100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Literair Mechaniek deel poëzie $3.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Literair Mechaniek deel poëzie

3 reviews
 489 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting heb ik gemaakt voor het vak poëzie-analyse. Het bevat de hoofdstukken 3 t/m 7.

Preview 3 out of 8  pages

  • March 30, 2015
  • 8
  • 2014/2015
  • Summary
  • Unknown

3  reviews

review-writer-avatar

By: hannahslinger • 6 year ago

review-writer-avatar

By: mimmus • 6 year ago

review-writer-avatar

By: vennejvd • 8 year ago

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 111 Flashcards
$3.35 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is de definitie van poëzie?

Answer: Taalgebruik dat is gebonden door extra ordeningen, zoals rijm, herhalingen, metrum en beeldspraak.

2.

Wat is de poëtische functie?

Answer: Een taaluiting oriënteert zich op de vorm van de boodschap.

3.

Waarom is de poëtische functie er?

Answer: Omdat de verschijnselen uit de definitie van poëzie ook in proza en niet in poëzie kunnen voorkomen.

4.

Wat is foregrounding?

Answer: Een taaluiting valt op, doordat het op één of andere manier afwijkt van wat normaal is of van wat je verwacht.

5.

Welke twee soorten foregrounding zijn er?

Answer: - Deviatie - Equivalentie

6.

Wat is deviatie?

Answer: Een afwijking, het overschrijden van een taalregel.

7.

Wat is equivalentie?

Answer: Herhaling van verwante kenmerken, waardoor er een vast patroon ontstaat.

8.

Welke taalfuncties zijn er?

Answer: - Informatieve functie - Fatische functie - Appelatieve functie - Metalinguale functie - Emotieve functie - Poëtische functie

9.

Wat houden de taalfuncties in?

Answer: - Informatieve functie: informatie overbrengen - Fatische functie: kanaal openhouden, zinloos gebabbel - Appelatieve functie: aansturen om iets te doen - Metalinguale functie: over taal/code zelf - Poëtische functie: een taaluiting oriënteert zich op de vorm van de boodschap

10.

Wat zijn literaire conventies?

Answer: Wat er in een bepaalde tijd gebruikelijk is, de regels die genres met zich meebrengen.

Samenvatting poëzie-analyse

Hoofdstuk 3: de poëtische functie van taalgebruik
Poëzie: taalgebruik dat is gebonden door extra ordeningen, zoals rijm,
herhalingen, metrum en beeldspraak. Deze verschijnselen kunnen ook in proza
voorkomen en niet in poëzie. Om deze reden is er de poëtische functie: een
taaluiting oriënteert zich op de vorm van de boodschap  bier uit blik. De
poëtische functie is een vorm van foregrounding.
Foregrounding: een taaluiting valt op (komt op de voorgrond te staan), doordat
het op een of andere manier afwijkt van wat normaal is of van wat je verwacht.
Twee soorten foregrounding:
- Deviatie: een afwijking, het overschrijden van een taalregel
- Equivalentie: herhaling van verwante kenmerken waardoor er een vast
patroon ontstaat

Deviatie Equivalentie
Typografisch Andere letter Zelfde letter
Klank Niet mogelijke Herhaling
klankregels
Woord Geen bestaande Herhaling woorden
woorden
Woordvorming Woordvormingsafwijking Herhaling prefix
Zinsstructuur Afwijkende Dezelfde woordsoorten
woordvolgorde, of zinsdelen op
onvolledige zin overeenkomstige
posities (parallelie)
Betekenis Koppeling van woorden Herhaling semantische
die ‘onmogelijk’ is kenmerken
Tekst Zinnen sluiten niet aan Drie strofen onder een
noemer


Taalfuncties
- Informatieve functie: referentiële functie, informatie overbrengen
- Fatische functie: kanaal openhouden, zinloos gebabbel
- Appelatieve functie: directieve functie, aansturen om iets te doen
- Metalinguale functie: over taal/code zelf
- Emotieve functie
- Poëtische functie: een taaluiting oriënteert zich op de vorm van de
boodschap
Een taaluiting heeft vaak verschillende functies tegelijk.

Foregrounding in externe en interne zin:
Niet alleen: een speciale, opvallende manier van taalgebruik.
Want: ‘normaal taalgebruik is een constructie’.
Ook: speciale manier van taalgebruik binnen de poëtische orde.
Want: er zijn poëtische vervormingen, deviaties of equivalenties, die als het ware
normaal geworden zijn: je verwacht dat ze in een type tekst voorkomen. Dan is
‘normaal’ juist ‘abnormaal’. Lezers hebben literaire conventies (= wat er in een
bepaalde tijd gebruikelijk is, de regels die genres met zich meebrengen).

Kenmerken die uitingen opvallend maken:
- Dubbelzinnigheid van zinsconstructie en/of woordbetekenis
- Klankherhaling

, - Woordspelige tegenstelling
- Beeldspraak
- Creatieve overtreding van een grammaticaregel
- Variatie op een intertekst

Iconiciteit: de vorm van het teken is niet arbitrair, maar drukt iets van inhoud uit.
De poëtische functie van taalgebruik wordt soms gerealiseerd door van een
arbitrair teken een zinvol iconisch teken te maken.
Iconiciteit is niet vanzelfsprekend aanwezig. De lezer moet het waarnemen en via
een argumentatie aannemelijk maken. Er is een glijdende schaal: evidente,
subtiele en vergezochte.

