Hartlief – Aansprakelijkheidsrecht voor morgen :
België krijgt een hercodificatie van het BW. Wordt beoogd om de kwaliteit te verhogen door zowel
modernisering aan aanpassing aan nieuwe maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, als
dor het recht beter toegankelijk te maken een van de vraagpunten is of geen grenzen moeten
worden gesteld aan het uitdijen van het aansprakelijkheidsrecht. Moeten enkele bestaande
risicoaansprakelijkheden worden vervangen door een algemene aansprakelijkheid voor gevaarlijke
zaken of activiteiten met het oog op toekomstige technologische risico’s. Wordt geopperd te
voorzien in een bijzondere regeling voor wrongful life-vordering en invoering van punitive damages.
Ook in NL is het aansprakelijkheidsrecht na invoering van het BW 1992 sterk uitgedijd. Erkenning van
shockschade-vordering, wrongful birth-actie en zelfs wrongful-life vordering. Afwentelen van
causaliteitsonzekerheid op gedaagden en terugdringen van eigenschuld-verweer in het verkeer en
van de mogelijkheid een beroep op verjaring te doen. Politieke kringen oordelen positief over
privaatrechtelijke handhaving en de inzet van het aansprakelijkheidsrecht om ongewenst gedrag te
voorkomen. Interessant is de invoering van vergoeding die meer is dan zuiver goedmaken van het
nadeel bij gedupeerden om voldoende financiële druk op potentiële schadeveroorzakers te
realiseren (effectuerend schade vergoeden). Vraag opgeworpen of punitive damages dienen te
worden ingevoerd? De noodzaak om kwaadwillende en op een lage pakkans gokkende daders aan te
pakken zou deze stap kunnen rechtvaardigen. Uitgangspunt was dat ons schadevergoedingsrecht
niet punitief is, maar doorslaggevend is dit niet volgens auteur. Capaciteit van het strafrecht en
toezichthouders is niet onbegrensd. Aanvulling van het privaatrechtelijke sanctiearsenaal kan nodig
zijn.
Jansen – Het subjectieve element van de onrechtmatigheid, over de structuur van art. 6:162 BW :
In het aansprakelijkheidsrecht moet een onderscheid gemaakt worden tussen onrechtmatigheid en
toerekenbaarheid. Onrechtmatigheid kwalificeert de daad, toerekenbaarheid ziet op het verband
tussen daad en dader. Auteur betoogt dat het onrechtmatigheidsbegrip naast een objectief element
ook een subjectief element kent. Soms is een gedraging objectief gezien toelaatbaar, maar in
verband met de eigen kennis of intentie van de dader onrechtmatig.
In smartengeld artikel 6:106 BW is bepaald dat immateriële schade onder meer voor vergoeding in
aanmerking komt indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had om zodanig nadeel toe te
brengen. Ziet niet op vestiging aansprakelijkheid, maar op omvang. Ligt voor de hand om de
strekking ook te laten doorklinken in het kader van de onrechtmatigheidsvraag.
Vreemd om de opzettelijkheid van de schadetoebrenging bij de onrechtmatigheidsvraag buiten
beschouwing te laten. Is denkbaar dat in bepaalde gevallen het vaststellen van onrechmatigheid
zonder weging van opzet moeilijk(er) of zelfs onmogelijk is.
Accepteren van opzet als subjectief element van onrechtmatigheid illustreren a.d.h.v. affectie- en
shockschadeproblematiek. Verdriet om het overlijden of verwonding van een naaste komt in huidige
wettelijke stelsel niet voor vergoeding in aanmerking (artikel is van 2007). Maar wel wanneer naaste
zich met succes presenteert als het slachtoffer van een hevige emotionele schok, maar hiervoor is
1
,vereist dat de naaste het voorval zelf heeft waargenomen of direct met de ernstige gevolgen hiervan
is geconfronteerd. Gesloten stelsel van art. 107-108 staat volgens HR niet in de weg aan het
vergoeden van opzettelijk toegebrachte affectieschade wanneer iemand wordt gedood of verwond
met het oogmerk om een naaste van het primaire slachtoffer te kwetsen, dan wel recht op
smartengeld.
Subjectieve element van onrechtmatigheid ook een belangrijke rol bij schadetoebrenging door zuiver
nalaten. Alleen onrechtmatig indien de laedens zich bewust was van de ernst van het door hem
genegeerde gevaar. De ernst moet zijn doorgedrongen. Concrete, subjectieve kennis van het gevaar
is vereist en niet wat de dader kon of behoorde te weten. In gevallen van zuiver nalaten fungeert het
subjectieve element van de onrechtmatigheid als laatste redmiddel omdat de verhaalzoekende
gelaedeerde het hier moet doen met enkel de subjectieve kennis van de laedens.
Type onrechtmatigheidscategorieën bij subjectieve element van de onrechtmatigheid:
Strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid slechts als maatschappelijk onzorgvuldig
worden gekwalificeerd indien vaststaat dat de laedens zich in verband hetgeen hij wist of
behoorde te weten, maatschappelijk onverantwoord heeft gedragen. Ook het subjectieve
element van de onrechtmatigheid moet worden bezien: hij die weet dat hij andermans
belangen aan onverantwoorde risico’s blootstelt.
