volledige samenvatting onderdeel Cardiologie medische vorming van Nele Michels.
Bekijk ook mijn andere samenvattingen "hematologie en hematologie pathologie"
Cardiologie (Nele Michels)
Deel 1 – Het hart
Homeostase
= constant houden van het intercellulair milieu zodat alle lichaamsfuncties in evenwicht
zijn (bloeddruk, zuurtegraad van het bloed, hartritme, kliersecretie, lichaamstemperatuur,
ademhaling…)
→ zuurstofgas + voedingsstoffen aanvoeren
→ CO2 + afvalstoffen afvoeren
→ via bloed- en lymfevatenstelsel
→ motor van dit systeem is het hart
= het hart pompt bloed rond (toevoer en afvoer), als afvalstoffen niet weg
Kunnen vergiftigen we met als gevolg dood
Hartstilstand = overlijden omdat er te veel afvalstoffen zijn en te weinig zuurstof
Bloedsomloop
• Transport voedings- en afvalstoffen
• Transport CO2 en O2
• Warmtedistributie (als we het warm hebben, worden we rood)
• Transport van hormonen
• Transport van beschermende stoffen
→ witte bloedcellen = afweer
→ rode bloedcellen = zuurstof (rood = veel zuurstof)
→ bloedplaatjes = stolling
EX: Waarom zou men voor een gewone bloedanalyse een veneuze punctie doen in
plaats van uit een arterie?
→ omdat de druk in een arterie groter is dan in een veen
→ veneus bloedvat is dunner = gemakkelijker prikken
Het hart
= een pomp die in 1 minuut al het bloed rondpompt (sneller bij spierarbeid)
• 100 000 hartslagen/dag
• 8000 liter bloed/dag (in rust)
• Gem 70 slagen/min
• Gem 5-6 liter bloed in ons lichaam
• Ligt in het mediastinum, links georiënteerd, basis achter het sternum
• Bovenkant = basis
• Onderkant/hartpunt = apex
3 soorten bloedvaten
1. Arteriën = vervoeren bloed uit linkerhart naar de capillairen
2. Capillairen (haarvaten) = microscopische bloedvaten waar uitwisseling tussen
cellen en bloed plaatsvindt
3. Venen = ontvangen bloed uit capillairen en voeren dit terug naar het rechterhart
1
Lara Desmit
,Bij volledige circulatie passeert het bloed 2 maal het hart
1. Kleine bloedsomloop = pulmonaire circulatie
→ brengt zuurstofarm bloed naar de longen,
waar gaswisseling plaats vindt (CO2 afgave en
O2 opname) = ademhaling
→ longweefsel krijgt enkel voeding van kleine
takjes uit de grote circulatie
→ via rechterhart
→ lage bloeddruk = kleinere afstand
2. Grote bloedsomloop = systeemcirculatie
→ voedingsstoffen en O2 naar de cellen en
afvalproducten opnemen = celmetabolisme
→ via linkerhart
→ hoge bloeddruk = bloed moet in het hele
lichaam geraken
Hartpunt (apex) is naar links georiënteerd omdat de linkerkamer veel gespierder is
→ moet 6-7x meer kracht uitoefenen om het bloed tot in heel het lichaam te krijgen
RA: rechter atrium/ voorkamer – ontvangt zuurstofarm bloed uit de grote
bloedsomloop
RV: rechterventrikel – stuwt zuurstofarm bloed naar de longen = kleine
bloedsomloop
LA: linker atrium – ontvangt zuurstofrijk bloed vanuit de longen
LV: linkerventrikel – stuwt zuurstofrijk bloed naar orgaanstelsels = grote
bloedsomloop
hartkleppen → zorgen ervoor dat het bloed niet terug kan stromen bij samentrekking
hart is omgeven door de pericardiale holte → bekleding van deze holte is het
pericardium/hartzakje = een sereus membraan (geeft vloeistof af)
binnenkant = viscerale vlies (oppv van het hart)
buitenkant = pariëtale vlies (pariëtale zak die het hart omgeeft)
ruimte tussen de vliezen in de pericardiale holte
→ verbonden met het diafragma
→ zorgt dat het hart op dezelfde plaats blijft
→ stabilisatie in de borstkas
Auriculum – wanneer het atrium niet gevuld is, loopt het leeg en vormt het een
hobbelige, kronkelige flap
Atrioventriculaire groeve – groeve die de grens tussen ventrikels en atria markeert
Interventriculaire groeve – markeren grens tussen linker-en rechter ventrikel, groeven
bevatten grote hartbloedvaten die bloed naar de hartspier aanvoeren , gevuld met
beschermend vetweefsel, voor en achteraan
Truncus pulmonaris – stam van de a. pulmonaris
2
Lara Desmit
, De hartwand
1. Pericard
- buitenste laag
- sereus membraan
- bestaat uit 2 vliezen
(visceraal & pariëtaal)
→ visceraal verbonden met myocard
2. Myocard
- dwarsgestreept spierweefsel → kan oneindig samentrekken zonder te verzuren
(autonoom) – spiervezels in verschillende richtingen → zo efficiënt mogelijk bloed
uit het hart pompen (links is ventrikelmyocard dikker → functioneel verschil
belasting)
3. Endocard
- binnenbekleding uit endotheel en een dun laagje elastisch bindweefsel
(bekleedt hartholten en vormt hartkleppen)
Dwarsgestreept spierweefsel = onder willekeurige controle
Glas spierweefsel = autonoom
Hartspierweefsellagen zijn concentrisch georiënteerd
Als het hart samentrekt, trekken de atria onafhankelijk van de ventrikels samen
Contractie atria → begint van bovenuit
Contractie ventrikels → begint van onderuit
Inwendige skeletstructuur van het hart
Septum cordis: tussen L- en R- hart
→ septum interatriale – scheidt atria, collageen bindweefsel
→ septum interventriculare – scheidt ventrikels, spierweefsel + collageen bindweefsel
→ fossa ovalis = klein gaatje in ventrikelseptum
Annulus fibrosus: tussen atria en ventrikels
→ fibreus skelet (stevig en elastisch bindweefsel)
→ isoleert atriaal spierweefsel van ventriculair spierweefsel
→ stabiliseert de positie van de atrioventriculaire kleppen
– zorgen ervoor dat bloed in 1 richting stroomt: van atrium naar ventrikel
Atrioventriculaire kleppen (AV-klep)
= mitralis en tricuspidalisklep
Chordae tendinae – bindweefselvezels die de slippen
(cuspes) op zijn plaats houden
→ deze vezels zijn verbonden met de papilspieren
(mm. Papilares) – kegelvormige uitsteeksels van
ventrikel
→ peesdraden staan strak
→ klep kan niet terugslaan = bloed kan niet
terugstromen
→ kleppen zijn parachutevormig
Semilunaire kleppen = aorta- en pulmonalisklep
→ “Zwaluwnestjes/halvemaanvormig”
→ kleppen hangen vast aan een kleine pees
→ geen chordae tendinae
3
Lara Desmit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larad1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.67. You're not tied to anything after your purchase.