100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Rooms-Katholieke Godsdienst - bachelor lager onderwijs - 1e jaar $9.76   Add to cart

Summary

Samenvatting Rooms-Katholieke Godsdienst - bachelor lager onderwijs - 1e jaar

1 review
 101 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting vind je alle geziene leerstof van het OLOD Rooms-Katholieke Godsdienst uit het eerste jaar bachelor lager onderwijs. De Artevelde cursus en de powerpoints van canvas zijn hierin volledig verwerkt. Alles over het Oude en het Nieuwe Testament is hierin verwerkt. Ook de Islam zit ...

[Show more]

Preview 6 out of 44  pages

  • December 5, 2021
  • 44
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: samvanmeerhaeghe • 2 year ago

avatar-seller
Rooms-katholieke godsdienst A
1. Het oude testament
De bijbel= verzameling boeken met verschillende geschriften (wetteksten, geschiedenis, poëzie, filosofie,
muziek, persoonlijke brieven en voorspellingen)

 Deze werd doorheen de eeuwen opnieuw gekopieerd, de oorspronkelijke teksten zijn verdwenen
omdat papyrus vergaat na loop van tijd.
 Bijbel bestaat uit 73 losse boeken, 2 delen:
o Oude Testament (periode voor Jezus Christus)
o Nieuwe Testament (vanaf het begin van het leven van Jezus)

Oude Testament = Joodse Tenach (Joodse heilige boek)

 Rode draad van het Oude Testament:
o Volk zoekt “beloofde land”
o Geloof in 1 God, die mensen oproept tot verantwoordelijkheid
o Confrontatie met omliggende volken

Het oude Testament bevat ongeveer dezelfde verhalen als de Tenach, maar in andere volgorde.

 Verzamelt verhalen over het verbond (=testament) tussen het Joodse volk en hun God (JHWH, Jahweh)
 Ze zijn niet echt gebeurd: ‘mythen en sagen’
 Verhalen over een gelovige duiding van de gebeurtenissen van een volk
 Uit het verbond ontstaan regels over hoe het volk het best kan samenenleven (10 geboden)

De Tenach bestaat uit 3 delen:

- De wet (Tora)
- De profeten (Neviim) T + N + CH = Tenach
- De geschriften (Chetoevim)

Literaire genres in het OT:
 Wetboeken: regels over hoe te leven
 Annalen: semi-historische vertellingen over historische gebeurtenissen
 Profetische boeken: orakels, toespraken van God
 Psalmen: lofliederen
 Spreuken en wijheden

1.1 De ontstaangeschiedenis van het Oude Testament
- Eerst heel lang mondeling doorgegeven, van generatie op generatie.
- Eerste keer neergeschreven: Israël werd koninkrijk (rond 1000 v.chr)
- daarna meerder keren herwerkt (bv. ten tijde van profeten)
- ten tijd van en na de Ballingschap “gestilleerd” tot 1 verhaal



Fase 1: koningstijd

,Hofschrijvers  schrijvers aan het koninklijke hof

 Schreven gebeurtenissen, oude verhalen, liederen neer die tot dan mondeling doorgegeven waren
 Gebeurtenissen aan het hof, “hedendaagse geschiedenis” van toen werd ook neergeschreven

Fase 2: periode voor de Babylonische ballingschap
Profeten werden actief in de koningstijd: bekeken de geschiedenis van het volk en machtsmisbruik van de
koningen met een kritisch oog, in het licht van hun visie op het vebond met God.

Deze Profetieën werden ook neergeschreven in profetische kringen

 Bekende profeten uit het Noordrijk: Elia, Elisa, Amos, Hosea
 Bekende profeten uit het Zuiden: Jesaja, Micha, Jeremia

Fase 3: periode na de ballingschap
De ballingschap = pijnlijke periode voor de Joden, ze waren alles kwijt (koning, tempel, land, priesters,..)

 Duurde nog geen 50 jaar

Tijdens de ballingschap traden terug profeten op die van ballingschap een tijd van bezinningen maakten

 Volk kwam tot inzicht dat geloof in JHWH niet afhankelijk is van uiterlijke kenmerken (koning, tempel)
 Ontmoetingen in leerhuizen (synagogen) voor verhalen, herdenkingen, rituelen en feesten

Na de ballingschap leefden het volk verspreid

 Volk naar Jeruzalem: leefden onder wisselende vreemde overheersing (Perzen, Grieken, Romeinen),
tradities mochten wel nog beleefd en onderhouden worden
 Priesters in de nieuwe tempel in Jeruzalem schreven verder verhalen op vd bestaande geschriften
o Tora (eerste vijf boeken van het OT- “vijf boeken van Mozes”) kreeg hier definitieve vorm
o Historische geschriften, psalmen, spreuken en wijsheidsboeken werden op schrift gezet `

Verdere canonisering van de Joodse Bijbel
 Vijfde eeuw v.chr zijn eerste 5 boeken, de Tora, tot “heilig schrift” geworden:
 Werden voorgelezen door priesters in de tempel & aanvaard als “canon” (=erkend heilig schrift)

 Rond 200 v.chr zou het tweede deel van de Tenach, “De Profeten” zijn definitieve vorm krijgen.

