Week 1
Leerdoelen
Na afloop van week 1 kan de student:
uitleggen wat bedoeld wordt met de begrippen missie, visie en strategie;
een advies geven over de formulering van een visie van een onderneming.
verschillende partijen en omgevingsfactoren (DESTEP-factoren) benoemen
die van invloed zijn op een organisatie;
In eigen woorden weergeven wat Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen (MVO) inhoudt.
Uitleggen wat bedoeld wordt met de begrippen missie, visie en strategie
Missie; waarom bestaan we?/wat is ons motto?/wat doen we?
De missie heeft te maken met de identiteit van de organisatie en kun je ook beschouwen als
motto van de organisatie. ze staan niet voortdurend ter discussie en gaat voor een lange tijd
mee. Soms kan de missie zelfs tijdloos zijn.
het is een primaire opdracht van een organisatie, de missie van supermarkten kunnen
hetzelfde zijn. Ze kunnen wel een andere visie hebben, andere kernwaarden. De een wil het
goedkoop hebben en de ander wil dat niet.
Visie & ambitie; wat willen we zijn?/wat zijn onze principes?/ wat willen we bereiken?
Visie = missie + principes/kernwaarden+ ambitie/toekomstbeeld (waar je nog niet bent)
Wat is de beweging die je gaat maken en wat je over een aantal jaar wil
De visie schetst een toekomstbeeld voor de organisatie en geeft antwoord op de vraag wat
willen we?
Bij het formuleren van de visie moet de organisatie de actuele werkelijkheid van de
organisatie in kaart brengen, maar ook kunnen loslaten. De visie heeft een aantal functies;
- Ze geeft richting aan managers en medewerkers
- Ze moet mensen inspireren en motiveren
- Ze geeft aan hoe men zich wil onderscheiden van anderen
Ambitie; datgene wat de organisatie uiteindelijk wil realiseren
Kernwaarden; eigenschappen of drijfveren die laten zien waar de organisatie voor staat. Ze
vormen de basis van de organisatiestructuur en geven antwoord op waar geloven we in?
Strategie; de manier waarop geprobeerd wordt om een organisatiedoel te bereiken van een
organisatie en de inzet van middelen en activiteiten om die doelen te realiseren.
Een advies geven over de formulering van een visie van een onderneming.
De actuele werkelijkheid van de organisatie in kaart brengen maar ook kunnen loslaten.
Durven dromen over een toekomstige werkelijkheid.
,Verschillende partijen en omgevingsfactoren (DESTEP-factoren) benoemen die van
invloed zijn op een organisatie;
DESTEP-factoren;
- Demografisch; kenmerken van de bevolking;
o leeftijdstructuut van de bevolking; bijvoorbeeld de vergrijzing
o samenstelling van de bevolking; migranten
- Economisch
o Nationaal inkomen; bruto nationaal inkomen, het is een maatstaaf voor de
welvaart in ons land.
o Besteedbaar inkomen; vrije bestedingsruimte van een persoon of huishouden.
o Koopkracht; hoeveel een huishouden kan kopen met het besteedbaar
inkomen.
o Consumentenvertrouwen; wordt bepaald op basis van de mening van de
huishoudens over het economische klimaat en de koopbereidheid. Het CBS
stelt dit vast.
o Internationaal economische ontwikkelingen; Nederland is voor een groot deel
afhankelijk van het buitenland, met bijvoorbeeld de export en import.
- Sociaal-maatschappelijk
o Cultuur, waarden en normen, kan bepalend zijn voor het succes van bepaalde
producten
o Opleiding
o Religieuze en etnische factoren; afstemming van doelgroepen. Nationaliteit,
taal of geschiedenis = etniciteit.
o Leefstijl en consumentengedrag; gedragingen van individuen op het gebied
van onder andere voeding, kleding, relaties en huisinrichting. Als het
veranderd kan dit invloeden hebben voor markten.
o Consumentengedrag; de voorkeuren van consumenten, deze kennis is
belangrijk voor bedrijven.
- Technologisch; kennis speelt een grote rol
o Innovatie; het gaat vooral om de toepassing van een aanmerkelijke
vernieuwing voor de gebruiker (markt), voor de maker (een bedrijf), of voor het
collectief (de maatschappij)
o Informatie en communicatietechnologie; denk aan zoeken van informatie
op internet, communiceren met collega’s via social media. Het online
vergelijken en kopen van producten.
o Social media en m-commerce; unieke ervaring om te shoppen, waarbij
rekening wordt gehouden met persoonlijke interesses.
o Procesinnovatie; het aanpassen van bedrijfsprocessen gericht op de
verbetering van efficiëntie, kwaliteit en effectiviteit.
o Productinnovatie; het veranderen van kenmerkende eigenschappen van
bestaande producten of het realiseren van een geheel nieuw product.
- Ecologisch
o Klimaat, natuur, landschap, energie bronnen, duurzaam ondernemen.
o Planet (hoe een organisatie het leefmilieu beschermt); beschermen
leefomgeving energie en klimaat, materialen en grondstoffen, water en
bodem, natuur en ruimte.
o People (sociaal verantwoordelijkheid van de organisatie tegenover mensen);
leefomgeving, arbeidsomstandigheden, mensenrechten, kwetsbare groepen
, o Profit (staat voor winst en voor het generen van continue inkomsten);
ondernemersklimaat, economische consequenties, verantwoording, dialoog
met stakeholders.
- Politiek-juridisch; organisaties hebben te maken met overheidsmaatregelen 3
vormen;
1. Nationaal; maatregelen en regelgeving vanuit het land vestiging
2. Internationaal; regelgeving van het buitenland bij buitenlandse handel en
internationalisatie
3. Supranationaal; overkoepelde regelgeving van een groep landen.
bedrijven moeten op de hoogte blijven van de ontwikkelingen alleen op die manier kan
men tijdig maatregelen treffen om ongewenste effecten tegen te gaan.
In eigen woorden weergeven wat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
inhoudt.
Bedrijfsbeslissingen gericht op het verbeteren van zowel het bedrijfsrendement als ook het
milieu, het welzijn van de medewerkers en de maatschappij.
1. Planet
2. People
3. Profit
Week 2
Leerdoelen
Na afloop van week 2 kan de student:
aan de hand van een casus de verschillende fasen binnen het proces van
strategisch management onderscheiden;
aan de hand van een casus een SWOT-analyse uitvoeren;
de verschillende strategische keuzemogelijkheden beschrijven en aan de
hand van een casus een advies geven over een te volgen strategie.
Aan de hand van een casus de verschillende fasen binnen het proces van strategisch
management onderscheiden;
Strategische management: Het proces van systematische analyse van de externe
en interne factoren van een organisatie om te komen tot strategische
beleidsopties voor het verwerven van duurzaam concurrentievoordeel.
Fase 1 = huidige situatie:
Vanuit de missie, visie en ambitie van de organisatie worden doelstellingen
bepaald. In deze fase gaat het vooral om het goed analyseren van het
vertrekpunt van strategische management.
Fase 2 = externe analyse:
Een strategische analyse wordt uitgevoerd om de belangrijkste factoren die van
invloed zijn op de huidige en toekomstige positie van de organisatie in kaart te
brengen. De externe analyse bestaat uit een omgevingsverkenning en een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mnmnetten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.