Wetsschending speelt ook een rol want er bestaan bepaalde wettelijke normen waarin
subjectieve eigenschappen van de dader zijn geïncorporeerd.
Inbreuk op een recht door sommigen aangenomen dat slechts de opzettelijke aantasting
van eens anders recht een onrechtmatige rechtsinbreuk oplevert. Auteur is hier geen
voorstander van. Kan niet anders worden aangenomen dan dat de rechtsinbreuk is bedoeld als
een 'neutrale' vorm van onrechtmatigheid. Wordt door een gedraging inbreuk gemaakt op een
subjectief recht, dan is die gedraging onrechtmatig.
Leer Smits: een rechtsinbreuk kan eerst onrechtmatig worden geacht, indien zij in strijd is met een
zorgvuldigheidsnorm. Deze leer is niet meer goed houdbaar.
Auteur lijkt het reëler om bij de afbakening van het begrip rechtsinbreuk aansluiting te zoeken bij de
noodzakelijkheid van de rechtsaantasting als gevolg van de verweten gedraging. Bij het vaststellen
van een onrechtmatige rechtsinbreuk gaat het niet zozeer om de vraag of de verweten gedraging zelf
de aantasting van het subjectieve recht is, maar of zij een dergelijke aantasting noodzakelijkerwijs
veroorzaakt.
Onderscheid onrechtmatigheid-toerekenbaarheid subjectieve laakbaarheid niet beschouwd als
een voorwaarde voor onrechtmatigheid, maar als een potentieel argument daarvoor. Bij de
beoordeling van de onrechtmatigheid valt niet aan het perspectief van de dader te ontkomen,
althans waar het de maatschappelijke zorgvuldigheid betreft. Bij toepassing van
zorgvuldigheidsnormen op een concreet geval, treedt een zekere vervaging op, maar betekent niet
dat het onderscheid tussen onrechtmatigheid en toerekenbaarheid daarmee vervalt.
Perspectiefwisseling: bij vraag naar schending van zorgvuldigheidsnorm staat de gedraging voorop;
bij de toerekening de dader.
2
, Kennisclip Kelderluik:
Gevaarzetting is een schending van een verkeers- of veiligheidsnorm. Bevindt zich op het terrein van
de maatschappelijke onzorgvuldigheid, een van de drie onrechtmatigheidscategorieën van art. 6:162
BW. Berokken een ander geen schade is een van de beginselen van het aansprakelijkheidsrecht.
Medewerker van coca cola levert in februari 1961 frisdrank af bij café de Munt in Amsterdam.
Frisdrank moet de kelder in. Bij afleveren laat hij het kelderluik open staan. Bezoeker van café valt in
het open keldergat en loopt ernstig letsel op. Hij stelt de medewerker aansprakelijk. Rechtbank vindt
dat hij beter had moeten opletten en wijst de vordering af. Het hof en de hoge raad denken hier
anders over. Vinden dat de medewerker meer risico genomen heeft dan verantwoord was door het
luik open te laten staan, was onzorgvuldig. Had rekening moeten houden met het feit dat een
bezoeker van het café wellicht niet voldoende bedacht is op een openstaand luik op weg naar het
toilet.
De volgende vier factoren worden in deze overweging meegenomen:
1) Ernst van de te verwachten schade: hoe ernstiger de schade is die verwacht wordt, hoe eerder er
sprake is van gevaarzetting. Overlijdensschade en letselschade zijn zeer ernstig en zaakschade en
zuivere vermogensschade veel minder. In casu was de te verwachten schade ernstig, een val door
een gat is meestal ernstig.
2) Hoe waarschijnlijk is het dat zich ongevallen voordoen: hoe groter de kans dat het ongeval zich
voordoet en de schade intreedt, hoe eerder sprake van gevaarzetting. In dit geval zeer waarschijnlijk
dat iemand in het open gat zou vallen omdat dit in een smalle gang naar het toilet was gelegen.
3) Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen voorzorgsmaatregelen: hoe minder bezwaarlijk maatregelen zijn,
hoe eerder oordelen dat er gevaarzettend is gehandeld. In dit geval had het luik heel eenvoudig
gesloten kunnen worden. Of er had een stoel of kist voor gezet kunnen worden.
4) Hoe groot is de kans dat eventuele bezoekers niet de vereiste oplettendheid in acht nemen: je
moet dus rekening houden met de mate van onoplettendheid van anderen. In casu was kans heel
groot dat een cafébezoeker in een geopend gat zou storten waarop hij niet bedacht was.
Dit alles leidt tot het oordeel dat medewerker aansprakelijk is. In dit geval had de benadeelde echter
50% eigen schuld.
Afweging van deze factoren kan naar gelang de omstandigheden verschillen, ook anders uitpakken.
Rechter oordeelde in Bloedprik arrest waar een meisje flauw viel geruime tijd na het bloedprikken,
dat de kans dat dit zich voor deed zo lang na de prik, heel klein was. Ook kon van het ziekenhuis niet
verlangd worden dat zij bij iedere patiënt een verpleegkundige neerzetten om ervoor te waken dat
de patiënt flauwviel. Niet meer risico genomen dan verantwoord is. Hier geldt andere beginsel van
aansprakelijkheid: ieder draagt zijn eigen schade.