 Einde van 1ste eeuw na chr. is het derde deel, “de geschriften”, samengesteld
o Psalmen, boek Job, spreuken, hooglied, Prediker, en enkele latere profetische geschriften
o “dode- zeerollen” = bijbelse boekrollen meer dan 2000 jaar oud, teruggevonden in 20 e eeuw

Bijbelse volgorde= historisch-chronologisch
- Scheppingsverhalen
- Aartsvaders
- Jozefverhaal
- Uittocht/ mozesverhalen
- Verhalen over de koningen: Saul, David, Salomo
- Verhalen over profeten

, 1.2 situering van de context van de oudetestamentische
verhalen

1.2.1 De historische context
De Tenach maakt gebruik van de geschiedenis van het volk Israël om de religieuze boodschap (tussen mens en
God) te kaderen en te illustreren.

 De gebeurtenissen en de geschiedenis van het Joodse volk, van die tijd werd gebruikt als achtergrond
voor de verhalen die wouden vertellen.
o Het gaat om literaire verhalen, verhalen die boodschap willen brengen
 Ze bevatten wel historische kernen

DE 5 boeken van Mozes / Thora:

- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium

A) Aartsvaders
 Isaak, Jakob, Abraham  Geen historische personages

Vroegste periode waarover wordt gesproken in de Bijbel is de tijd van de aanrtsvader (±1500 v.Chr.)

 Clanhoofden, soort sjeiks (leiders) van kleinveenomaden, liepen door Kanaän/ woestijn met kudden
schapen en geiten heen en weer. Hongersnood dreef hen naar Egypte, het vruchtbare land aan de Nijl.
Eigen religieuze ervaring binnen context van kanaänitische religie

B) Uittocht uit Egypte/ Exodus
= een verhaal van hoop en bevrijding

- Uittocht  vertrekken uit land van benauwdheid, onderdrukking, onrecht
- Doortocht  door de woestijn, plek van vallen en opstaan
- Intocht  naar een land van bevrijding, vruchtbaar land, leven in vrijheid en verantwoordelijkheid

Tijd van Ramses II, één van de grootste farao’s van het oude Egypte (13 e eeuw v.Chr.)

 Hebreeuwse nomaden, israëlieten in de Nijldelta werden tot dwangarbeid verplicht.
 Ze vluchtte weg (uittocht) door de Sinaï woestijn(doortocht) naar het land Kanaän (intocht)
 Conflicten met ander bevolkingsgroepen in de buurt  bleef vreemdzaam proces
 Kanaänitische stadsbevolking
 Midjanieten
 Moabieten
 Ammonieten
 De geleidelijke sedentarisatie (= op 1 plaats blijven wonen) duurde ong. 2 eeuwen
o Herders worden landbouwers
o Tentbewoners vestigden zich in dorpen en steden
 Israël was nog geen natie, maar een los verband van 12 stammen

, C) Kongstijd
Rond 1000 v.Chr. smeedde David de 12 stammen van Israël aaneen door geloof in JHWH, gesymboliseerd door
“ark van verbond”

o Hij overwon de Filistijnen, vijanden
o Veroverde Jeruzalem en maakte ze politieke en religieuze hoofdstad
 Periode van grote materiële welvaart
 Geloof in JHWH krijgt concurentie van Kanaänitische vruchtbaarheidsrituelen (cultus Baäl en Anat)
 Profeten riepen op om naar JHWH terug te keren
 Davids zoon Salomo bouwde voor JHWH een tempel in Jeruzalem
 10 stammen van het Noorden vormen apart konkrijk met als hoofdstad Samaria, omdat ze Salomo
niet als koning erkende. Cultus van Baäl werd hier erg vereerd
o Profeten Elia en Elisa reageerden daartegen
o Zuidrijk Juda, met hoofdstad Jeruzalem bleef trouw aan de dynastie van David

D) Ballingschap
721 v.Chr. werd het noordrijk Israël veroverd door Assyriërs

 Deel van de israëlitische bevolking vluchtte naar het zuidrijk Juda
 Assyrië werd als grootmacht afgelost door Babylonië
 Jeruzalem werd door de Babyloniërs aangevallen en in 586v.chr. ingenomen
 Tempel werd verwoest en groot deel van joodse bevolking werd weggevoerd naar Babylon
 De ballingschap = pijnlijke periode voor de Joden, ze waren alles kwijt (koning, tempel, land,
priesters,..)
 In 539 v.vhr behaalden de Perzen de overwinning op de Babyloniërs, de Perzische koning gaf de Joden
de toestemming om terug te keren en om de stad en de tempel weer op te bouwen
 Diaspora: de verspreiding van het Joodse volk over de wereld

