Answer: - Informatieve functie: informatie overbrengen
- Fatische functie: kanaal openhouden, zinloos gebabbel
- Appelatieve functie: aansturen om iets te doen
- Metalinguale functie: over taal/code zelf
- Poëtische functie: een taaluiting oriënteert zich op de vorm van de boodschap
10.
Wat zijn literaire conventies?
Answer: Wat er in een bepaalde tijd gebruikelijk is, de regels die genres met zich meebrengen.
Content preview
Samenvatting poëzie-analyse
Hoofdstuk 3: de poëtische functie van taalgebruik
Poëzie: taalgebruik dat is gebonden door extra ordeningen, zoals rijm,
herhalingen, metrum en beeldspraak. Deze verschijnselen kunnen ook in proza
voorkomen en niet in poëzie. Om deze reden is er de poëtische functie: een
taaluiting oriënteert zich op de vorm van de boodschap bier uit blik. De
poëtische functie is een vorm van foregrounding.
Foregrounding: een taaluiting valt op (komt op de voorgrond te staan), doordat
het op een of andere manier afwijkt van wat normaal is of van wat je verwacht.
Twee soorten foregrounding:
- Deviatie: een afwijking, het overschrijden van een taalregel
- Equivalentie: herhaling van verwante kenmerken waardoor er een vast
patroon ontstaat
Deviatie Equivalentie
Typografisch Andere letter Zelfde letter
Klank Niet mogelijke Herhaling
klankregels
Woord Geen bestaande Herhaling woorden
woorden
Woordvorming Woordvormingsafwijking Herhaling prefix
Zinsstructuur Afwijkende Dezelfde woordsoorten
woordvolgorde, of zinsdelen op
onvolledige zin overeenkomstige
posities (parallelie)
Betekenis Koppeling van woorden Herhaling semantische
die ‘onmogelijk’ is kenmerken
Tekst Zinnen sluiten niet aan Drie strofen onder een
noemer
Taalfuncties
- Informatieve functie: referentiële functie, informatie overbrengen
- Fatische functie: kanaal openhouden, zinloos gebabbel
- Appelatieve functie: directieve functie, aansturen om iets te doen
- Metalinguale functie: over taal/code zelf
- Emotieve functie
- Poëtische functie: een taaluiting oriënteert zich op de vorm van de
boodschap
Een taaluiting heeft vaak verschillende functies tegelijk.
Foregrounding in externe en interne zin:
Niet alleen: een speciale, opvallende manier van taalgebruik.
Want: ‘normaal taalgebruik is een constructie’.
Ook: speciale manier van taalgebruik binnen de poëtische orde.
Want: er zijn poëtische vervormingen, deviaties of equivalenties, die als het ware
normaal geworden zijn: je verwacht dat ze in een type tekst voorkomen. Dan is
‘normaal’ juist ‘abnormaal’. Lezers hebben literaire conventies (= wat er in een
bepaalde tijd gebruikelijk is, de regels die genres met zich meebrengen).
Kenmerken die uitingen opvallend maken:
- Dubbelzinnigheid van zinsconstructie en/of woordbetekenis
- Klankherhaling
, - Woordspelige tegenstelling
- Beeldspraak
- Creatieve overtreding van een grammaticaregel
- Variatie op een intertekst
Iconiciteit: de vorm van het teken is niet arbitrair, maar drukt iets van inhoud uit.
De poëtische functie van taalgebruik wordt soms gerealiseerd door van een
arbitrair teken een zinvol iconisch teken te maken.
Iconiciteit is niet vanzelfsprekend aanwezig. De lezer moet het waarnemen en via
een argumentatie aannemelijk maken. Er is een glijdende schaal: evidente,
subtiele en vergezochte.
Hoofdstuk 4 metrum
Drie soorten gedichten met bepaalde mate van regelmaat bij lettergrepen:
- Lettergreepverzen: gedichten met regels die qua lettergreepaantal
regelmatig zijn, mar geen regelmaat hebben in accenttoekenning.
- Heffingsverzen: gedichten met regels die een vrijwel gelijk aantal heffingen
(beklemtoonde lettergrepen) hebben.
- Metrisch gedicht: een gedicht waarin beklemtoonde en onbeklemtoonde
lettergrepen in regelmatig patroon zijn te verdelen.