Kennisclip Zutphense waterleiding:
Speelt zich af in Zutphen. Water was het probleem van Nijhoff, eigenaar van opslagplaats voor
lederen kleding. In de nacht van 4/5 januari 1909 springt door strenge vorst de waterleiding van zijn
leeropslag. Nijhoff maakt de bewoner van de bovenwoning, De Vries, wakker en verzoekt haar de
waterkraan te sluiten. De Vries heeft hier geen zin in, ze is boos dat haar nachtrust verstoord wordt.
Pas na lang aandringen besluit ze de kraan dicht te draaien. Toen was het al te laat, de schade was al
geleden. Nijhoff stelt De vries aansprakelijk voor onrechtmatige daad. Probleem is dat onrechtmatige
daadsartikel van destijds, slechts twee categorieën van onrechtmatigheid kent: alleen handeling die
een wettelijke bepaling schenden of in breuk maken op iemands rechten, die zijn onrechtmatig. Haar
3
, handelen is geen inbreuk op een recht, geen geschreven norm die iemand dwingt de hoofdkraan
dicht te draaien. Haar gedrag is wel onfatsoenlijk en onzorgvuldig. Maar staat dus niet in dit
wetsartikel. Rechtbank legt dit artikel echter ruim uit en acht haar gedrag toch onrechtmatig. De
Vries heeft niet de nodige eerbied voor anders persoon, goederen of arbeid betracht. Dit oordeel kan
geen genade vinden in de ogen van de Hoge Raad. Houdt strikt vast aan de tekst van het artikel.
Vermeld nu eenmaal niets over onzorgvuldig of onbetamelijk handelen. Deze uitspraak van de HR
kan rekenen op een storm van kritiek.
En de HR neemt die kritiek ter harte en gaat om in 1919. In de zaak Lindenbaum/Cohen doet zich een
geval voor van bedrijfsspionage. Ook dat is geen inbreuk op een recht en ook dat is niet verboden
door geschreven wetsbepaling, maar wel onbetamelijk. De HR bepaalt in dit arrest dat men ook
onrechtmatig kan handelen o.g.v. ongeschreven zorgvuldigheidsnorm. Uiteindelijk heeft deze
opvatting geleid tot de derde onrechtmatigheidscategorie in huidige artikel 6:162 BW.
Artikel 6:162 BW is een van de meest bekende wetsartikelen uit het BW. In reclame van LOI met
Moskovisch wordt zelfs gesuggereerd dat heel NL dit kent. Dit artikel is mede te denken aan het
onbehoorlijke gedrag van Zutphense juffrouw De Vries.
Rechtspraak:
1) HR Kelderluik: Sjouwerman, een medewerker van Coca-Cola, heeft bij het afleveren van
frisdrank aan café De Munt in Amsterdam, een kelderluik open laten staan. Duchateau die
het café bezocht, viel op weg naar het toilet in het kelderluik en liep daarbij ernstige
verwondingen op. Op grond van dit voorval heeft Duchateau vergoeding van de door hem
geleden schade gevorderd. Rechtsvraag: is Sjouwerman aansprakelijk jegens Duchateau op
grond van onrechtmatige daad, en aan welke criteria dient dit getoetst te worden?
De rechtbank oordeelde dat het ongeval in dit geval aan Duchateau zelf te wijten was. Hij
had namelijk beter op moeten letten toen hij naar het toilet liep. Het hof is echter van
mening dat de aansprakelijkheid bij Coca-Cola ligt. Sjouwerman heeft onzorgvuldig
gehandeld door het kelderluik open te laten, terwijl hij ook rekening had moeten houden
met niet oplettende bezoekers. Voorts heeft hij niet voldoende maatregelen getroffen om
de toegang tot de toiletten geheel af te sluiten. Hij heeft daarom onrechtmatig gehandeld.
Duchateau moet evenwel 50% van de schade zelf dragen wegens eigen schuld.
De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof. De Hoge Raad hanteert vier criteria die van
belang zijn bij de beoordeling van aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad bij
gevaarzetting:
- Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en
voorzichtigheid worden geacht? (in dit geval: hoe waarschijnlijk is het dat iemand het
geopende kelderluik in het café over het hoofd ziet?)
- Hoe groot is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan? (in dit geval: hoe groot is de kans dat
iemand die het geopende kelderluik over het hoofd ziet, er werkelijk invalt en letsel
oploopt?)
- Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn? (in dit geval: hoe ernstig kan het letsel zijn ten
gevolge van een val in het kelderluik?)
- Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen? (in dit geval: hoeveel werk of
kosten zijn er gemoeid met het sluiten van het luik of het aanbrengen van een beveiliging,
bijvoorbeeld door er stoelen voor te zetten?).
In dit geval heeft Sjouwerman, door in de doorgang naar het toilet van een café een
kelderluik te openen voor bezoekers die aan hun omgeving niet hun volledige aandacht
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evdp123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.