Dit is mijn samenvatting van pathologie van het opleidingsonderdeel Verpleegkundig Redeneren en Handelen 2a. Redelijk grote samenvatting omdat ik vaak ook details leer. Wees hierbij vrij deze te schrappen :)
VRH: ALGEMENE PATHOLOGIE & VERPLEEGKUNDE
-ONDERZOEKSMETHODEN-
3 stappen volgen om tot een klinische diagnose te komen > volgorde respecteren!
1. DE ANAMNESE
= ondervraging van de pt (= auto-anamnese) of ondervraging van zijn omgeving (= hetero-anamnese)
> moet systematisch gebeuren -> onderverdeling:
1.1 ANAMNESE VAN DE KLACHT
> vaak pijn als klacht
> duur?
> locatie?
> aard?
> evolutie?
> wanneer (omstandigheden)?
1.2 ANAMNESE VAN DE BEGELEIDENDE SYMPTOMEN
> andere begeleidende symptomen → bv. bij buikpijn – misselijkheid (nausea), braken (emesis)
1.3 DE PERSOONLIJKE ANAMNESE
> de medische en sociale geschiedenis van de pt
> vroeger doorgemaakte ziekten? Of heelkundige ingrepen?
> usus (gewoonte, gebruik) of abusus (misbruik, overmatig gebruik)?
> vroeger en nu ingenomen medicatie?
> vragen rond beroep, gezinssituatie
1.4 DE FAMILIALE ANAMNESE
> familiale of erfelijke aandoeningen nagaan
1.4 DE SYSTEEMANAMNESE
> enkel uitgevoerd in academische omstandigheden of uitgebreid preventief onderzoek
> systematisch alle mogelijke klachten die bij een aandoening van elk stelsel kunnen voorkomen ondervragen (bv.
cardiovasculair, neurologisch…)
2. HET KLINISCH ONDERZOEK
= lichamelijk onderzoek
= voert de arts uit met behulp van zijn zintuigen (enkel gezicht, gehoor, reuk en tast), zijn handen en eenvoudige
instrumenten
> 4 fundamentele methoden: inspectie (bekijken), percussie (bekloppen), auscultatie (beluisteren) en palpatie (betasten)
2.1 INSPECTIE
> begint bij kennismaking
> observatie met ogen en oren: gang, huidkleur, tremor, spraak, AH…
> opsporen van bv. icterus (geelzucht - geel), cyanose (paars), dehydratatie, anemie
Dana Schepens (HoGent VPK)
,2|
2.2 PERCUSSIE
= bekloppen van lichaamsopp om een klank te produceren die informatie geeft over de dichtheid van het onderliggend
weefsel
> vast weefsel = doffe klank <> hol weefsel (darm, thorax) = holle klank
> hoe? De middelvinger van ene hand op het te onderzoeken lichaamsdeel & met andere middelvinger op de middelste
falanx
> opsporen van bv. meteorisme (flatulentie), ascites (waterbuik-vocht in maag) of pleuritis (longvliesontsteking)
2.3 AUSCULTATIE
= het beluisteren van spontane geluiden uit het inwendige lichaam m.b.v. een stethoscoop – dichtheid weefsel nagaan
> van het hart: ritme, ruistonen (=soufles) en kleppen worden gecontroleerd
> van de longen: ademgeruis, lengte in- en uitademing
> van het abdomen: darmperistaltiek
> arteriën
2.4 PALPATIE
= betasten van het lichaam
> doel: *kwaliteiten huid vaststellen -> huid betasten, huidplooi nemen, temperatuur, vochtigheid, dikte of turgor (weefsel-
spanning)
*onder de huid gelegen structuren voelen: normaal aanwezige structuren (arterie, trachea..) <> ook abnormaal
grote organen (lymfoom, grote lever of milt) of tumoren en abcessen
*plekken met pijn bij druk – ontstekingsreactie (de pijndrempel van het weefsel w verlaagt)
> RT…
3. HET TECHNISCH ONDERZOEK
