
, stabiliseerde in 2013.
Amfetamine Speed. Het aantal opnames in algemene ziekenhuizen vanwege een
hoofddiagnose misbruik- of afhankelijkheid van amfetamine-achtigen
is beperkt. De stijging die het afgelopen decennium waarneembaar
was zette zich niet voort in 2012.
GHB Gamma-hydroxyboterzuur. Het gebruik van GHB onder scholieren van
het regulier onderwijs kwam in 2011 relatief weinig voor. GHB kent
een uiteenlopend gebruikerspubliek, variërend van uitgaande
jongeren en jongvolwassenen, thuisgebruikers, gemarginaliseerde
groepen. De hulpvraag vanwege GHB verslaving bij instellingen voor
verslavingszorg nam toe tussen 2007 en 2012 en bleef in 2013 op
hetzelfde niveau. GHB verslaving gaat vaak samen met andere
psychische stoornissen en de terugval na klinische detoxificatie is
aanzienlijk. 0,2% tot 4,4% seksueel misbruik, Noors onderzoek 0%. 5
uur in bloed, 12 uur in urine detecteerbaar.
Visie op Verslaving is een ziekte (Elvin Morton) Jellinek. Als je de eerste
verslaving druppel maar niet drinkt. AA groep.
1940-1960
Visie op Het huidige denken. Niét de stof, niét het individu maar de interactie.
verslaving Aangeboren kwetsbaarheid + omstandigheden.
1970-1980
Alcohol DSM Middelenmisbruik en middelenafhankelijkheid
Middelen
misbruik
Middelen-
afhankelijkheid
Binge drinken
Gokken DSM Aanhoudend problematisch gokgedrag, vijf of meer criteria.
De persoon:
• heeft een preoccupatie voor gokken
• moet telkens met meer geld gokken om de gewenste
opwinding te bereiken.
• probeert regelmatig zonder succes het gokken in de hand te
houden, minder te gokken of te stoppen.
• is rusteloos of geprikkeld bij pogingen om te minderen of
stoppen.
, • gokt om aan problemen te ontsnappen
• gaat na verlies snel weer gokken om het verlies te
compenseren.
• liegt tegen familieleden of anderen om het gokgedrag te
verbergen.
• heeft illegale handelingen verricht om het gokken te kunnen
betalen.
• heeft belangrijke relaties, werk, opleidingen in gevaar
gebracht.
• rekent erop dat anderen financieel rampzalige situaties
oplossen die door gokken zijn ontstaan
Overeenkomst tolerantie
en andere onthoudingsverschijnselen
verslaving controleverlies
verminderde functioneren op werk en sociaal tgv gokken
aanhoudend gebruik ondanks negatieve gevolgen
Conditionering “NEAR WIN” fenomeen: intermitterende bekrachtiging: Het gewenste
gokken gedrag wordt niet altijd beloond: men beloont bijvoorbeeld maar 80%
van de gevallen willekeurig. Een kenmerk van dit soort van gedrag is
dat, als het eenmaal tot stand is gebracht, ook veel langer
standhoudt, dus beter bestand is tegen uitdoving.
Bommetje Speed of coke wordt in een vloeipapiertje tot een bolletje gedraaid en
ingeslikt.
Niffie Klein beetje cocaïne
Cravings ‘zucht’ Soms is het verlangen naar iets zo sterk dat je het niet kan
weerstaan. Als je veel en vaak alcohol gebruikt komt dit verlangen -
craving - je vast bekend voor. Zelfs maanden nadat je alcohol hebt
afgezworen, kan craving ervoor zorgen dat je terugvalt.
Cold Turkey Afkicken, ontwenning zonder vervangende medicamenten
Comorbiditeit 1. Het gelijktijdig voorkomen van somatische stoornissen die een
direct of indirect gevolg zijn van het gebruik van de
verslavingsmiddelen.
2. Het gelijktijdig voorkomen van andere psychiatrische
stoornissen.
3. Het veroorzaken van maatschappelijke overlast of crimineel
gedrag.
4. Het veelvuldig gebruik van meerdere stoffen.
Deze categorieën zijn belangrijk in de diagnostische fase en voor het
opstellen van een reëel en adequaat behandelplan.
Dubbele De verslaafde heeft nog ten minste één andere psychiatrische
diagnose stoornis volgens de criteria van de DSM-IV. Middelengebruik in
combinatie met een psychotische stoornis, persoonlijkheidsstoornis of
een angststoornis.
