100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
SAMENVATTING AFP KTF4 $8.30
Add to cart

Summary

SAMENVATTING AFP KTF4

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

SAMENVATTING EN LEERDOELEN AFP

Preview 4 out of 74  pages

  • December 6, 2021
  • 74
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
ANATOMIE SAMENVATTINGEN LEERDOELEN
LES 1: opbouw zenuwstelsel
 Vat de basale opbouw van het zenuwstelsel samen.
 Legt uit wat een neuron is en deel deze in naar functie.
 Legt uit wat het verschil is tussen grijze stof en witte stof.
 Benoemt de verschillende gliacellen en hun functies.
LES 2: het actiepotentiaal
 Legt uit hoe een actiepotentiaal ontstaat en verloopt.
 Legt uit op welke wijze impulsoverdracht plaatsvindt.
 Benoemt de belangrijkste neurotransmitters en wat hun effect is.
LES 3: hersengebieden
 Maakt onderscheid tussen de grote en kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg, zowel in
lokalisatie als in functie.
 Benoemt de verschillende hersenkwabben en hun functies.
 Benoemt de verschillende hersenzenuwen en hun functies.
LES 4: bewustzijn en limbisch systeem
 Legt de relatie tussen bewustzijn en ARAS, DRAS, formatio reticularis en cortex.
 Is in staat het niveau van bewustzijn te meten met behulp van de AVPU en de EMV methode.
 Benoemt de verschillende onderdelen van het limbisch systeem met de bijbehorende
functie.
LES 5: motoriek, sensoriek en autonoom zenuwstelsel
 Beschrijft de route van de sensorische prikkel vanuit de zintuigen naar de cortex
 Beschrijft de route van de motorische prikkel vanuit de cortex naar de spier.
 Legt het verloop van een reflex uit.
 Legt uit hoe sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel samenwerken en wat het effect op
de verschillende orgaansystemen is,
LES 6: bloedvoorziening, hersenvliezen en liqour circulatie.
 Benoemt de opbouw van de hersenvliezen.
 Beredeneert welke problemen er kunnen ontstaan bij pathologie van de hersenvliezen.
 Legt uit hoe en waar de aanmaak van hersenvocht plaatsvindt en wat de functies hiervan
zijn.
 Beredeneert welke problemen er ontstaan bij een teveel of een tekort aan hersenvocht.
 Legt uit hoe de cerebrale bloedvoorziening is opgebouwd.
 Beredeneert welke problemen er ontstaan bij afwijkingen in de cerebrale bloedvoorziening.
LES 7: cerebro vasculair accident (CVA)
 Legt uit wat een cerebo vasculair accident (CVA) inhoudt.
 Benoemt de verschillende oorzaken van een CVA.
 Onderscheidt verschillende vormen van een CVA.
 Schrijft verpleegkundige aandachtspunten bij een zorgvrager met een CVA in de acute fase
en in de stabiele fase.
LES 8: traumatisch hoofd-/hersenletsel
 Legt uit wat een traumatisch hoofd-/hersenletsel inhoudt.
 Benoemt de verschillende vormen, risicofactoren en diagnostiek bij traumatisch
hoofd-/hersenletsel.
 Beschrijft verpleegkundige aandachtspunten bij een zorgvrager met een traumatisch
hoofd-/hersenletsel.
LES 9: ziekte van Parkinson
 Legt uit wat de ziekte van Parkinson inhoudt.
 Past zijn kennis toe op verschillende casussen.
 Beschrijft verpleegkundige aandachtspunten bij een zorgvrager met de ziekte van Parkinson.
LES 10: epilepsie en dwarslaesie

