1.1 Vraag in de markt
Wat is een markt?
Markten zijn heel verschillen, maar toch zijn het allemaal markten want er gebeurt
ong hetzelfde: er worden goederen verkocht en gekocht. Een markt is het geheel van
vraag naar aanbod van een bepaald product. De vraag is de hvlheid producten die
klanten willen kopen. Het aanbod is de hvlheid producten die verkopers willen
verkopen. Een concrete markt is de markt als ‘winkel’ met een zichtbare en vaste
ontmoetingsplaats (rommelmarkt). Een abstracte markt heeft geen concrete
ontmoetingsplaats (huizenmarkt). Het verschil tussen deze 2 markten vervaagt door
de komst van internetmarkten. Deze markten hebben kenmerken van concrete
marken maar vragers en aanbieders ontmoeten hier net fysiek en op hetzelfde
moment.
Wat ben je bereid te betalen?
Vaak weet je van tevoren al wat je wilt kopen en wat je er ongeveer voor wilt betalen.
Dit noem je betalingsbereidheid: het maximale bedrag dat een koper wil betalen
voor een product. De betalingsbereidheid voor een product verschilt per koper. Voor
is het belangrijk om de betalingsbereidheid voor een product te weten, want zij willen
graag weten hoeveel zij kunnen verkopen van hun product bij verschillende prijzen.
Het aantal verkochte producten noem je de afzet. De totale geldopbrengst van
verkopen noemen we omzet. De omzet reken je zo uit:
Omzet = afzet x verkoopprijs.
Individuele vraaglijn
Het aantal kopers stijgt wanneer de prijs daalt. De betalingsbereidheid van een
consument voor een product bij verschillende prijzen kun je ook in een grafiek laten
zien. Dit doe je met een individuele vraaglijn: het verband tussen de prijs en de
gevraagde hoeveelheid van een product van de individuele koper. Op de verticale ad
komt de prijs, p. Op de horizontale as zet je hoeveel de consument van het product
wil kopen bij de verschillende prijzen: de gevraagde hoeveelheden, qv. De individuele
vraaglijn wordt ook wel de individuele vraagcurve genoemd. Je kunt van individuele
vraaglijnen van consumenten ook één collectieve vraaglijn maken door de vraag van
een groep consumenten bij de verschillende prijzen bij elkaar op te tellen. De
collectieve vraaglijn of collectieve vraagcurve geeft het verband aan tussen de
prijs en de gevraagde hvlheid van een product van de gezamenlijke kopers.
Collectieve vraaglijn in een formule
De collectieve vraaglijn kan worden weergegeven in een formule met een eerste
graadsvergelijking. De collectieve vraaglijn is een rechte lijn. Deze vergelijking heet
de vraagfunctie:
Qv= ap+b A = -1.5
P= 10
Qv: gevraagde hoeveelheid van een B= 750
product Qv= -1,5 x 10 + 750 = 735
P: prijs van een product
A en b zijn getallen die per situatie
kunnen verschillen, maar er geldt: a is
kleiner dan 0.
Vb: je hebt deze gegevens:
, 1.2 De vraag verandert
Niet alleen de prijs
De prijs heeft veel invloed op de vraag naar een product. Maar er zijn
meer factoren die de collectieve vraag bepalen. Naast de prijs zijn er nog
4 andere vraagfactoren:
1. Het inkomen van consumenten: meer inkomen dus meer te
besteden, de betalingsbereidheid en de vraag zal toenemen en
omgekeerd afnemen.
2. De prijs van andere goederen zoals substitutiegoederen en
complementaire goederen: Worden substitutiegoederen ineens
goedkoper, dan zal de vraag afnemen (tablet & minilaptop). Worden
complementaire goederen duurder, dan zal de vraag afnemen
(provider & smartphones).
3. De voorkeuren van consumenten: de voorkeuren van consumenten
veranderen in de loop van de tijd en ook door marketing en promotie
van producten en diensten (reclame)
4. Het aantal consumenten: het aantal consumenten in een
leeftijdscategorie kan veranderen bijv: minder baby’s minder luiers,
jongeren kopen later auto’s.
Vraaglijnen kunnen verschuiven
Als de vraag afneemt, verschuift de gevraagde hoeveelheid naar een lager
punt (1). Wanneer de prijs lager wordt, zie je een tegengestelde beweging:
de vraag stijgt (2). De verandering van de prijs van het product een
verschuiving langs op of langs de vraagcurve tot gevolg heeft.
Hierbij nemen we aan dat de andere vraagfactoren die de vraag
beïnvloeden, constant blijven: ceteris paribus. Als niet de prijs, maar een
van de andere vraagfactoren verandert, zie je een verschuiving van de
hele vraagcurve naar links of naar rechts (3): als de vraag toeneemt bij
dezelfde
prijs, verschuift de hele vraagcurve naar
rechts. Als het inkomen daalt of de mensen gaan andere producten kopen,
verschuift de vraagcurve naar links: bij dezelfde prijs is de gevraagde
hvlheid dan lager (4).
1.3 De invloed van de prijs op de vraag
Prijs omlaag of omhoog?
Als ondernemer wil je graag je omzet laten toenemen. Als ondernemer
moet je letten op de prijselasticiteit van de vraag. In welke mate een
prijsverandering zorgt voor verandering in de gevraagde hoeveelheid, kun
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekegroen03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.