College aantekeningen Beginselen Van De Democratische Rechtsstaat
40 views 4 purchases
Course
Beginselen Van De Democratische Rechtsstaat
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Dit zijn de aantekeningen die ik heb gemaakt tijdens het college van beginselen.
Ik heb met deze aantekeningen (zonder het boek te gebruiken) een 8 gehaald. Dus ik raad hem zeker aan!
Beginselen van de democratische rechtsstaat:
College 1
Staatsrecht: regels over de organisatie van de overheid en fundamentele normen over de verhouding
met de overheid.
Bevoegdheidsvragen achter de causelistiek: staatsrecht; wat zit er achter de wetten
Functies van het staatsrecht:
• Constitueren
Het vermogen van het recht om instituties te scheppen. (er is een Raad voor de rechtspraak)
• Attribueren
Bevoegdheden toekennen aan de instituties/ambt. (de burgemeester kan een drugspand
sluiten)
• Reguleren
Nadat de bevoegdheden zijn toegekend, de uitvoering daarvan wordt beperkt, controleren.
Hierdoor worden de instituties beperkt in de uitvoering van de bevoegdheden.
Recept voor een staat:
• Territoir
Neem een stukje grond met duidelijke grenzen.
• Natie
Bevolk die met een gemeenschap die een zekere eenheid vormt
• Interne soevereiniteit
Roep een staat uit en oefen effectief gezag uit over de gemeenschap
• Externe soevereiniteit
Overleef een confrontatie met de buren, internationaal recht; andere staten moeten je
erkennen. Hier gaat het, het meeste mis.
Micro states: iemand die zijn eigen staat gaat oprichten.
Fragile states: geen effectief gezag, geen interne soevereiniteit.
Dwang of (effectief) gezag?
Macht: is feitelijk; de mogelijkheid om anderen te dwingen. (politie, leger)
Gezag: is gelegitimeerde macht; macht die wordt geaccepteerd door degenen over wie het wordt
uitgeoefend.
Hoe maak je van macht gezag?
- Traditie
Het is aanvaardbaar omdat het altijd zo was
- Charisma
- Effectiviteit
1
,In de rechtsstaat en de democratie maak je van minimale macht, maximaal gezag.
Bronnen en begrippen:
Materiele constitutie: het geheel van normen wat bij de formele constitutie komt en andere
wetsbronnen van het staatsrecht naast de grondwet.
Formele constitutie: Dat wat er op papier staat, in de grondwet
Bronnen van staatsrecht:
- Grondwet:
- Statuut:
- Organieke wetten:
- Algemene maatregelen van bestuur: besluiten die de regering vast stelt
- Ongeschreven staatsrecht:
- Reglementen van Orde:
- Conventies: tussen categorie
Rechtsstaat(geschiedenis)
De draai van dat de koning boven alles en iedereen staat naar de grondwet die belangrijker dan de
koning.
Rechtsstaat (grondeisen):
• Legaliteit
Een grondslag in de wet moet er zijn.
• Machtenscheiding
• Grondrechten
martelen
• Effectieve Rechtsbescherming
Niet alleen papier alles beloofd, maar je kunt het ook echt erg halen. Je krijgt wat je wordt
beloofd.
Trias politica:
• Scheiding in functies
Wetgeven, besturen en rechtspreken
• Scheiding in instituties
Wetgever, bestuur, rechterlijke macht
• Scheiding in personen
Kamerleden, ministers, rechters
2
,De scheiding in personen werd vroeger niet serieus genomen, inmiddels wordt deze dimensie steeds
belangrijker, men wordt beschuldigd van een dubbele pet.
Checks and balances: men heeft slechte persoonlijke motieven -> die moet je inzetten.
Machtswellust moet machtswellust tegenhouden: 2 mensen touwtrekken -> beide willen winnen ->
touw blijft in de lucht (zeg je touw mag niet op de grond komen -> niet motiverend genoeg)
Vier beginselen van week 1:
• Een staat heeft gezag, de maffia heeft macht (op angst gebaseerd)
• Een mooie Grondwet is nog geen goede constitutie (zimbabwe vergeleken met ons,
grondwet ziet er goed uit, maar is het niet)
• Democratische rechtsstaat: maximaal gezag met minimale macht
• Goede motieven zijn mooi, slechte motieven zijn betrouwbaar; betrouwbaar
machtsevenwicht.
3
,College beginselen van de democratische rechtsstaat 2
Politiek staatsrecht
Om het politieke spel te kunnen spelen, moeten wetten een beetje vaag zijn.
