Toegevoegde waarde: waarde van
productie. Verschil tussen waarde van
opbrengst van producten en waarde
van ingekochte goederen en diensten.
Diensten die worden ingekocht zijn:
huren bedrijfspand, diensten transportbedrijf en brandverzekering.
Noodzakelijke productiefactoren voor toevoegen van waarde: natuur, arbeid,
kapitaal en ondernemerschap.
Natuur Alles wat uit natuur komt zonder
Beloning is pacht
dat het door mensen is bewerkt.
Arbeid Inspanning van mensen die bij Beloning is
loon
productie betrokken zijn.
Kapitaal Machines, gebouwen, installaties Beloning is
rente
en gereedschappen die bij
productie nodig zijn.
Ondernemer- Combineert andere productie- Beloning is
winst
schap factoren.
Afschrijving: waardevermindering van kapitaalgoederen door slijtage en
technologische veranderingen.
Met afschrijvingen moet je rekening houden bij bereken toegevoegde waarde.
Netto toegevoegde waarde: is gelijk aan bruto toegevoegde waarde –
afschrijvingen.
Afschrijvingen blijven in het bedrijf en worden gebruikt om productiemiddelen te
vervangen als zij volledig afgeschreven zijn. Je kan bijvoorbeeld de afschrijvingen
van de auto op een aparte rekening zetten, om hier vervolgens een bedrag te
sparen voor een nieuwe auto.
Netto toegevoegde waarde is gelijk aan
inkomens die bezitters van
productiefactoren ontvangen.
Primair inkomen/inkomens vorming:
inkomen dat wordt ontvangen als beloning
voor inzetten productiefactoren.
Goederen en diensten die overheid produceert zijn voor iedereen, collectieve
goederen.
, Omdat productie van overheid hoofdzakelijk tot stand komt door gebruik maken
van productiefactor arbeid, is afgesproken om netto toegevoegde waarde van
overheid gelijk te stellen aan bedrag dat overheid betaalt aan lonen.
Bruto binnenlands product (bbp): Totale bruto productie van alle bedrijven
en overheid bij elkaar op geteld in een land. Is een maatstaf voor meten van
welvaart.
Waarde van productie (bruto toegevoegde waarde) van bedrijven en overheid is
primaire inkomen + afschrijvingen. Bruto binnenlands product is daarom gelijk
aan waarde bruto binnenlands inkomen.
Netto binnenlands inkomen: totaal van alle primaire inkomens in een land.
Netto toegevoegde waarde is gelijk aan netto binnenlands product en dus gelijk
aan waarde netto binnenlands inkomen.
Objectieve methode: berekening van bbp door toegevoegde waarde bedrijven
en overheid in land op te tellen.
Subjectieve methode: berekening van bbp door primaire inkomens in land en
afschrijvingen op te tellen.
Bestedingsmethode: berekening van bbp door besteding en afschrijvingen op
te tellen.
Overdrachtsinkomens: inkomen zonder tegenprestatie van ontvanger van
inkomen. Bijvoorbeeld uitkeringen van overheid.
Secundair inkomen/besteedbaar inkomen: primair inkomen min premies en
belastingen, plus uitkeringen.
Paragraaf 1.2
Bbp per capita: bbp per hoofd van bevolking. Ook wel inkomen per hoofd.
Hiermee meet je de individuele welvaart in een land.
Hoogte bbp wordt gewaardeerd in geld. Je spreekt over nominale waarde bbp. Is
er sprake van inflatie, daalt de koopkracht en kan men minder kopen van zelfde
geld.
Alleen als inflatie lager is dan nominale groei bbp, kan bevolking in land meer
kopen. Er is sprake van reële groei, ook wel volumegroei van bbp.
Volumegroei: nominale groei van bbp, gecorrigeerd door inflatie.
Meten van welvaart door kijken naar bbp per capita zegt niks over verdeling van
inkomen in een land. Het kan dat de inkomensverdeling heel slecht is, maar er
toch een hoog bbp per capita is.
Informele economie: alle economische activiteiten die niet geregistreerd
worden. (doe-het-zelf-activiteiten, vrijwilligerswerk en zwart werken)
Nadelen gebruik bbp per capita als welvaartsmaatstaf:
1. Er wordt gekeken naar nominale waarde bbp en er is dus geen rekening
gehouden met inflatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekegroen03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.