ORTHOPEDAGOGIE 1920
DEEL 1. ORTHOPEDAGOGISCH
DENKEN EN KIJKEN
1. SITUERING ORTHOPEDAGOGIEK
1.1 DE TERM ORTHO-PED-AGOGIE-K
Ortho:
o Recht maken
o Specifieke opv.
o Problematisch ervaren situatie
o Grens met ‘gewone’ niet scherp af te bakenen
Ped:
o Pais (Grieks) = kind
o Kinderen en jeugdigen
Bij start van wetenschap
Uitbreiding naar andere doelgroepen
Volwassenen met verstandelijke beperking
Volwassenen met NAH
Volwassenen met dementie
ortho-agogiek
Agogie:
o (Bege)leiden naar … een doel
Maar welk doel is wenselijk? w&n, ethische dimensie, visies, tendensen
K:
o Wetenschappelijke studie van
Professionele bachelor in orthopedagogie
Master in orthopedagogiek
= wetenschappelijke studie van begeleiden van kinderen, jongeren en volwassenen in
problematische opv.situaties
1.2 VERHOUDING TUSSEN PEDAGOGIEK EN ORTHOPEDAGOGIEK
Pedagogiek
o Algemene principes kennis en opv.
o Kleine dagelijkse problemen en vragen
geduld, tact, creativiteit, humor…
indien moeilijk gezinsondersteuning (Brede instap)
o Opv.verrijking en opv.ondersteuning
Orthopedagogiek
o Zeer specifieke noden of vastlopen opv.
o Problemen zijn erger, duidelijker
o Weerstanden zijn hardnekkiger
o Problematische staat centraal
Waarom loop opv. vast
1
, o Soms duidelijke factoren
o Soms zeer complex
Alle factoren en actoren bestuderen en hun interacties
Veel modellen daarvoor (orthopedagogisch grondplan)
orthopedagogiek toont ons vaak weg naar essentie van pedagogiek, gaat om de studie van het
specifiek opvoeden en begeleiden
1.3 HET DOEL EN OBJECT VAN DE ORTHOPEDAGOGIEK
Klassieke benadering:
o Object
Opvallend of afwijkend kind
Classificatie en methodieken
o Doel
Ontw. kind optimaliseren
Moderne benadering:
o Object
Problematische opv.situatie
Opvoeders en kind
Handicap is interactief
o Doel
Opv. optimaliseren
1.3.1 DE TERM POS
Ter horst: orthopedagogiek = menselijke planwetenschap die als veld van actie opv.gebeuren heeft,
dat zodanig leed met zich meebrengt men meent niet verder te kunnen.
Ter horst: POS = deze, door betrokennen als nagenoeg perspectiefloos ervaren opv.situatie, waarin
men zonder deskundige hulp van buitenaf niet in slaagt geheel zodanig te veranderen het weer
perspectiefbiedend wordt
grens pedagogiek-orthopedagogiek: inzet professionele hulp om perspectief te bieden
POS was ook centrale term Jeugdzorg:
o Juridisch onderscheid POS/(PLS)/VOS vs MOF/jeugddelict
o Orthopedagogisch gezien geen onderscheid: onder heel wat ernstige MOFen schuilt een POS
1.3.2 DE TERM HANDICAP
Handicap volgens VAPH = elk langurig en belangrijk participatieprobleem v/e persoon dat te wijten is
aan combinatie tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuigelijke aard,
beperkingen bij uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren
Stoornis = niet zelfde als ziekte of aandoening. Ziekte of aandoening kan wel stoornissen van functies
of organen tot gevolg hebben. Ziekte diagnose is noodzakelijke, maar onvoldoende voorwaarde om
2
, kunnen spreken van ‘persoon met handicap’. Alles hangt af van impact stoornis op maatschappelijke
participatie (functionele tests zijn hiervoor belangrijk)
Beperkingen = stoornis leidt (in principe) tot beperingen. Een van vuistregels om ‘ernst’ beperkingen in
te schatten is beoordelen van nood aan hulpmiddelen of ondersteuning door personen. Welke
activiteiten kunnen mensen nog zelfstandig ondernemen en voor welke hebben ze ondersteuning
nodig?
