4.3 Forensische Orthopedagogiek – Samenvatting literatuur week 1
Onderwerp: Inleiding over de ontwikkeling van jeugddelinquentie
Literatuur:
• Handboek Forensische Orthopedagogiek, Deel I: H1 t/m 7, 9 t/m 12
• Boek Uithuisgeplaatste jeugdigen: H1
• Boek Gevoel is explosief materiaal: H2
Doen a.d.h.v. van deze literatuur:
• Bekijken docu Tygo in de jeugdcriminaliteit aflevering 1 & 2
• Individueel beantwoorden vragen n.a.v. de docu en literatuur (zie format)
Doelstellingen blok 4.3:
- heb je kennis van de meest gebruikte theoretische modellen in het forensische werkveld over
ontstaan en instandhouding van grensoverschrijdend en strafbaar gedrag;
- weet je wat er wordt verstaan onder kindermishandeling en heb je kennis van de prevalentie van
mishandeling, de risicofactoren voor plegers, de gevolgen voor slachtoffers en effectieve behandeling
(voor daders en slachtoffers);
- heb je kennis van de ontwikkelingspaden van veelplegers en ken je risicofactoren voor delinquentie,
heb je zicht op de gevolgen voor persoonlijkheidsontwikkeling en psychopathologie en ken je
effectieve behandelmethoden voor antisociaal gedrag;
- heb je kennis van de risicofactoren voor verslaving, de comorbiditeit met stoornissen, effectieve
behandelingen en ken je de relatie met emotieregulatie- en impulscontroleproblematiek;
- heb je (waar van toepassing) kennis van diversiteit in prevalentie en behandeling van forensische
klachten.
Uitwerking:
Handboek Forensische Orthopedagogiek
H1 Forensische orthopedagogiek
Zie het begin van ieder hoofdstuk voor een korte samenvatting + belangrijkste kernpunten.
Forensische orthopedagogiek = bestudeert de ontwikkeling en het in stand blijven van complexe
problematiek van kinderen, jongeren en jongvolwassenen (waaronder delinquentie, ernstige
internaliserende, externaliserende en sociale problemen, naast trauma’s) EN daarmee de
samenhangende opvoedings- en gezinsproblemen (waaronder kindermishandeling en -
verwaarlozing).
→ Problemen zijn dusdanig ernstig dat justitieel ingrijpen dreigt of reeds is ingezet.
➢ Strafrechtelijk ingrijpen: jeugdige of jongvolwassene in aanraking komen met de politie
vanwege een strafbaar feit en wordt binnen de jeugdstrafketen bepaald welke
strafrechtelijke interventie benodigd is om herhaling van delinquent gedrag te voorkomen
(recidive).
➢ Civielrechtelijk ingrijpen: sprake van zorgen over de ontwikkelingskansen en veiligheid van
een jeugdige en gaat het om maatregelen en interventies ter bescherming van het kind of
adolescent.
➔ Specifiek civiel- of strafrechtelijke justitiële invalshoek die aan deze invullen van
orthopedagogiek het predicaat forensisch verleent.
De forensische orthopedagogiek → onderzoekt de effectiviteit van (justitiële) preventieve en
curatieve interventies onder praktijk representatieve condities.
1
,Op basis van:
- Kennis over statistische (onveranderbare) en dynamische (veranderbare) factoren m.b.t. ontstaan
en voortbestaan van ernstige gedrags- en opvoedingsproblemen verklaren.
- Kennis over de wijze waarop factoren gediagnosticeerd en beïnvloed kunnen worden op niveau
➔ Forensische orthopedagogiek beschouwd worden als interventiewetenschap met
multidisciplinair karakter; gebruik maken van kennis afkomstig uit verschillende
disciplines (ontwikkelings, klinische, sociale psychologie, pedagogiek, criminologie,
forensische psychiatrie, rechtswetenschappen)
Centraal begrip: opvoeding, vindt plaats in 1ste opvoedingsmilieu (thuis/gezin), 2de opvoedingsmilieu
(school) & 3de opvoedingsmilieu (domein leeftijdsgenoten en vrije tijd).
4de opvoedingsmilieu → afhankelijk van openheid/geslotenheid ervan, meer of minder aspecten van
eerste drie milieus bevat (namelijk (semi-)residentiele zorg voor jeugdigen). Voorbeeld: inrichtingen.
Uit het 4de opvoedingsmilieu blijkt dat inadequate opvoeding bijdraagt aan ontstaan en
instandhouding van complexe problemen MAAR ook dat opvoeding die de belangen en behoeften
van jeugdige centraal stelt een beschermende factor kan zijn.
Theoretisch: vertrekken uit Bio-ecologisch ontwikkelingsmodel (bronfenbrenner) = ontwikkeling
van het kind wordt gezien als samenspel van aanleg (biologische factoren) en omgeving.