,  Benoemt de verschillende oorzaken van epilepsie.
 Onderscheidt verschillende vormen van wegrakingen.
 Beschrijft verpleegkundige aandachtspunten bij een zorgvrager met epilepsie.
 Legt uit wat de dwarslaesie inhoudt.
 Beschrijft verpleegkundige aandachtspunten bij een zorgvrager met een dwarslaesie.
LES 11: Critically Appraised Topic (CAT)
 Gaat via diverse bronnen, op zoek naar een gerichte CAT’s en PICCO’s/
 Stelt een passende zoekstrategie op en voert deze uit.
 Evalueert de relevantie en toepasbaarheid van de resultaten.
 Vertaalt de resultaten naar de dagelijkse praktijk.
 Koppelt de resultaten van de PICCO en CAT op passende wijze terug.
LES 12: verouderingsproces en delier
 Beschrijft wat het effect is van normale verouderingsprocessen op de vitale organen.
 Benoemt verpleegkundige aandachtspunten ten gevolge van het normale
verouderingsproces.
 Legt uit wat een delier is.
 Benoemt verpleegkundige aandachtspunten bij een zorgvrager met een delier.
LES 13: geriatrische uitdagingen
 Weet wat de term ‘geriatrie’ inhoudt.
 Legt uit wat een geriatrisch syndroom inhoudt.
 Beschrijft van de verschillende geriatrische syndromen oorzaken, gevolgen en passende
interventies.
 Benoemt verpleegkundige aandachtspunten bij een zorgvrager met één of meerder
geriatrische syndromen.
LES 14: dementieel syndroom
 Legt uit wat dementie inhoudt.
 Onderscheidt de verschillende dementievormen.
 Beschrijft de verschillende fasen van de ik-beleving.
 Benoemt verpleegkundige aandachtspunten bij een zorgvrager met dementie.
LES 15: farmacologie en polyfarmacie
 Legt uit wat het lichaam doet met geneesmiddelen.
 Legt uit hoe geneesmiddelen werken op het lichaam.
 Benoemt relevante farmacokinetische en farmacodynamische veranderingen bij ouderen.
 Legt uit wat polyfarmacie inhoudt.
 Benoemt de meest voorkomende bijwerkingen van de meest voorgeschreven medicijnen bij
ouderen.
 Herkent de stappen van een gestructureerde farmaceutische analyse.

,LES 1: opbouw van het zenuwstelsel
Taken van het zenuwstelsel zijn erop gericht om in te spelen op gebeurtenissen om je heen en in je
lichaam. In de veelomvattende taken is een onderverdeling gemaakt. Er zijn vijf taken te
onderscheiden.
Je kunt het zenuwstelsel op twee manieren indelen. De eerste indeling gaat uit van de bouw en de
ligging: dat is de anatomische indeling. De tweede indeling berust op de functie van de verschillende
delen. Je noemt dit de fysiologische indeling.

De anatomische indeling gaat uit van de bouw en de ligging van het zenuwstelsel. Er worden hier
twee onderscheiden gemaakt:
- Centrale zenuwstelsel (CZS): kenmerkende voor het is zijn ligging binnen de benige omhulsels
van de schedel en de wervelkolom. Het CZS wordt in vier hoofdgebieden verdeeld
1. De grote hersenen.
2. De kleine hersenen.
3. De hersenstam.
4. Het ruggenmerg.
Het zenuwweefsel van het CZS kan
worden verdeeld in de grijze stof
en witte stof. De grijze stof bevat
de cellichamen van de
zenuwcellen, de
ongemyeliniseerde (zonder
vetlaagje) uitlopers en de communicatiepunten (synapsen). De witte stof bevat overwegend
gemyeliniseerde (vettige) uitlopers, voor snelle signaalgeleiding van en naar het lichaam. in
de grote hersenen ligt de grijze stof als een schil over de witte stof heen. In het ruggenmerg
ligt de grijze stof centraal en heeft op dwarsdoorsnede de vorm van een hoofdletter H, ook
wel aangeduid als ‘vlinderfiguur.
De hersenen: dankzij de hersenen hebben we een bewustzijn, een geheugen en kunnen we
ingewikkelde handelingen verrichten. Via de zintuigen ontvangen de hersenen allerlei
informatie uit de buitenwereld. Maar ook houden speciale gebieden de toestand binnenin
het lichaam in de gaten. Alle informatie wordt door de hersenen verwerkt, geselecteerd en
eventueel opgeslagen. Wanneer er actie moet worden ondernomen worden de juiste
signalen uitgestuurd. De hersenen bestaan uit drie belangrijke onderdelen: de grote
hersenen, de kleine hersenen en de hersenstam.

