ICT staat niet op zichzelf, interacteert met de omgeving:
● Sociale omgeving (bijv. afspraak maken via WhatsApp, met mensen over de hele
wereld praten via Zoom).
● Politieke omgeving (bijv. beslissingen gebaseerd op algoritmes, online verkiezingen
en overheidsdiensten).
● Werk omgeving (bijv. het is moeilijk om je werk te doen zonder
ICT/internet/computers).
● ICT omgeving (ontwikkelingen in de ICT-sector hebben invloed op ICT zelf, bijv.
ontwikkeling internet).
Ons hele leven is ingebed in ICT!
Dit is belangrijk, want:
● Alles gaat veel sneller door ICT.
● ICT heeft impact op veel andere dingen.
○ bijv. HIS & FLIWAS: programma over watermanagement.
■ Voorspelt of een rivier zal overstromen, hoe snel en welke schade het
zal opleveren, en voorspelt evacuatieroutes.
■ Allerlei variabelen worden in een algoritme gestopt.
■ We kunnen echter niet precies dingen voorspellen (bijv. hoeveel regen
er zal vallen).
■ We gebruiken meerdere foutmarges, waardoor de voorspelling minder
goed wordt.
■ Dit is nog een makkelijk voorbeeld, omdat we regen kunnen meten;
iets als corona is veel onvoorspelbaarder, waardoor de foutmarges
nog groter worden en de foutmarges zich opstapelen.
■ Alles correleert uiteindelijk; hoe meer gegevens je hebt, hoe meer
gegevens zullen correleren (is geen causatie!)
■ Algoritme is vaag: wie bepaalt welke variabelen je meeneemt en
welke niet?
■ Implicatie is onduidelijk: wat je doet met resultaten is een politiek
beslissing; betekent het dat we mensen die dichtbij een rivier met
risico moeten laten verhuizen? (dit zijn politieke beslissingen obv
normen en publieke waarden!)
■ Wie mag deze informatie zien? bijv. banken en
verzekeringsmaatschappijen zullen mensen dichtbij rivier met hoog
risico niet steunen.
● Zorgt voor oplossingen, maar ook voor problemen.
○ Dit vak wil het zowel over oplossingen als over problemen hebben.
The technology debate
● Oud debat.
● Geen oplossing, het helpt ons de filosofie achter technologie begrijpen.
● Iedereen heeft een positie binnen dit debat, jij en ik ook.
, 4 posities
1. Instrumentalisme: alle technologie heeft de bedoeling die we het geven; alles kan
worden gebruikt als alles. Technologie is neutraal en waardevrij, niet van zichzelf al
goed of slecht.
○ Je bepaalt zelf wat de betekenis is van een technologie (je hebt zelf agency),
en je kunt deze betekenis ook veranderen voor welk doeleinde dan ook.
○ Technologie heeft geen betekenis van zichzelf, krijgt betekenis door de
betekenis die een persoon er op dat moment aan geeft.
○ bijv. een fles water is om uit te drinken, maar je kan het ook als moordwapen
gebruiken als je dat wil.
○ bijv. je kunt een schroevendraaier gebruiken om iets vast te draaien, maar
ook om iemand te vermoorden.
○ Je kunt niet zeggen dat A tot B leidt, omdat het altijd de keuze van iemand
persoonlijk is wat B is.
2. Determinisme: mensen hebben geen invloed op de betekenis van technologie. De
technologie bepaalt zelf welke invloed het heeft op de samenleving (de technologie heeft
agency). De technologie heeft waarden van zichzelf, kan goed of slecht zijn, dit zit al in de
technologie zelf.
3. Constructivisme: staan tegenover deterministen; een technologie heeft geen betekenis
van zichzelf, de samenleving geeft de technologie eerst betekenis. Samenleving heeft eerst
agency. Er bestaan eerst verschillende betekenissen, maar dan komt er 1 dominante
betekenis (proces heet closure). De technologie zal dan gaan doen welke betekenis we
eraan geven, en pas dan kunnen we het niet meer stoppen. Dan heeft de technologie dus
agency. Maar we hebben dus eerst wel samen besloten wat de betekenis is!
4. Information ecology: er zijn verschillende domeinen (sociaal, fysiek, internet,
werkomgeving, etc) waarin we ons begeven. In deze domeinen geven we dingen betekenis
(zoals sociaal constructivisten), maar deze verplaatsen zich ook naar andere domeinen,
waar we er geen betekenis meer aan geven omdat de betekenis er dus al aan gegeven is
(determinisme). Er is dus sprake van deterministische transfer van de sociaal
constructivistische betekenis die eraan is gegeven in het ene domein, naar het andere
domein (coevolution).
