In deze samenvatting staan duidelijke stappenplannen om de drie soorten gesprekken te voeren. (slecht nieuws gesprek, intakegesprek en bemiddeling) + methodische interventies en bijhorende voorbeelden.
Gespreksmodellen
1. Basishouding van de hulpverlener (Rogers)
Empathie
- Iemands gevoel leren begrijpen
- Door samen te denken met de cliënt
Echtheid
- Je bent jezelf in de interactie zonder een rol te spelen
- Niet ‘de professional’ spelen
Respect
- Cliënt waarderen en appreciëren als persoon
- Betrokkenheid, aanvaarding, begrip, warmte en nabijheid
Zowel verbaal als non-verbaal: samen met de cliënt tot groei komen
2. Hulpverlener als katalysator
• Container van emoties
• De hulpverlener (h)erkent en benoemt gevoelens en kan deze
gevoelens ook spiegelen en kaderen naar de cliënt toe.
• Cliënt leert dat hij er niet alleen voor staat
• Empowerment bevorderen
• Gaat probleem niet oplossen voor cliënt, maar werkt samen
aan een oplossing.
• Op tempo van cliënt
• Veelzijdig betrokken en erkenning geven
• Je moet aangeven dat je de persoon aanvaardt maar dat
bepaald gedrag niet acceptabel is.
• Perplexiteit en handelingsverlegenheid
• Handelingsverlegenheid = dat je op een bepaald moment niet
weet wat te doen doordat je overspoeld wordt door emoties,
onmacht,
• Weerstand herkennen en hanteren
• Weerstand kan aantonen dat het tempo van de hulpverlener
te hoog ligt.
• Belangrijk om te herkennen!
• Communiceren in een interculturele context
• Je hebt je eigen normen en waarden en je komt in contact met
iemand met andere normen en waarden. Dan is het belangrijk
dat je die herkent en bekijkt hoe je met deze verschillen kan
omgaan.
1
,Semester 1
3. Mogelijke communicatieverschillen
• Individuele verschillen
• Communicatiestijl en communicatieve basisvaardigheden van
mensen kunnen grondig van elkaar verschillen.
• Factoren zoals levensgeschiedenis, opvoeding, opleiding, …
• Sekseverschillen
• Verschil in communicatie tussen mannen en vrouwen
• Contextverschillen
• De context waar je je bevind bepaalt je communicatiestijl
• Culturele verschillen
• Mensen uit andere culturen hebben soms andere
verwachtingen bij sociale interacties.
4. Communicatiemodellen
Het Ajuinmodel
Wanneer mensen elkaar steeds beter leren kennen wordt als het ware de
ajuin schil na schil afgepeld en krijgt men veel meer te zien wie die
persoon in wezen is. Wanneer mensen zich bedreigd voelen beschermen
ze hun ‘kern’ en vormen de schillen een deklaag.
5. Misverstanden
• Bedoeling versus effect
• Onze bedoelingen worden zo anders begrepen en missen hun
effect.
• Emotie versus ratio
• Overmand door emoties zijn mensen vaak niet in staat tot
effectieve communicatie.
• Verbale taal versus doe-taal
• Jezelf uitdrukken via doe-taal zoals bijvoorbeeld spontaan hulp
bieden zonder veel woorden kan evenveel uitdrukken als een
arsenaal aan woorden.
• Verbale taal versus lichaamstaal
• Lichaamstaal is minstens even krachtig als verbale taal. In
precaire levenssituaties kan lichaamstaal zelfs meer
uitdrukken dan verbale taal.
• Jij-taal versus ik-taal
• Vaak gebruik gemaakt van jij-boodschappen die hoofdzakelijk
verwijzen naar de persoon en niet naar het gedrag van de
persoon. Iedereen kent waarschijnlijk wel het verschil in
2
, Semester 1
impact bij een ik of een jij- boodschap. Ik-boodschappen zijn
minder aanvallend en veiliger.
Non-verbaal gedrag
• Ondersteunt jouw boodschap
• Geeft vooral gevoelens weer
• Opletten voor culturele verschillen
• In combinatie met het verbale, wijst het op:
– Herhaling
– contradictie
– substitutie
– Complementariteit
– Accentuering
Houding van niet-weten: handvatten
• De oplossing van het probleem is te situeren bij de cliënt
• Gebruik stiltes leun (letterlijk) achterover
• Stel vragen (bv de boemerangvraag!)
Gebruik van de ruimte
• Indeling gespreksruimte
– open en gezellige ruimte
– barrières
– kleurgebruik
• Hoe zitten hulpverlener en cliënt
– afstand – nabijheid
– houding
• Aanrakingen
6. Structurele componenen van een gesprek
VOUOA
• Voorbereidingsfase: doel, werkwijze (rekening houdend met
verleden), wat bespreken, welke obstakels, hoeveel tijd, vorige
notities doornemen
• Openingsfase: contact leggen, gepaste sfeersetting creëren, doel
en werkwijze toelichten
• Uitwisselingsfase: probleem verkennen, analyseren (en indien
nodig opnieuw definiëren)
• Overlegfase: oplossingen genereren en selecteren
• Afrondingsfase: samenvatten, afspraken maken en evalueren,
afronden met stimuleren en bedanken
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittverheyden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.