Hoofdstuk 4 metrum

Drie soorten gedichten met bepaalde mate van regelmaat bij lettergrepen:
- Lettergreepverzen: gedichten met regels die qua lettergreepaantal
regelmatig zijn, mar geen regelmaat hebben in accenttoekenning.
- Heffingsverzen: gedichten met regels die een vrijwel gelijk aantal heffingen
(beklemtoonde lettergrepen) hebben.
- Metrisch gedicht: een gedicht waarin beklemtoonde en onbeklemtoonde
lettergrepen in regelmatig patroon zijn te verdelen.
- (vrij vers: niet-lettergreeptellend, niet accenttellend en niet-metrisch).

Metrum: de afwisseling van sterker en zwakker beklemtoonde lettergrepen die
leidt tot een bepaald patroon. Metrisch vers is een speciale categorie binnen de
categorie regelmatige accentherhaling.

Weergave:
- Arsis voor een beklemtoonde lettergreep  -
- Thesis voor een onbeklemtoonde lettergreep  v
Scanderen: op metrische wijze voorlezen en afbeelden.

Conventionele metra:
- Jambe: v-v- (alexandrijn: zesvoetige jambe, 12/13 lettergrepen)
- Anapest: vv-vv-
- Dactylus: -vv-vv
- Trochee: -v-v-v
- Amfibrachus: v-vv-v
- Spondee: ------

Procedure voor het bepalen van het metrum:
1. Stel vast of het gedicht metrisch is.
2. Tel het aantal lettergrepen per regel.
3. Maak een matrix.
4. Breng de zekere accenten aan: het hoofdaccent van meerlettergrepige
woorden (lexicaal accent) kun je vinden in het woordenboek.
5. Breng de zekere non-accenten aan: syllaben met een swja, lidwoorden en
voor-en achtervoegsels.
6. Stel per zin het zinsaccent vast.
7. Lees de tekst hardop en houd rekening met de al geplaatste
(non)accenten.
8. Tel de accenten per lettergreeppositie op. Krijgen de even of oneven
lettergrepen doorgaans een accent?

, Versvoet/voet: de gelijke delen waarin een vers volgens de maat verdeeld kan
worden.
Cesuur: de pauze is in de versvoet.
Diaeresis: de pauze valt tussen twee versvoeten in.


Elisie: het uitstoten van een zwakker beklemtoonde klank, gewoonlijk omwille
van metrum of ritme:
- Encope: uitstoting aan het begin van een woord  ‘k zei.
- Syncope: uitstoting vindt plaats aan het woordeinde  dav’ring van
lichtbazuinen.
- Apocope: uitstoting vindt plaats aan het woordeinde  eind.
Vuistregel: als de slotlettergreep van het eerste woord een sjwa is en als het
tweede woord begint met een klinker, dan wordt de slotlettergreep van het
eerste woord geëlideerd  de ouderdom.

Hoofdstuk 5 klankherhaling en strofische vormen

Klankpatronen kunnen incidenteel en lokaal zijn en werken meestal
structurerend. Soms ondersteunen ze de betekenis of werken semantiserend. Een
klank heeft geen betekenis of bijbehorende emotie.
Equivalentieprincipe op klankniveau: door klankherhaling worden woorden op
elkaar betrokken die qua betekenis verwant zijn of worden gemaakt.

Rijm en rijmsoorten
Halfrijm:
- Assonantie/klinkerrijm  bomen, rozen
- Acconsonantie/medeklinkerrijm  mast, mist, vlug, veilig
Alliteratie: bijzondere vorm van medeklinkerrijm waarbij de herhaalde
medeklinkers aan het begin vane en woord staan of aan het begin van een lid
van een samenstelling. Deze beginlettergreep moet ook nog accent hebben.
Gewoon/volrijm: combinatie van assonantie of acconsonantie.
- Staand/mannelijk rijm: rijmende slotlettergreep  gekust, onbewust
- Slepend/vrouwelijk rijm: rijmende lettergreep gevolgd door een
slotlettergreep: buien, kruien
- Glijdend rijm: rijmende lettergreep is de voor-voorlaatste lettergreep:
verbijtende, verwijtende
- Gelijk/rijk rijm: het ongelijke element aan het begin van de lettergreep
ontbreekt: Zierikzee, overzee, noot, nood, het avondlicht, in de avond ligt
Dubbelrijm: twee beklemtoonde lettergrepen in de buurt van elkaar fungeren als
rijmpaar  nachtlicht, grachtzicht
Schrikkelrijm: rijmpaar met verschillend accentpatroon  boegspriet, vergiet
(klemtoon valt anders)
Oogrijm: lettertekens rijmen, maar klanken niet  boterham, jam

Rijm is ook in te delen naar de positie in de versregel:
- Eindrijm: rijm aan het begin van de versregel
- Voorrijm: rijm aan het begin van een versregel
- Middenrijm: rijm in het midden van een versregel
- Binnenrijm: rijm komt binnen de versregel voor
- Kettingrijm: laatste woord versregel rijmt op de eerste van de volgende
versregel
- Pauzerijm: eerste en laatste woord van de versregel rijmen op elkaar

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hilde18. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82191 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.35  6x  sold
  • (3)
  Add to cart