- (vrij vers: niet-lettergreeptellend, niet accenttellend en niet-metrisch).
Metrum: de afwisseling van sterker en zwakker beklemtoonde lettergrepen die
leidt tot een bepaald patroon. Metrisch vers is een speciale categorie binnen de
categorie regelmatige accentherhaling.
Weergave:
- Arsis voor een beklemtoonde lettergreep -
- Thesis voor een onbeklemtoonde lettergreep v
Scanderen: op metrische wijze voorlezen en afbeelden.
Procedure voor het bepalen van het metrum:
1. Stel vast of het gedicht metrisch is.
2. Tel het aantal lettergrepen per regel.
3. Maak een matrix.
4. Breng de zekere accenten aan: het hoofdaccent van meerlettergrepige
woorden (lexicaal accent) kun je vinden in het woordenboek.
5. Breng de zekere non-accenten aan: syllaben met een swja, lidwoorden en
voor-en achtervoegsels.
6. Stel per zin het zinsaccent vast.
7. Lees de tekst hardop en houd rekening met de al geplaatste
(non)accenten.
8. Tel de accenten per lettergreeppositie op. Krijgen de even of oneven
lettergrepen doorgaans een accent?
, Versvoet/voet: de gelijke delen waarin een vers volgens de maat verdeeld kan
worden.
Cesuur: de pauze is in de versvoet.
Diaeresis: de pauze valt tussen twee versvoeten in.
Elisie: het uitstoten van een zwakker beklemtoonde klank, gewoonlijk omwille
van metrum of ritme:
- Encope: uitstoting aan het begin van een woord ‘k zei.
- Syncope: uitstoting vindt plaats aan het woordeinde dav’ring van
lichtbazuinen.
- Apocope: uitstoting vindt plaats aan het woordeinde eind.
Vuistregel: als de slotlettergreep van het eerste woord een sjwa is en als het
tweede woord begint met een klinker, dan wordt de slotlettergreep van het
eerste woord geëlideerd de ouderdom.
Hoofdstuk 5 klankherhaling en strofische vormen
Klankpatronen kunnen incidenteel en lokaal zijn en werken meestal
structurerend. Soms ondersteunen ze de betekenis of werken semantiserend. Een
klank heeft geen betekenis of bijbehorende emotie.
Equivalentieprincipe op klankniveau: door klankherhaling worden woorden op
elkaar betrokken die qua betekenis verwant zijn of worden gemaakt.
Rijm en rijmsoorten
Halfrijm:
- Assonantie/klinkerrijm bomen, rozen
- Acconsonantie/medeklinkerrijm mast, mist, vlug, veilig
Alliteratie: bijzondere vorm van medeklinkerrijm waarbij de herhaalde
medeklinkers aan het begin vane en woord staan of aan het begin van een lid
van een samenstelling. Deze beginlettergreep moet ook nog accent hebben.
Gewoon/volrijm: combinatie van assonantie of acconsonantie.
- Staand/mannelijk rijm: rijmende slotlettergreep gekust, onbewust
- Slepend/vrouwelijk rijm: rijmende lettergreep gevolgd door een
slotlettergreep: buien, kruien
- Glijdend rijm: rijmende lettergreep is de voor-voorlaatste lettergreep:
verbijtende, verwijtende
- Gelijk/rijk rijm: het ongelijke element aan het begin van de lettergreep
ontbreekt: Zierikzee, overzee, noot, nood, het avondlicht, in de avond ligt
Dubbelrijm: twee beklemtoonde lettergrepen in de buurt van elkaar fungeren als
rijmpaar nachtlicht, grachtzicht
Schrikkelrijm: rijmpaar met verschillend accentpatroon boegspriet, vergiet
(klemtoon valt anders)
Oogrijm: lettertekens rijmen, maar klanken niet boterham, jam
Rijm is ook in te delen naar de positie in de versregel:
- Eindrijm: rijm aan het begin van de versregel
- Voorrijm: rijm aan het begin van een versregel
- Middenrijm: rijm in het midden van een versregel
- Binnenrijm: rijm komt binnen de versregel voor
- Kettingrijm: laatste woord versregel rijmt op de eerste van de volgende
versregel
- Pauzerijm: eerste en laatste woord van de versregel rijmen op elkaar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hilde18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.