C) Na de ballingschap
De joodse gemeenschap leefde in en rond Jeruzalam onder een wisselende vreemde overheersing

 333 v.chr. Alexander De Grote met de Griekse/ hellenistische cultuur daarna Romeinse overheersing
 Joden waren hier nog vrij om hun tradities te onderhouden
 175-163 v.chr. regeerde de Griekse koning Antiochus IV
 Hij ondernam pogingen om de joden te doen opgaan in de hellenistische cultuur
 Geweldadige opstand onder leiding van Judas en zijn broers = de ‘Makkabeeën’
 deze slaagde, herdacht op joodse Chanoeka feest

Kleine situering
OT gaat over de ervaringen van het volk
In de tijd van de aartsvaders wordt het volk “Hebreeën” genoemd
Jacob krijgt nieuwe naam Israël, vanaf dan wordt het volk “Israëlieten” genoemd
Na het uiteenvallen van het koninkrijk:
 Noordelijk deel: Israël (volk: Israëlieten)
 Zuidelijk deel: Juda (volk: Judeeërs  later joden)
Inwoners van Palestijnse gebieden noemen we palestijnen – moslims en christenen

,Vroeger Kanaän  nu Palestina (volk: Palestijnen) onder de Romeinen heet het land Palestina
Mozes = symbool van DE profeet

1.1.2 Geografische context: Het Oude Nabije Oosten
Gebied tussen de Middelandse zee, de Perzische Golf en Arabische woestijn
= “vruchtbare halve maan”


 Zuidwesten, tegenover Palestina = Egypte in het Nijdal
 In het Oosten = Mesopotamië – Tweestromenland




Verschillende namen:
Kanaän – Palestina – Israël en de Palestijnse gebieden




1.1.3 Geestescontext: heidense
culturen versus de bijbelse cultuur
Monotheïstisch godsbeeld= er is maar 1 God

Polytheïstische natuurgodsdienst = natuurverschijnselen werden aan goden toe geschreven

a) Heidense culturen – Polytheïsme
Egyptenaren, Grieken, Romeinen, culturen rond Mesopotamië kenden een veelgodendom
Natuurverschijnselen konden niet verklaard worden  mythes, verhalen over goden die dit in handen zouden
hebben. Goden nemen menselijke en dierlijke gedaantes aan.
 Farao= zoon van de zonnegod
Mensen proberen deze goden gunstig te stellen door rituelen, vieringen, offerpraktijken
Het Egypstische geloof is van nature optimistisch, de goden worden gezien als goede goden die over de mensen
waken.  vruhtbaar land aan de Nijl
Cultuur van inwoners Israël  hoofdgod EL (stier), BAÄL (onweer), ANAT (liefde, oorlog, vruchtbaarheid)
Mesopotamische geestehouding = meer pessimistische houding  meer overstromingen en zware zondvloed

, b) De bijbelse cultuur – monotheïsme
Er is maar 1 God en hij wordt niet afgebeeld = beeldloze monotheïsme

 Deze God bevind zich buiten de kosmos, maakt geen deel uit van de natuur
o Dit is duidelijk te merken in het scheppingsverhaal: God schept de wereld
 God spreekt de mensen aan en treedt in relatie met de mens

“er is hoop op een beter leven, betere samenleving, betere toekomst, de mens kan zich hier actief voor inzetten”

 Mens is zelf verantwoordelijk met de hulp van God, die de mens telkens opnieuw aanspreekt
 Er worden ook offers en rituelen gedaan  een offer = antwoord van de mens op de oproep van God
o Geen mensoffers
 Koning = dienaar van God
o Koning David werd gezien als een koning die aan alle bijbelse voorwaarden voldeed

1.3 verkeninning van enkele centrale verhalen uit het OT
verhalen in de cursus niet chronologisch

 het gaat niet om de historische-chronologie (=bijbelse volgorde) maar wel om de betekenis van de
verhalen

Bijbelse volgorde:

- scheppingsverhalen
- aartsvaders
- jozefverhaal
- uittocht / Mozesverhalen
- verhalen over de koningen: Saul, David, Salomo
- Verhalen over profeten

1.3.1 De Mozesverhalen
5 boeken : Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium => Thora (=Wet)  wijst op de leefregels

 Veel levens- en geloofservaringen van het joodse volk, uit veel verschillende periodes
 De bevrijdingstocht uit Egypte, Exodus staat centraal
 Kerninhoud = een verhaal van hoop en bevrijding

Mozes= Het symbool van DE profeet

Volk van God: vreemdelingen in een ‘vreemd’ land (=Egypte) op zoek naar hun identiteit

God:
- 1 God
- Een nabije God (JHWH= ik zal er zijn/ik ben er die er is)
- Een concreet handelende God: Redder/ bervijder

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JokeVerhulst. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76799 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.76  3x  sold
  • (1)
  Add to cart