Hulpverleners kunnen in contact met andersculturele Cen vervreemding ervaren:
o Verlies van alledaagse en professionele vanzelfsprekendheden
Bij sommigen resulteert dit in professionele en persoonlijke verrijking
Anderen hebben extra aanmoediging, steun en versterking nodig:
Sommigen verlangen naar recepten of standaardhandreikingen
Anderen vertonen weerstand om contact te leggen met de vreemde andere
Ervaren kloof met C te overbruggen met cultuurbewuste HV:
o Via inzet, moed, creativiteit, flexibiliteit en bovenal de wil om cultureel bewust te worden:
Moet zich bewust zijn van werking cultuur in zijn denken en handelen en in dat van
zijn C:
(h)erkennen van verschillen
Deze juist interpreteren
Adequaat reageren op cultureel anderen
Cultuurbewuste hulpverlening =
o Zich bewust zijn van werking cultuur in zijn denken en handelen en in dat van zijn C
o (h)erkennen van verschillen
o Die juist interpreteren en van daaruit adequaat reageren op cultureel anderen
o
1.1 CULTURELE BEWUSTWORDING
= actief, bewust proces waarin hulpverleners overeenkomsten en verschillen binnen en tussen
cultureel-diverse groepen herkennen
4 tussenstappen:
o Zelfbewustzijn: leven wordt in grote mate gevormd door cultuur
o Bewustwording van eigen w&n en de effecten hiervan op G van mensen met andere cultuur
o Accepteren van verschillen tussen culturen
o Gevoeligheid ontw. nodig in interculturele situaties
Proces van bewustwording is dat het een moeilijk omkeerbaar proces is (cfr. 4 staps-leerproces)
1.2 CULTURELE KENNISVERWERVING
Handelen van hulpverleners gaat gepaard met kennis:
1
, o Kennis over:
Opvattingen en basisprincipes over cultuur
Processen van migratie-, enculturatie, acculturatie
Omgevings-specifieke kennis
cultuurspecifieke kennis over aspecten van doelgroepkenmerken
2 wegen om culturele kennis te verkrijgen:
o Deductief: het raadplegen van algemene info.bronnen:
= voorwaardelijke kennis:
De culturele kennis (patronen die wetenschappers distilleren uit G van soc. groepen
en te omschrijven als cultuurinfo.) is hooguit een bron van hypothesen om G van
individuen te interpreteren
Deel 1 cursus
o Inductief: het raadplegen van persoon zelf en zijn omgeving:
De individuele omgang met culturele repertoires
Het culturele en individuele G
Deel 2 cursus
1.3 CULTURELE ZELFKENNIS (EMOTIES EN ATTITUDE)
Attitude = totaal aan opvattingen, gevoelens en geneigdheid tot handelen t.o.v. iets of iemand
Vgl boom:
o Kruin G van persoon
o Stam attitude (houding) die persoon in die situatie t.a.v. … aanneemt
o Wortels vormen waarden en normenpatroon dat voor persoon de basis van handelen,
denken… vormt (je ziet de wortels niet maar ze zijn er wel altijd)
Volgens Ajzen (soc. psycholoog) bestaat attitude uit 3 onderling samenhangende componenten:
o Cognitief component met betrekking tot opvattingen, w&n (wat denk ik over deze persoon?)
o Affectieve component gebaseerd op gevoelens en emoties (wat voel ik t.a.v. deze persoon?)
o Conatieve component gebaseerd op wil of bereidheid tot bepaald G (wat wil ik doen?)
Wil/bereidheid tot G leidt niet altijd tot overeenkomstig G: naast conatieve component zijn er andere
Gdeterminanten, zoals behoeften en motivaties, gewoonten…
Meer kennis over cultuur leidt niet altijd tot pos. attitude t.a.v. die cultuur: naast cognitieve
component spelen ook affectieve component rol bij attitudevorming
1.4 CULTURELE (BASIS)VAARDIGHEDEN
Uit een tig-tal culturele basisVH kiezen we onderstaande:
o Culturele flexibiliteit: kunnen omgaan met culturele verschillen
o Culturele veerkracht: kunnen omgaan met moeilijkheden en neg. gevoelens, ambiguïteit en
weerstanden die met interculturele ontmoeting gepaard gaan
o Culturele communicatieve VH: kunnen omgaan met verschil in communicatiestijlen en
anderstaligheid
o Culturele conflicthantering: kunnen omgaan met interculturele conflicten en morele
dilemma’s…
o Culturele multi-perspectiviteit: inclusief denken en handelen: vermogen om een situatie,
vraagstuk of probleem vanuit meerdere invalshoeken te bekijken
o ….
2. CULTUURBEWUSTE ATTITUDE
2
, 2.1 INLEIDING
In interculturele HVsituaties is het van belang dat professionals vanuit pluralistische attitude kritisch
reflecteren op eigen attitude en kunst verstaan om met C met migratieachtergrond op voldoende
manier in dialoog te gaan
o Theoretisch 4 attitude-opties:
Cultuur-universalisme (monisme)
Cultuur relativisme
Cultuur pluralisme
2.2 CULTUUR-UNIVERSALISME (MONISME)
= algemene (universele) waarden die voor iedereen gelden, één enkel (mono=1) denksysteem
waarmee alle verschillende ideeën en verschijnselen in de wereld kunnen worden beoordeeld en
getoetst
Ambitie: gelijke behandeling en beoordeling
o Volgens welke normen en vereisten?
Gevaar: eigen denksysteem wordt als universeel aanzien
Universalisme leidt tot monisme
o Eigen opvattingen staan centraal
o Wij-zij denken, wij-zij voelen en wij-zij G
o Hindernis om de cultureel andere echt te ontmoeten:
Andere is ‘niet normaal’
Goede intenties om andere te helpen doch geen inlevingsvermogen in perspectief
van andere, moeilijk aansluiting vinden
Wil ‘eigen manier’ overdragen aan andere
Anderen worden niet gehoord: hen wordt verteld wat en hoe anders moet
Soms gedachte: in belang van betreffende groep want verkrijgen ‘superieure
levensstijl’
vb: Cultuur als Bildung
o Zoeken naar universalia begonnen in Verlichting
o In 1869 definieert Matthew Arnold cultuur als ‘een streven naar onze totale perfectie door
kennis te nemen van beste dat gedacht en gezegd werd in de wereld’. Cultuur werd
geassocieerd met verheffing en verfijning van de geest, met bereiken van bepaalde vorm van
morele perfectie en zielenadel = civilisatie (beschavingsproces)
o Dit Europese burgerlijke Bildungsideaal (beschavingsproces naar model van Verlichte
westerse cultuur) had universalistische pretenties en heeft samen met christelijke
beschavingsopdracht de kolonisatie van Afrika en Azië in 19 de en 20ste E ideologisch
gerechtvaardigd = koloniaal beschavingsproject
Persoon met monistische houding in meerderheidsgroep:
o Hoort nieuwe ander of lid minderheid niet
o Vertelt hen hoe het anders moet
o Aanleiding tot assimilatie, alledaags racisme…
o Lid minderheidsgroep: zichzelf evolueren vanuit monisme meerderheid: geïnternaliseerde
onderdrukking
Persoon met monistische houding minderheidsgroep:
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaponsaers4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.