Agency/ Neutraliteit Samenleving
autonomie
Instrumentalisme Wij Neutraal Geen
Determinisme Technologie Waarden Samenleving wordt gestuurd door
technologie
Constructivisme Eerst wij, dan Waarden na allocation Samenleving wordt gestuurd door
de technologie (toewijzing van betekenis) technologie na allocation (toewijzing
van betekenis)
Ecology Beiden Waarden voor en na allocation Coevolutie
(toewijzing van betekenis)
,* Allocation is toewijzing van betekenis. Bij determinisme heeft technologie waarden op
zichzelf, bij constructivisme heeft de technologie waarde na toewijzing van betekenis door
de samenleving en bij ecology heeft de technologie waarden voor en na de toewijzing van
de betekenis. Bij constructivisme wordt de samenleving pas gestuurd na toewijzing van
betekenis aan de technologie.
Er is geen goede of foute positie. Dit is geen theorie, maar echt een filosofisch debat over
wat mensen tot in hun kern geloven!
bijv. door dingen als WhatsApp worden we gedwongen om te communiceren, of we nu
willen of niet (deterministen) vs we hebben er zelf de betekenis van een communicatiedienst
aangegeven (sociaal constructivisten).
Voorbeeld ecology positie: uitvinding van de wasmachine heeft ervoor gezorgd dat we
thuis de was kunnen doen in plaats van in een rivier.
- In het ene domein (technologie, de uitvinder) werd er een betekenis aan gegeven:
emancipatie voor vrouwen: vrouwen hebben meer tijd en kunnen meedoen aan het
publieke debat/public sphere.
- In een ander domein werd er echter een andere betekenis aan gegeven: vrouwen
moeten juist niet deelnemen aan publieke debat, reinheid en een goede huisvrouw
zijn is de betekenis van de wasmachine: je kan meer kleren wassen in minder tijd,
zodat je kinderen vaker schone kleren aan kunnen. Deze betekenis werd
overgedragen naar andere domeinen! (kerk, scholen, etc).
Ecology is de nieuwste positie, is opgekomen sinds de jaren 1960.
Waarom?
- Mensen willen geen deterministen zijn (hoewel ze het stiekem meestal wel zijn),
maar het is moeilijk te geloven dat technologie ons helemaal niet suurt.
- Is opgekomen geïnspireerd door ontwikkelingslanden: ontwikkelingslanden zitten
vast met de betekenis die wij aan technologie gegeven hebben.
Elk tijdperk heeft hun eigen standpunt op technologie, te zien in populaire cultuur.
- bijv. 1970s/1980s: determinisme. Elke film over technologie had deterministische blik
(Terminator, Star Wars, Blade Runner: technologie die samenleving over probeert te
nemen).
Deterministen stellen dat de uitvinder geen invloed heeft; wat de uitvinder wil bereiken met
de technologie, is niet wat de technologie ook zal bereiken. De technologie heeft namelijk
, waarden van zichzelf en zal doen wat het zelf ‘wil’ doen, ongeacht de bedoelingen van de
uitvinder.
Policy and society
4 posities
Wat is ICT? Potentieel gebruik
Rationeel Handig Betere beslissingen
Politiek Om te worden gebruikt voor een doel Machtsrelaties
Institutioneel Faciliteert structuren Toewijzing van waarden aan structuren
Cultureel Sense maker Sense maker
4 posities over het maken van beleid
1. Rationeel: kosten en baten analyse van alle beleidsopties: het beleid met de beste
uitkomst wordt gekozen.
○ Technologie is hierbij handig: helpt ons de beste beleidsoptie te berekenen.
○ Technologie wordt gebruikt voor het maken van betere beslissingen.
2. Politiek: actoren hebben allemaal eigen voorkeuren en belangen en bestrijden
elkaar tot er iemand wint.
○ Technologie kan worden gebruikt om een doel te bereiken: winnen en eigen
belangen behartigen.
○ Technologie kan worden gebruikt als machtsbron in machtsrelaties.
■ bijv. als politieke partijen geen toegang hebben tot technologie, weten
de mensen niet wie ze zijn en kunnen ze geen stemmers werven.
3. Institutionalisme: we kiezen alleen beleid dat al past bij instituties/waarden die we
al hebben (bijv. waarden van democratie: gelijkheid, legitimiteit).
○ Technologie faciliteert de al bestaande structuren.
○ Technologie wijst waarden toe aan de al bestaande structuren.
4. Cultureel: we kiezen alleen beleid in de juiste symboliek en semantiek.
○ We gebruiken technologie als sensemaker: om symbolen te maken en over te
brengen aan mensen.
Hoorcollege 2: Economy of the information society
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller erasmusuniversitysummaries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.06. You're not tied to anything after your purchase.