> onderdelen: laboratoriumonderzoek & medische beeldvorming
> onderzoeksmethoden voortdurend in evolutie
> röntgenfoto: breuken, hartgrootte… detecteren
> andere beeldvormingstechnieken (CT of MRI): complexe breuken, afwijkingen…
3.1 LABORATORIUMONDERZOEK
> alles wat uitgescheiden wordt
> referentiewaarden = normaalwaarden: de waarden waarbinnen 95% van de gezonde personen valt
→ kan verschillen – geslacht of leeftijd of ook qua labo
> individueel benaderen
> daarom: ‘aan te raden waarden’
> aandachtspunten bij interpretatie abnormale waarden:
* klinische context
* grootte van de afwijking
* relatie van 1 afwijking met andere analyses
* de evolutie in tijd
• Biochemische bepalingen: biochemische moleculen (elektrolyten, ureum, glucose..) – serum (gestold bloed
centrifugeren) <> plasma: stollingseiwitten niet verwijderd
→ rode dop
• Bloedgasanalyse en zuur/base-samenstelling bloed (pH)
• Stollingstesten: trombose nagaan, stolling normaal? – plasma
→ blauwe dop
• Hormonale bepalingen – serum
• Serologie: merkers van infecties opzoeken (aantonen antistoffen of antigenen van de kiem)
• Immunologie: specifiek eiwit nagaan die rol spelen bij afweerprocessen, allergieën (CRP – C-reactief proteïne)
• Tumor merkers: verhoogde antigenen bij tumoren (vb. prostaat specifiek antigen)
• Toxicologie en therapeutische drug monitoring: concentratiebepaling lichaamsvreemde stoffen of
medicamenten
3.1.1.2 URINEONDERZOEK
• Urinesediment: vaste elementen in urine onderzoek – na centrifugatie (RBC, WBC, vorm…)
• Biochemisch onderzoek: concentratie opgeloste stoffen: elektrolyten, ureum
• Hormonale bepalingen: meestal 24u-bepaling (hormoonproductie over hele dag)
• Toxicologische bepalingen
> best: midstream (halverwege het plassen)
3.1.1.3 BACTERIOLOGIE
= kweken van bacteriën op speciale voedingsbodems betrekkend van bloed, urine, sputum, faeces, wondvocht…
> kweek positief (= infectie bij pt) -> antibiogram bepaald waarmee de gevoeligheid van de kiem voor antibiotica kan
opgezocht worden
3.1.1.4 ANATOMO-PATHOLOGIE EN CYTOLOGIE
= microscopisch onderzoek van cellen en weefsels op afwijkingen
3.1.2 INTERPRETATIE
3.1.2.1 HEMATOLOGIE
RODE REEKS
> 3 benaderingswijzen:
* aantal RBC/mm³
* hematocriet: volume vaste elementen in % van het totale bloedvolume (Ht)
* hemoglobineconcentratie (Hgb)
> 3 waarden bepaald -> berekenen:
* MCV (mean corpuscular volume): Ht/aantal
* MCG ( = = hemoglobin): Hgb/ aantal
* MCHC ( = = hemoglobin concentration): Hgb/ Ht
> ook concentratie jonge vormen (reticulocyten) belangrijk
> belang: anemie (= onvoldoende RBC) – bleke ooglid, bleek, vermoeidheid, polycytemie (= verhoogd aantal – teveel
aanmaak in beenmerg)
> soms kan een microscopisch onderzoek van een bloeduitstrijkje ook veel zeggen
> belangrijkste vormen anemie:
• Macrocytaire anemie: megaloblastische anemie: door vit B12 tekort (pernicieuze anemie), foliumzuurtekort,
hoog MCV
➔ foliumzuur & vit B12 belangrijk synthese nucleïnezuren (DNA)
• Hemolytische anemie: verhoogde afbraak RBC, minderwaardige RBC (vb. sikkelcelanemie) : verhoogde bilirubine,
hoog aantal reticulocyten, laag haptoglobine (afbraak RBC)