Maatschappelijk participatieprobleem = handicap wordt in IVF omschreven als ‘participatieprobleem’:
problemen die iemand heeft met deelnemen aan maatschappelijk leven. Kan ook afhangen van
leeftijd, omgevingsfactoren… Als omgevingsfactoren als oorzaak dominant zijn, behoort persoon niet
tot doelgroep met handicap
o Hebben stoornis is onvoldoende voorwaarde
o Participatieprobleem, alsook beperking moet langdurig (chronisch of definitief) en belangrijk
(nood aan bijzondere ondersteuning) zijn
1.4 DE ORTHOPEDAGOGIEK IS EEN PRAKTIJKGERICHTE WETENSCHAP
Wisselwerking tussen wetenschap en praktijk
o
Ter horst: orthopedagogiek begint en eindigt in opv.werkelijkheid van alledag
o Indien geen behoefte aan ondersteuning nodig: geen orthopedagogiek nodig en zonder
wetenschappelijke benadering is verantwoorde ondersteuning niet houdbaar
1.5 DE ORTHOPEDAGOGIEK IS EEN DYNAMISCHE WETENSCHAP
Voortdurende beweging vanuit
o Nieuwe inzichten uit onderzoek
o Nieuwe tendensen uit kritische kijk
o Nieuwe maatschappelijke evoluties
Steeds best mogelijke kennis op dit moment aanbieden (evidence based practice)
1.6 ORTHOPEDAGOGISCHE VAKLITERATUUR
1.7 ALGEMEEN EN BIJZONDERE ORTHOPEDAGOGIEK
Algemeen begeleiding veranderen door specifieke inzet opv.middelen
Bijzondere begeleiding
o Kennis per doelgroep
o Soorten doelgroepen
o Specifieke zorgvragen per doelgroep
o Werkveld specifiek
o doelgroepen 1, 2 en 3
2. STROMINGEN IN DE ORTHOPEDAGOGIEK
Gaan niet over bepaalde problematieken of doelgroepen, maar over manier waarop je ernaar kijkt
Zijn samen te bregen in de intergratieve handelingsorthopedagogiek
3
, 2.1 GEESTESWETENSCHAPPELIJKE STROMING
2.1.1 KERNBEGRIPPEN
Mens als verhaal
Praktische kennis, dicht bij praktijk (betekenissen begrijpen, beschrijven, interpreteren om praktisch te
kunnen handelen)
Hermeneutisch onderzoek (betekenis geven aan observatie)
2.1.2 OMSCHRIJVING
Termen om deze stroming te benoemen
o Personalistisch
o Geesteswetenschappelijk
o Wijsgerig
o Antropologisch
o Holistisch
Mens als ‘holon’: geheel in zijn unieke situatie
Kern
o Unieke verhaal van elke persoon
o Ontmoeting
Nodige houding hulpverlener
o ‘verstehen’
o Empathisch inleven
Vanuit en naar dagelijkse ervaringen in praktijk
Herkenning bij hulpverleners/ begeleiders in stroming
Nodigt uit tot zelfreflectie (twijfel)
Niet altijd direct om te zetten in oplossingen (te abstracte theorieën)
Weerstand tegen empirische
o Teveel reductie van werkelijke
o Oppervlakkige G
2.1.3 ONDERZOEK
Hermeneutiek = interpreteren (observaties, expressies)
o Gevalsbeschrijvingen/ case-study’s
o Levensverhalen
o Onderzoek op interviews of andere bronnen
2.1.4 BELANGRIJKE DENKERS
2.1.4.1 LANGEVELD
Opv.problemen bij kinderen
Kind in zijn wereld begrijpen door
o Spel
o Tekeningen
o Verhalen
Ouders kind helpen begrijpen, ontmoeting weer mogelijk maken
Methodiekvoorbeeld: Columbus platentest
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaponsaers4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.75. You're not tied to anything after your purchase.