Ecologisch; meerdere (causale) invloeden worden bestudeerd.
- Individuele kenmerken van het kind (temperament, ontwikkelingsproblemen)
- Kenmerken van opvoeder (persoonlijkheid)
- Interactie kenmerken individu en kenmerken opvoeder (ouder-kindrelatie, hulperlener-kind)
- Directe sociale omgeving (gezin, school, domein vrije tijd en vrienden)
- Sociaal culturele context
Ontwikkeling; kind en het gedrag, sociale context en belang van risico en beschermende factoren
met het ouder worden veranderen. Nadruk → ontwikkelingsverschillen in manifestatie van ernstige
gedrags- en opvoedingsproblemen en de opeenstapeling van risico’s gedurende de levensloop.
Levensloop; specifieke gebeurtenissen die een belangrijke invloed kunnen hebben op het leven van
kinderen, jongeren en hun gezinnen, zowel positief als negatief. Voorbeeld: verlies persoon,
schoolovergang, ervaringen op werk/school.
Ontwikkeling en gedrag zijn multicausaal bepaald → Interventie richten op aanpak van
problematisch functioneren (individu) EN op sociale omgeving (context, ontwikkelingsmogelijkheden)
➔ Forensische orthopedagogiek bestudeert de wijze waarop ernstige
ontwikkelingsrisico’s en complexe gedragsproblemen bij
kinderen/jongeren/jongvolwassen voorkomen, beperkt of weggenomen kunnen
worden.
Jongvolwassenen: volwassenen met verstandelijke beperking (agressieproblematiek,
inzet van dwangmiddelen → belangrijk domein orthopedagogiek).
➔ Aandacht voor risico’s maar ook beschermende factoren: competenties, veerkracht
ontwikkelen, mogelijkheden geven om optimaal te ontwikkelen.
→ Leidraad hierbij is Internationaal Verdrag inzake rechten van het kind (IVRK) (4
artikelen; belang kind, gezinsleven, participatie, geen ongeoorloofde interventie).
Artikel 3: belangen van kind eerste overweging.
Artikel 9: kind niet scheiden van ouders, alleen bevoegde autoriteiten beslissen als dit noodzakelijk is
2
,Artikel 12: kind mening gehoord, voor consequentie beslissingen en interventies voor het kind
Artikel 16: geen kind onderworpen aan willekeurige of onrechtmatige inmenging in zijn/haar
privéleven, woning, correspondentie, noch aan eigen onrechtmatige aantasting van eer en goede
naam. → Deze vier artikelen betekenen dat forensische orthopedagogiek een
interventiewetenschap is die naast evidence-based focus op feiten (empirie) ook georiënteerd is op
(verheldering) van waarden.
➔ Kritisch m.b.t. vormen van justitieel ingrijpen die inbreuk maken op autonomie
Uitgangspunt forensische orthopedagogiek: dat het kind zelf iemand wil zijn, daarom is het oordeel
van het kind zelf belangrijk bij de beslissing over en toepassing van welke justitiële interventie dan
ook.
→ Interventie gericht op positief proces van verandering (therapeutisch uitgangspunt), waarbij aan
basale behoeften van zelfdeterminantie kan worden voldaan.
- Behoeften van zelfdeterminantie; contact (sociale verbondenheid), competentie (vertrouwen
in eigen kunnen), autonomie (vrijheid).
- Therapeutisch handelen; optimum remedium-criterium → met achtergrond IVRK streven
naar dat kinderen zich tot hun volle potentieel kunnen ontwikkelen.
Ingrijpen kan risico’s met zich mee brengen en negatieve effecten doen opleveren. Daarom
uitgangspunt om alle preventieve en curatieve interventies op effectiviteit te toetsen volgens de
meest strenge criteria van wetenschappelijk onderzoek. Hierbij geldt:
➔ Primum non nocere principe: breng in eerste plaats geen schade toe.
Interventies (psychiatrische, psychotherapeutische en psychologische behandeling) opleggen →
Dwang of drang → Interventies vinden rechtvaardiging in de mate waarin effectiviteit is aangetoond
en negatieve effecten kunnen worden uitgesloten.
➔ Evidence-based forensische jeugdhulp en -zorg is daarmee waarde van forensische
orthopedagogiek
4 Onderzoeksdoeleinden:
1. Bestuderen van verschillende manifestaties van problemen waar justiteel ingrijpen nodig
is of dreigt te zijn. Voorbeeld: onderzoeken oorzaken/gevolgen, risico- en protectieve fac.
2. Ontwikkelen en evalueren van preventieve en curatieve (justitiele) interventies die zich
richten op de oorzaken/gevolgen van kindermishandeling, -verwaarlozing, delinquentie
3. Ontwikkelen en verbeteren methoden om gegevens te verwerven, risico’s in te schatten
en juiste interventies te kunnen indiceren / analyseren.