- Perifere zenuwstelsel (PZS): bestaat uit buiten het CZS gelegen zenuwen die opgevat kunnen
worden als bundels uitlopers met daartussen steuncellen. Anatomisch verdeelt met het CZS
in twaalfpaar hersenzenuwen en dertig paar ruggenmergzenuwen. De hersenzenuwen staan
in verbinding met de hersenen en de hersenstam en doorboren op verschillende plaatsen de
schedel. De ruggenmergzenuwen gaan uit van het
ruggenmerg en verlaten het wervelkanaal tussen de
wervelbogen door. Functioneel bestaat het PZS uit
somatisch (willekeurig) en een autonoom zenuwstelsel
(automatisch). Het PZS heeft twee hoofdtaken:
1. Het zet prikkels in de zintuigen om in signalen en voert
deze informatie naar het CZS.
2. Het brengt informatie van de hersenen naar spieren en
klierweefsel.
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit motorische en
sensorische zenuwen. Deze verbinden het centrale zenuwstelsel van kop tot teen met de rest
van het lichaam en slingeren zich daarbij tussen de organen door. Er zijn 12 paar

, hersenzenuwen die rechtstreeks uit de onderkant van de hersenen komen en 31 paar
ruggenmergzenuwen. De hersenzenuwen verbinden de hersenen vooral met de hoofd en
nekstreek. De ruggenmergzenuwen splitsen zich steeds verder op in vertakkingen door hele
lichaam.
 Motorische zenuwen: deze geven informatie van de hersenen aan de spieren door.
 Sensorische zenuwen: voorzien de hersenen van informatie over zaken als: pijn, warmte,
positie van ledematen of over hoe iets eruit ziet. Kortom over alles wat met sensorische
ofwel zintuigelijke waarnemingen te maken heeft.

Het autonome zenuwstelsel (vegetatieve) controleert en coördineert alle autonome dat wil zeggen
‘automatische functies’ van het lichaam zoals hartslag, spijsvertering of ademhaling. Het autonome
zenuwstelsel werkt hierbij samen met het hormoonstelsel en verzorgt de communicatie tussen het
centrale zenuwstelsel en de organen en klier. Het bestaat uit twee delen:
 Sympatische zenuwen: is actief wanneer het lichaam in actie moet komen. Het stimuleert
bijvoorbeeld het hart en de ademhaling en versterkt o.a. de zintuigelijke waarneming. Ook
zorgt het ervoor dat op zo’n moment het spijsverteringssysteem tijdelijk wordt stilgelegd
aangezien het lichaam optimaal voorbereid moet zijn om in actie te komen.
 Parasympatische zenuwen: dit deel werkt juist in rust en houdt energie in stand of hersteld
deze. Het regelt bijvoorbeeld de bloedtoevoer naar organen die een rol spelen bij de
spijsvertering en zorgt voor een rustige hartslag.

Neuron de cellen in het zenuwstelsel vormen de bouwstenen van de hersenen. Ze worden wel
zenuwcellen of neuronen genoemd en ze communiceren op een bijzondere manier met elkaar. Het
zijn cellen die gespecialiseerd zijn in het overbrengen van informatie naar andere zenuwcellen, maar
ook naar spiercellen en klieren. Vangen prikkels uit het perifere zenuwstels en sturen deze naar het
centrale systeem. Genereren in het centrale deel en sturen de prikkel naar het doelorgaan
(doorschakelen van prikkels).

Neuronen zijn door het hele lichaam te vinden, met andere
woorden: elk deel van het lichaam staat in verbinding met
het zenuwstelsel. Ieder neuron heeft maar één axon- een
lange uitloper met eventuele vertakkingen- en meerdere
kort uitlopers, de dendrieten. Deze uitlopers kunnen zich
door allerlei weefsels heendringen om met andere
neuronen in contact te komen. Dat de hersenen en het
ruggenmerg (zenuwcentra) zijn, ligt voor de hand maar
ook het kleinste onderdeel van ons lichaam, diep in de
perifere gebieden, is via vertakkingen op het netwerk
aangesloten.

Verschillende vormen:
Neuronen kunnen verschillende vormen hebben,
afhankelijk van de plek in het zenuwstelsel waar ze
voorkomen en daarmee van hun functie.

Een paar voorbeelden: in de zenuwcentra, hersenschors en
ruggenmerg en ook in een paar gebieden in de hersenstam
zitten speciale neuronen die erop gebouwd zijn om ter
plekke zoveel mogelijk informatie te verwerken, belangrijk
als de hersenen hun werk goed willen doen. Dit zijn de sterneuronen. Sterneuronen heten zo omdat
ze een bolvormig netwerk met heel veel dendrieten hebben (deze beslaan zo’n 90% van het
celoppervlak). Met andere woorden: ze hebben heel veel mogelijkheden om informatie van anderen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eefjeheerema. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.30
  • (0)
Add to cart
Added