Dit document bevat alle literatuur voor de tussentoets in week 4 van jaar 1 op de Universiteit Utrecht. Wanneer je dit document onder de knie krijgt haal jij gegarandeerd een dikke voldoende!
Inleiding privaatrecht I – Universiteit Utrecht (jaar 1)
,2
Hoofdstuk 1
1.1 Vermogen en vermogensrecht
1. Vermogen: het geheel van op geld waardeerbare rechten (activa) en verplichtingen (passiva) die
iemand heeft
2. Objectieve recht is het geldende recht: de regels die binnen een bepaald rechtsgebied op een bepaald
tijdstip gelden. Het vermogensrecht betekent hier: alle regels met betrekking tot de subjectieve rechten
en plichten die onderdeel van een vermogen kunnen vormen.
Een subjectief recht is een aan iemand toekomende bevoegdheid. Vermogensrecht betekent hier een
aan een bepaald persoon toekomend recht dat deel uitmaakt van zijn vermogen.
3. De subjectieve vermogensrechten zijn te onderscheiden in rechten met betrekking tot goederen en
rechten met betrekking tot personen.
Het verbintenissenrecht is dat deel van het objectieve vermogensrecht dat betrekking heeft op de
rechtsverhouding tussen een persoon en een andere persoon.
4. In het verbintenissenrecht hebben we in beginsel te maken met rechten die niet tegenover iedereen
inroepbaar zijn, maar slechts tegenover een bepaald persoon (degene met wie men in een
verbintenisrechtelijke verhouding staat).
Relatief recht: het is slechts in relatie tot een bepaald persoon in te roepen.
,3
Hoofdstuk 13 Verbintenis en verbintenissenrecht
13.1 Verbintenis
13.1.1 Het begrip verbintenis
324. Wat is een verbintenis? Kenmerkend voor een verbintenis is dat een persoon een recht heeft op
een door een andere persoon te verrichten prestatie, terwijl die ander tegenover de eerste verplicht is
tot het verrichten van die prestatie. Deze prestatie kan bestaan uit een geven, een doen of een niet-
doen. De bij een verbintenis betrokken personen heten ‘schuldeiser’ en ‘schuldenaar’. Zij zijn
subjecten van de verbintenis.
325. Een tweede kenmerk van een verbintenis is dat zij vermogensrechtelijk van aard is. Met puur
morele verplichtingen houdt het vermogensrecht zich niet bezig.
326. Een ‘verbintenis’ is een vermogensrechtelijke verhouding tussen twee partijen krachtens welke
de één (schuldeiser/crediteur) is gerechtigd tot een gedraging (prestatie) die de ander
(schuldenaar/debiteur) verplicht is ten opzichte van hem te verrichten.
13.1.2 De elementen van een verbintenis
327. Een verbintenis bestaat uit de combinatie van een vorderingsrecht aan de actieve zijde en een
schuld aan de passieve zijde.
Om ervoor te zorgen dat de schuldeiser zijn recht krijgt, kent het recht de schuldeiser – in het
verlengde van zijn vorderingsrecht – de bevoegdheid toe zijn nalatige schuldenaar voor de rechter te
dragen, met als doel hem te laten veroordelen de prestatie alsnog te verrichten (art. 3:296 lid 1) of, als
dat niet mogelijk is, tot vergoeding van de geleden schade (6:74). Dit wordt een rechtsvordering
(actie) genoemd. De schuldenaar is aansprakelijk.
Schuldeiser moet ook nakoming van een vonnis kunnen realiseren, omdat hij anders met het vonnis
niets opschiet wanneer de schuldenaar dit niet vrijwillig nakomt. Het recht geeft de schuldeiser de
bevoegdheid dit vonnis ten uitvoer te leggen (executeren). Dat wil zeggen dat hij in rechte nakoming
daarvan kan afdwingen wanneer de schuldenaar niet vrijwillig aan het vonnis voldoet (executierecht).
De daartegenover staande verplichting van de schuldenaar deze ingreep in zijn vermogen van buitenaf
te dulden, heeft uitwinbaarheid.
Actieve kant (schuldeiser) Passieve kant (schuldenaar)
a. Kern: 1a Vorderingsrecht 2a Schuld
b. Veroordelingsmogelijkheid 1b Rechtsvordering 2b Aansprakelijkheid
c. Executiemogelijkheid 1c Executierecht 2c Uitwinbaarheid
328. Vorderingsrecht is een bevoegdheid die de rechthebbende enkel kan handhaven tegenover een
bepaald persoon of bepaalde personen (een relatief recht).
329. Vorderingsrecht in enge zin betekent: de bevoegdheid van de schuldeiser om van zijn
schuldenaar wat te vorderen. In ruime zin betekent: men kijkt niet uitsluitend naar de bevoegdheid van
de schuldeiser, maar men calculeert direct in dat geen bevoegdheid denkbaar is zonder dat er van de
andere zijde een verplichting tegenover staat. Zo omvat de uitdrukking ‘vorderingsrecht’ de hele
verbintenis.
330. Uitwinbaarheid: indien schuldenaar niet vrijwillig aan zijn verplichting voldoet, moet hij toestaan
dat de schuldeiser verhaal zoekt op zijn vermogen. Iemand is draagplichtig indien hij degene is die
rechtens uiteindelijk de gevolgen van de uitwinning in zijn vermogen behoort te voelen.
, 4
13.2 Verbintenissenrecht
331. Verbintenissenrecht: het deel van het objectieve recht dat de verbintenissen regelt.
332. Een schuldeiser ontleent aan een verbintenis een relatief ‘subjectief recht’ in de vorm van een
vorderingsrecht. ‘Recht’ heeft hier de betekenis van ‘bevoegdheid’. ‘Recht’ in verbintenissenrecht
doelt niet op een ‘bevoegdheid’, maar ziet op het ‘objectieve recht’. Van een subjectief
vermogensrecht kan slechts sprake zijn voor zover daartoe een grondslag is te vinden in het objectieve
recht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nathanvanulden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.