100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Samenvatting Een inleiding tot de geschiedenis van de Vroegmoderne tijd, ISBN: 9789030635239 Geschiedenis Van De Vroegmoderne Tijd (A002680A)$10.78
Add to cart
DEEL I: Staten en hun evoluties
H1: staatsvormingsprocessen
1. gedaantes van de staat
1.1. staat?
− organisatorische eenheid
− basis: grondgebied
− mensen die erop leven
− mensen ondergeschikt aan centraal gezag
− centraal gezag bestuurt territorium en mensen
− centraal gezag is gelegitimeerd door rechtstelsel (democratie, dictatuur, …)
− rechtstelsel regelt interne politieke verhoudingen (wie moet wie gehoorzamen)
− drie staatsmonopolies: (belangrijk element)
o 1. uitvaardigen regels (beperkt tot eigen grondgebied, eigen staat)
o 2. gebruik geweld (enkel door staat of staatsambtenaren)
o 3. opleggen belastingen (idem enkel door overheid)
o [4. controle door rechtspraak]
− soeverein (volkenrechtelijk erkend)
1.2. Verschijningsvormen?
− Stadstaat, vb. Hamburg →relatief kleine staat, stad met rond liggend gebied, door
stadsbestuur)
− Vorstendom, "monarchie" (graaf, hertog, koning ...) → meest voorkomend, staat die wordt
bestuurd door een soevereine graaf, … die leider van de staat belichaamd
o dynastiek, vb. Frankrijk → staatshoofd behoord tot familie, mandaat blijft in de
familie
o electief en voor het leven, vb. Polen → vorstendom waar de vorst wordt gekozen
o geestelijk, vb. prinsbisdom Luik → hoogste geestelijke aanwezig in staat krijgt macht
− Republiek, vb. Verenigde Provinciën → niet veel, schaal geeft doorslag, kan ontstaan uit
stadstaat => groter dan stadstaat bv.: Venetië
− Federaties van soevereine staten, vb. Heilig Roomse Rijk → overkoepelend niveau, niet
zoveel macht, is met keizer
− Samengestelde staten, vb. imperium Karel V = personele unie → geheel aan soevereine
vorstendommen, die eerste helemaal onafhankelijk van elkaar leefden, maar door huwelijk
of erfenis in handen is gekomen van 1 dezelfde vorst
o delen een monarch.
o niet 1 gemaakte staat, kan delen overdragen aan erfgenamen
o Vb.: Nederlanden, kleine graafschappen die door 1 dynastie is verzameld
o Bestaan nog: Verenigd koninkrijk
1
,1.3. Evolutie?
− Omstreeks 1500: in Europa ca. 500 onafhankelijke staatkundige eenheden
− Omstreeks 1900: ca. 25 → Immense schaalvergroting bv.: Duitse eenmaking
− Vandaag? Dubbele beweging ... Niet perse afgelopen, voortdurende ontwikkeling, Europese
unie na WOI
− Tegelijkertijd ook tendensen kleiner worden: delen in Europa die onafhankelijk willen
worden bv.: Schotland, Catalonië
2. De Militaire Revolutie en de staat (1450-1650)
− MR = technologische vooruitgang (o.a. buskruit; 14e-15e eeuw; 1453!)
− Buskruit → nieuwe middeleeuwse stadsomwallingen nodig, val van Constantinopel door
buskruit
o verspreid over heel Europa
2.1. De gevolgen op militair en bouwkundig vlak
− "tracé italien"
o Grachten met eerste omwalling
o Dan dikke muur als stadsmuur HEEL dik 8-10 meter dik
o Combinatie baksteen en aarde → goed voor kanonnen te absorberen
o Vooruit geschoven Bastions : aankomende vijand goed zien aankomen
− lange (weken, zelfs maanden) belegeringen
o opgang infanterie en artillerie cavalerie (adel) verliest belangrijkheid (= sociaal
gevolg) → geen nut meer
o Stad moet volledig omsingeld kunnen worden → leger moet dus groter worden →
wordt duurder
− techniciteit van de oorlogvoering
2.2. Gevolgen op politiek vlak (adel, ruiterij), niet overal
− Adel is misbaarder (cavalerie), sociale en politieke invloed wordt minder → vorst pikt dit in
2.3. Gevolgen latere MR (musket) voor verdere evoluties; “staande legers”
− Efficiënt persoonlijk wapen
o Opleiding voor gebruik nodig + onderhoud
− Legers die worden ontbonden na oorlogsseizoen (lente tot winter) → is nu niet meer het
geval
o wintertijd is nodig om te oefenen, te trainen met musket = staand leger, bestaat
permanent → kost neemt toe (heel jaar door, groter leger, trace italien, …)
2.4. Gevolgen MR op staatkundig (organisatie oorlogvoering) en fiscaal vlak
− Staat met veel geld → hogere kans op winnen oorlog
2
,3. Geld, geld en nog meer geld
− Kost militaire evolutie voor de vorst
− Inkomsten van de vorst/staat
o vorstelijk domein = persoonlijke eigendom: windmolens, bossen, douane rechten,
peage → zijn permanente inkomsten
o inkomsten uit regalia (vb. adelsverheffing) en gerechtelijke macht
▪ indien je adellijke titel (of andere hogere titel) wilt/krijgt moet je betalen
o Gerechtelijke macht (boetes, confiscaties)
o kolonies (vb. Quinto Real)
▪ edelmetalen in mijnen: private ondernemers leiden deze mijnen → deel
inkomst gaat dan naar vorst
o leningen
o belastingen: onderhandelen over de “beden" (Ndln.)