Chronische Chronisch verslaafde mensen zijn vaak met polydrugsgebruik, een
verslaafden dubbele diagnose en gedrag dat veelal leidt tot maatschappelijke
overlast van criminaliteit. Voor deze doelgroep is het belangrijk de
gezondheidsrisico’s te beperken en de kwaliteit van hun leven te
verbeteren. Voorwaarden: probleem gebieden worden goed in kaart
gebracht. Het behandelplan wordt gecoördineerd door een
casemanager.
Behandeling Vaker gebruik gemaakt van stepped care: minst intensieve
behandeling of zorg op basis van diagnostiek en professionele
inschatting. Wanneer deze behandeling niet aanslaat wordt er over
gegaan op een intensieve behandeling.
Vier R-en 4 doelen die centraal staan in de behandeling
Remoralisatie Focus op verbeteren van subjectief welbevinden. Hoop uitstralen,
bereid zijn een relatie met hem aan te gaan.
Remediatie Symptomatisch herstel en vermindering van symptomatische stress,
veelal op basis van effectief gebleken interventies: motiverende
, gesprekstechnieken.
Rehabilisatie Gericht op verbetering van het functioneren in meerdere
levensgebieden, motiverende gesprekken kunnen een positief effect
hebben.
Recovery Werken aan het zelfstandig kunnen zijn.
Cognitieve Is gebaseerd op de leertheorie. Er wordt vanuit gegaan dat de
gedragstherapi gedachten van een persoon de gevoelens het gedrag kunnen
e beïnvloeden. Cognitieve gedragstherapie is een verzameling van
uiteenlopende cognitieve en gedragsmatige interventies zoals
zelfcontroletechnieken, terug preventie, sociale vaardigheidstraining
en contingency management. De laatste methode richt zich op het
direct positief belonen van gewenst gedrag en het negeren van
ongewenst gedrag. De cognitieve gedragstherapie wordt
gebruikgemaakt van een functieanalyse, waarbij de functie van het
gebruik van bepaalde middelen door betrokkene samen met de
therapeut wordt geanalyseerd. Wat roept het gedrag op(gebruik van
middelen) op en wat zijn de consequenties van dit gebruik.
Farmacotherap Behandeling met behulp van medicijnen in de verslavingszorg richt
ie zich op:
Onderhoudsbehandeling met vervangende medicijnen
(agonisten, stoffen die de werking van een bepaald
lichaamsstof nabootsen door stimulatie van dezelfde
receptoren.)
Detoxificatie (ontgiften. Het lichaam vrij maken van de
middelen.
Onthoudingsverschijnselen van het middel te beperken)
Het voorkomen van terugvallen
In de verslavingszorg wordt er veel gebruik gemaakt van
opiaatagonisten zoals methadon en buprenorfine. deze middelen
vervangen illegale middelen zoals heroïne. Als het niet lukt om op die
manier het dagelijkse heroïne gebruik te reguleren kan er worden
overgegaan op behandeling met heroïne onder medisch toezicht.
Er zijn ook middelen die de dwang naar middelen afnemen.
Alcohol naltrexon, acamprosaat, bij disulfiran wordt de afbraak van
het
tussenproduct aceetaldehyde geremd, waardoor de verslaafde zich
ziek gaat voelen op het moment dat hij alcohol drinkt.
Community Het is een set van vooral gedragstherapeutische technieken die zich
reinforcement richt op het ontwikkelen van een andere levensstijl. Centraal staat dat
approach negatief gedrag zo veel mogelijk wordt genegeerd en positief gedrag
(CRA) wordt beloond. Binnen deze methode wordt er vanuit gegaan
afhankelijkheid van middelen in stand wordt gehouden door een
overmaat van druggerelateerde bekrachtigers en een gebrek aan
alternatieve.
De focus ligt op de beïnvloeding van de sociale omgeving door middel
van gezins- of relatiegesprekken en op de bemiddeling van
bijvoorbeeld werken, wonen en vrijetijdsbesteding.
Motiverende Een belangrijk aspect bij deze methode is de erkenning en de
gesprekstechni motivatie van de verslaafde.
eken In het trans theoretische model van verandering worden vijf samen in
het
veranderingsproces onderscheden.
1. Voorbeschouwing fase; de persoon is niet bewust van het
probleem en overweegt niet om gedrag te veranderen (pre
contemplatie)
2. Overpeinzing fase; de verslaafde zet de voor en nadelen
tegenover elkaar en het gedrag begint te veranderen
(contemplatie)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xmieees. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.