Materiële constitutie: alle wetten in een land.
Bij het Referendum kan het volk beslissen (denk aan brexit; men vindt dat de brexit moet komen,
maar hoe, naar Zwitsers of Noorwegen? Dat heeft het volk niet besloten, alleen de Brexit)
Het volk beslist? Beperkingen:
- Vroeger iets besloten, nu nog steeds?
- Antwoord op een vraag wordt gegeven, maar de verdere uitwerking doet het volk niet
- Wanneer men stemt, is ongeveer 70 procent stemgerechtigd, 52 procent komt opdagen en
52 procent zegt nee/ja -> is het dan het volk?
Het volk besluit eigenlijk nooit, niemand kan zeggen het volk te zijn, het soevereine volk bestaat niet.
Juist omdat het volk nooit soeverein kan zijn, werkt het.
Volksvertegenwoordiging is altijd gemankeerd.
Democratische rechtsstaat
De bevolking (demos) oefent op verschillende manieren beslissende invloed uit op het beleid:
• door verkiezing van de regering;
• en/of van een vertegenwoordigend orgaan (parlement); representatieve democratie
• en/of door direct zelf beslissingen te nemen.(referendum); directe democratie
Dingen die het systeem democratischer kunnen maken:
- Referendum
- Gekozen burgemeester
- Gekozen kabinetsformateur
- Rechtstreekse verkiezingen Eerste Kamer
- Uitbreiding kiesrecht w.b. nationaliteit en leeftijd
Om het politieke spel te kunnen spelen, moeten wetten een beetje vaag zijn.
Materiële constitutie: alle wetten in een land.
Bij het Referendum kan het volk beslissen (denk aan brexit; men vindt dat de brexit moet komen,
maar hoe, naar Zwitsers of Noorwegen? Dat heeft het volk niet besloten, alleen de Brexit)
Democratische voorwaarden
• Invloed
Beslissende invloed vanuit het volk op het beleid
Actief en passief kiesrecht in vrije en geheime verkiezingen
• Deliberatie
Discussie over politiek (zinvolle gekwalificeerde meningen, standpunten en ervaringen uit
wisselen) Waarborgen voor de mogelijkheid om een democratische discussie te voeren.
Politieke vrijheid is gewaarborgd in de constitutie?
Politieke grondrechten: Vrijheid van meningsuiting (7 Gw) Vrijheid van vergadering (8 Gw)
Vrijheid van betoging (9 Gw)
4
, • Inclusie
Gelijke rechten voor iedereen (1 Gw)
• Transparantie
Openbaarheid van informatie en transparantie (110 Gw, Wob, Woo)
Waarom wel een democratie:
• Traditie
Het is aanvaardbaar omdat het altijd zo was
• Het werkt
Het beschermt onze vrijheid het beste (en vult het liefst ook onze zakken). Het organiseert
heel veel gezag.
• Charisma
Van de minister-president of burgemeester
Waarom geen democratie:
• Kost veel
• Inefficiënt
• Moet je wel bepaalde dingen aan het volk overlaten
Parlementair stelsel: geschiedenis:
Begon eerst met de koning, hij had alles te vertellen; dit gaat gebeuren, kijk maar hoe je het regelt.
Daarna was er een lege troon, vervolgens ergens in het gebouw weggestopt. We hebben de koning
uit de deur gezet met de materiële constitutie. De macht van de koning is weg in het parlement.
De koning is ceremonieel gaan optreden toen zijn macht wegviel.
Regeervormen
• Parlementaire stelsel
Vorm van democratisering van de regeringsvorm. Door de
ministers van de koning weg te halen en naar het
parlement toe. In eerste instantie was er alleen de koning
met zijn dienaren(ministers) daarna kwam het parlement,
maar de ministers stond alleen nog maar in dienst van de koning. Door de ministeriële
verantwoordelijkheid, moesten de ministers ook verantwoording afleggen aan het
parlement. Ministers werden nog steeds ontslagen door koning -> vertrouwensregel. Op
deze twee manieren luisteren de ministers naar het parlement (indirect volk) i.p.v. de koning
- Ministeriële verantwoordelijkheid
- vertrouwensregel
de minister moet vertrekken als de tweede kamer ze niet meer willen
• Presidentieel stelsel
Niet via parlement, maar de koning wordt de president (die
wordt ook gekozen door het volk). Het volk kiest voor de
president en zijn team (minister). De ministers kunnen dus
niet worden afgezet door het parlement. Probleem; een
parlement van de ene kant en de president van de andere kant.
- Cohabitation
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller js247. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.