▪ permanente belastingen in Frankrijk gevolg v/d 100-jarige oorlog
• "taille“ = persoonlijke belasting op inkomsten en bezit
• "gabelle“ = permanente zouttaks, zout valt niet overal te winnen,
enkel aan de kust, maar is onmisbaar
o hij had hierdoor meer macht => vorst kon niet zomaar belastingen heffen (!!!), hij
moest toestemming vragen aan de vertegenwoordigers van de verschillende
bevolkingsgroepen (onderdanen)
− Absolutisme? → neen
o politieke gevolgen: hij moest toegevingen doen waardoor er niet echt sprake is van
absolutisme
o Vorst was machtig, maar zijn behoefte aan geld verminderde zijn macht
o kwestie van constant onderhandelen
4. Een standenmaatschappij
− Drie standen
o Clerus: zij die bidden (oratores)
o Adel: zij die denken (bellatores)
o "derde stand": zij die werken (laboratores)
− Adel: evoluerende rol
o minder macht aangezien ze minder nodig zijn in oorlog (niet overal het geval)
− Steden: evoluerende rol
o hebben traditioneel niets te zeggen, steden zoals Gent, Antwerpen, … zijn steden
met veel geld → wat vorst wilt → steden konden zich praktisch onafhankelijk maken
vorst wilt de macht van deze steden onderdrukken
− "Staten", "Cortes", "États"; samenstelling niet overal gelijk
− Vorst = primus inter pares
o gevolgen staatsvorming en Militaire Revolutie, centralisatie
o zijn invloed wordt sterker ten koste van de adel
− "Noblesse d'épée" vs. "noblesse de robe"; sociale mobiliteit
− Nieuwe rol Derde Stand
o administratieve, religieuze en economische elite
o vorst heeft 3de stand nodig voor bestuursorganen te vormen
o moet worden gevormd met onderwezen burgers (juristen) => deze worden
ingeschakeld → nieuwe compromis
3
, o 3de stand gaat akkoord dat dit van de vorst is en ze geen stadstaat zullen worden,
geven juristen inruil voor zeggenschap (belastingen etc.)
o 3de stand brengt bij tot het beleid van de stad => adel weer minder macht
als vorst problemen heeft kan de 3de stand politieke oplossingen aanrijken
5. De gecentraliseerde ambtenarenstaat
− New Monarchy
− Ontwikkeling instellingen en vorstelijke wetgeving
− Niet langer edelen maar juristen
− Hiërarchisch gestructureerd netwerk
− Professionalisering
− Bureaucratisering
− Specialisering
− Vorstelijk centralisme en dominantie vs. bottom-up, maatschapp. noden?
o vb. handelaars problemen bij de verkoop → kunnen hun richten op een instantie
met regels
o vb. professionele rechtsbedeling vorst bouwt rechtssysteem uit
− vorst had in toenamende mate geld nodig
o uitbouw v/d gecentraliseerde ambtenarenstaat ging gepaard met streven naar
inkomensmaximalisatie → fiscale druk steeg
o vorst kon veel geld innen door goed werkende instellingen
− wisselwerking tussen vorst en instellingen = motoren staatvormingsproces
bureaucratisch stuk: voorzitter, vorst en secretaris
zetten hun handtekening
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joliendesmet2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.78. You're not tied to anything after your purchase.