4. Zorgen voor theoretische integratie in het onderzoek naar kindermishandeling, -
verwaarlozing en jeugddelinquentie door middel van overzichtsstudies.
H2 Forensische orthopedagogiek: een juridisch kader
Artikel 12: mening geven en jeugdigen laten participeren → belangrijk maar realisatie moeilijk.
Voorbeeld: er bestaan vrijheidsbeperkende maatregelen (GEEN wettelijke grondslag).
IVRK belangrijk instrument voor bescherming van het kind → verplicht ouders te ondersteunen in
de verzorging en opvoeding van hun kind.
Voorbeeld: uithuisplaatsing, waarvoor een rechtelijke toets aan vooraf moet gaan aangezien de
vrijheid van kinderen alleen ontnomen mag worden wanneer de plaatsing noodzakelijk is met het
doel toe te zien op hun opvoeding, als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke passende duur.
3
, ➢ Ultimum remedium: uiterste beslissing van bevoegde autoriteiten dat een bepaalde
maatregel, zoals uithuisplaatsing, van belang is voor de jeugdige (ondanks geen toestemming
van de ouder). Als er GEEN andere mogelijkheden zijn, gebleken uit participatief proces.
Jeugdwet (2015): jeugdzorg overgeheveld naar de gemeente die verantwoordelijk beleid moeten
voeren. Voorbeelden: versterken probleemoplossend vermogen, preventie/signalering, hulp op maat
→ Hierin zit ook Forensische zorg = jeugdbescherming en jeugdreclassering (door gecertificeerde
instellingen (GI).
- Toereikend aanbod jeugdhulp
- Adviserende rol ten aanzien van vragen voor mensen die zich zorgen maken over welzijn
- Bepalen welke vorm van jeugdhulp ingezet moet worden
- Uitvoering GI of Raad van kinderbescherming voor kinderbeschermingsmaatregel
→ Gemeente verantwoordelijk voor alle aangeboden jeugdhulp en uitvoering
kinderbeschermingsmaatregelen.
Problemen; onvoldoende verbindingen tussen domeinen, veel diversiteit binnen de werkwijze en
samenstelling van lokale teams waardoor plekken wel/niet toegankelijk zijn.
➢ Jeugdrecht civiele kader: te maken met uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling (in
Burgerlijk wetboek, opgelegd voor 1 jaar). En ook machtiging tot gesloten afgeven door
rechter (dreiging van ontwikkeling en voorkoming dat jeugdige aan zorg zal onttrekken).
Verantwoordelijke hulp; veilig, doeltreffend, doelmatig en clientgerichte hulp die is afgestemd op
reële behoefte van jeugdige of ouder.
Voorbeeld: vrijheidsbeperkende maatregelen alleen als ze in hulpverleningsplan zijn opgenomen en
noodzakelijk voor veiligheid/overbrugging noodsituatie.
Drang = preventieve jeugdbescherming, kent geen wettelijke basis (hoop op vrijwillige
medewerking).
Problemen: gelden geen juridische waarborgen (zoals bezwaar/beroep), niet ervaren worden als
dwang, uitgevoerd door GI en kan leiden tot verwarring verantwoordelijk- bevoegdheden.
➢ Jeugdrecht in strafrechtelijke kader: worden aangehouden op grond van verdenking van
schuld en strafbaar feit.
Let op: kinderen onder de 12 jaar kunnen NIET strafrechtelijk vervolgd worden.
- Recht op advocaat tijdens verhoor
- Proces nog niet afgerond onderzoek, in verzekering worden gesteld voor drie dagen
- Verschijnen voor recht-commissaris, binnen drie dagen en 15 uur, zodat de rechtsmatigheid
van de aanhouding en inverzekeringstelling kan toetsen.
- Verzoek 14 dagen in bewaring (in justitiële jeugdinrichting) tot voorlopige hechtenis of na
veroordeling de staf heeft uitgezeten.
Adolescentenstrafrecht: speciale bejegening van jongvolwassen daders in de leeftijd van 18
tot 23 jaar in het strafrecht (flexibele toepassing van jeugd- en volwassenstrafrecht) →
Onder speciale condities kan de rechter besluiten om een 18 tot 23jarige volgens het
jeugdstrafrecht te sanctioneren. Condities zijn gelegen in de persoon van de dader en de
omgevingsomstandigheden waaronder een delict is gepleegd.
Reden: sommige adolescenten zijn beter af bij sanctionering volgens jeugdstrafrecht omdat
er bij jongvolwassenen sprake kan zijn van een nog onvoltooide emotionele, sociale, morele
en intellectuele ontwikkeling. Voorbeeld: jongvolwassenen met lvb, met meervoudige
(achtergrond)problematiek. Welke doelgroep behoort hier toe in de praktijk?
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukopschoor99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.65. You're not tied to anything after your purchase.