Verdediging in Strafzaken – Bijeenkomst 7
Leerdoelen
De student kan de jurisprudentie van het EHRM ex art. 6 EVRM en de jurisprudentie
van de HR inzake het aanwezigheidsrecht van de verdachte beschrijven;
De student kan beschrijven in welke gevallen en onder welke voorwaarden de
raadsman ter terechtzitting de verdediging van de afwezige verdachte kan voeren;
De student kan beoordelen welke vormen van door de gewezen verdachte geleden
schade langs welke juridische weg(en) al dan niet tot schadevergoeding kan leiden.
Schadevergoeding
Wanneer een strafzaak niet leidt tot een voor de overheid voordelige uitkomst kan de
verdachte in bepaalde gevallen schadevergoeding krijgen. Dit kan zo zijn bij een vrijspraak of
bij ontslag van alle rechtsvervolging. Op welke manieren kan de verdachte zijn schade
vergoed krijgen?
- Strafrechtelijke weg: bijzondere voorzieningen zijn te vinden in art. 529 t/m 539 Sv.
Er zijn een aantal vormen van schade die open staan voor vergoeding. Die zijn heel
concreet, en voor alles wat daarbuiten valt is schadevergoeding niet mogelijk. De
belangrijkste soorten schade:
o Ten onrechte ondergane detentie
o Kosten raadsman (hier is ook art. 44a Wrb van belang)
De maatstaf is altijd: gronden van billijkheid. Zijn de kosten die gemaakt zijn billijk?
Misschien had je bijvoorbeeld onnodig een hele dure advocaat.
- Civielrechtelijke weg: via de onrechtmatige daad. De staat handelt civielrechtelijk
onrechtmatig als:
o Van de aanvang af een rechtvaardiging voor het strafrechtelijk optreden heeft
ontbroken, doordat dit optreden in strijd is met een publiekrechtelijke
rechtsnormen.
Dit is moeilijk om te bewijzen als 3 dagen na het eerste momenten van detentie
de verdachte gewoon zoals het hoort voor de R-C is geleid en die de detentie
rechtmatig heeft geacht.
, o Dat uit de uitspraak van de strafrechter of anderszins uit de stukken betreffende
de strafzaak blijkt van de onschuld van de verdachte en van het ongefundeerd
zijn van de verdenking waarop het optreden van politie of justitie berustte.
Het oordeel van de strafrechter moet dan zijn dat de verdachte onschuldig is.
Dit is echter niet een oordeel waartoe de rechter vaak komt: veruit in de meeste
gevallen stelt de rechter slechts dat er onvoldoende bewijs is.
De eiser (gewezen verdachte) moet onrechtmatig handelen door de staat stellen en
vervolgens bewijzen. Is de tweede grond met dit in gedachten te combineren met de
onschuldpresumptie? Volgens de Hoge Raad is dit zo:
o M.b.t. het stellen: “van de gewezen verdachte die zich beroept op het gebleken
onschuld criterium (tweede criterium), mag door de rechter echter uitsluitend
worden verlangd (i) dat de gewezen verdachte voldoende gespecificeerd stelt
dat uit de uitspraak van de strafrechter dan wel de overige stukken betreffende
de niet met een bewezenverklaring geëindigde strafzaak blijkt van zijn
onschuld en (ii) dat hij de desbetreffende stukken uit de strafzaak in het geding
brengt.”
o Bewijzen: “De burgerlijke rechter mag in dat geval uitsluitend nagaan of de
uitspraak van de strafrechter, waarin de verdachte is vrijgesproken, blijkens de
motivering daarvan inhoudt dat de onschuld van de gewezen verdachte is
gebleken, dan wel dat uit de stukken betreffende de niet met een
bewezenverklaring geëindigde strafzaak de onschuld van de verdachte is
gebleken. De burgerlijke rechter mag daarbij niet treden in een nader
onderzoek naar de gedragingen van de verdachte in verband met het strafbare
feit waarop de verdenking betrekking had.”
Je civielrechtelijke kans van slagen is dus eigenlijk volledig afhankelijk van de
motivering van de strafrechter: is die goed genoeg om daaruit te laten blijken dat de
verdachte zo goed als zeker onschuldig is? Dit zal bijna nooit het geval zijn.
Billijkheid
De billijkheidsgrondslag is te vinden in art. 534 lid 1 Sv. Het is volledig aan de rechter om te
bepalen of er gronden van billijkheid zijn om tot vergoeding over te gaan. Hierbij worden
door de rechter verschillende criteria gehanteerd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carmenftr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.