• Secundaire anemie: inflammatoire gewrichtsziekten, chronische infecties (vb. tuberculose), chronisch lever- en
nierlijden.. : laag Fe, laag ijzerbindingsvermogen, CRP verhoogd (inflammatoire tekens)
• Anemie door onderdrukking van beenmergfunctie: aplastische anemie: anemie bij leukemie, chemotherapie.. :
gedaald aantal WBC en bloedplaatjes
• Andere vormen
Hemoglobine -> transport O2 en CO2, is een ijzerhoudend eiwit
→ afbraak? Globuline (eiwit) dat als bilirubine via lever en gal w uitgescheiden
Ferritine (eiwit) -> zorgt voor binding ijzer → bij te weinig ijzer w Ferritine opgebruikt (ijzergebreksanemie)
Transferrine -> transporteiwit dat oa verantw is voor transport ijzer naar lever, daar w ijzer gekoppeld met ferritine
WITTE REEKS
> onderzoek leukocyten: * totaal aantal/ mm³
* leukocytaire formule = procentuele verdeling van de verschillende soorten
> belang: leukocytose (stijging) -> komt voor bij acute infecties, inflammatoire toestanden en leukemie (bloedkanker)
> leukocytaire formule: *neutrofiele granulocyten (bacteriële infectie)
*eosinofiele granulocyten (allergie)
*basofiele granulocyten
*lymfocyten (virale infecties)
*monocyten
> daling aantal WBC -> meest bij granulocyten = agranulocytose → ernstig: grote vatbaarheid infecties
> interpretatie: normale stijging (leukocytose) -> reactie van het lichaam <> leukemie: een ongeremde deling van
abnormale witte bloedcellen (bij microscopisch onderzoek een abnormaal aspect)
* neutrofilie: acute bacteriële infecties
* lymfocytose: virale infecties
* eosinofilie: allergische toestanden en parasitaire infecties
BLOEDPLAATJES OF TROMBOCYTEN
> aantal TBC/mm³
> belang: * verlaagd aantal = trombopenie (bij sepsis, medicatie..) -> vaak purpura zichtbaar, verlenging bloedingstijd..
* verhoogd aantal = trombocytose -> vaak als reactie op ernstige aandoeningen (na bloedverlies, postoperatief..)
SEDIMENTATIESNELHEID OF BEZINKINGSSNELHEID DER ERYTROCYTEN (BSE)
> onstolbaar gemaakt bloed in verticale kolom → na 1 en 2 uur controle bodem (want bloedcellen zullen dalen)
→ aantal mm dat dit cellulair compartiment gedaald is
> wijst op ontstekingsproces (dus niet alleen bij infecties)
> voordeel: grote sensitiviteit (hoe goed de test erin slaagt hetgene te doen) en geringe kostprijs <> nadeel: geen
specificiteit
> in eerste plaats andere testen verrichten die peilen naar inflammatie (zoals CPR)
3.1.2.2 BIOCHEMISCHE BEPALINGEN
> iedere bepaling van een lichaamseigen stof in het bloed
1. EIWITTEN
> albumines en globulines
> totale eiwitconcentratie, albumineconcentratie, %verdeling der globulines (alfa1-, alfa2-, bèta- en
gammaglobulines), concentratie specifieke eiwitten (C-reactive proteïn, ferritine..) …
** albumine: verhoging: dehydratatie
verlaging: gebrekkige eiwitsynthese (malnutritie, malabsorptie..), verhoogd verlies (darmziekten,
via huid bij brandwonden..), verhoogde eiwitafbraak (bij infecties) → leidt tt oedemen
Dana Schepens (HoGent VPK)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danaschepens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.72. You're not tied to anything after your purchase.