100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Een korte en bondige samenvatting van hoofstuk 1 t/m 5 + 7 van het vak Psychodiagnostiek en Assessment. $3.20
Add to cart

Summary

Een korte en bondige samenvatting van hoofstuk 1 t/m 5 + 7 van het vak Psychodiagnostiek en Assessment.

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Aantekeningen en samenvatting van het vak psychodiagnostiek en assessment. Begrippen hoofdstuk 1 Deel 1: Wat is psychodiagnostiek? Deel 2: Kenmerken van en kwaliteitseisen aan diagnostische instrumenten Deel 3: intake en probleemanalyse Deel 4: contextkennis Deel 5: hypothese toetsend mo...

[Show more]

Preview 3 out of 17  pages

  • No
  • Hoofstuk 1,2,3,4,5,7
  • December 8, 2021
  • 17
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Psychodiagnostiek


Begrippen hoofdstuk 1:

Besliskunde op basis van voorspellingen  je gaat een inschatting maken van mensen op basis van
hun gedrag

Test  beoordelingsmoment in het nu
Criterium  beoordelingsoment verder in de toekomst

Predictieve validiteit  hoe juister de voorspellingen hoe groter de predictieve validiteit

Valid-negatief  je zegt dat iets niet gaat gebeuren en het gebeurd ook niet
Valid-positief  je zegt dat er iets gaat gebeuren en het gebeurd ook

Fout-negatief  (type II ) wanneer je zegt dat iets niet aanwezig is terwijl het wel aanwezig is
Fout-positief  (type I ) je zegt iets wat achteraf niet zo blijkt te zijn

Sensitiviteit  een maat voor gevoeligheid van de test voor de onderzochte ziekte. Hoe hoger de
sensitiviteit van een test, hoe groter de kans dat iemand daadwerkelijk de ziekte heeft
Specificiteit  percentage terecht negatieve testuitslagen onder de niet-zieke personen. Hoe hoger
de specificiteit van een test, hoe groter de kans dat iemand die ziekte niet heeft.

Verstandige fouten  ze helpen ons problemen te voorkomen
Beschikbaarheidsheuristiek  gebeurtenissen laten we zwaarder wegen dan dingen die niet
gebeurd zijn. Van dingen waarover we snel voorbeelden uit ons geheugen kunnen opdiepen, denken
we ook dat ze vaker voorkomen.
Regressie naar het gemiddelde 
Primacy en recency-effect  het middelste gedeelte valt vaak weg. Wat we als laatst zien en horen
onthouden we vaak het best/meest.
Voorbarige reductie van cognitieve dissonantie  we zorgen dat we ons denken afstemmen op ons
handelen. Om ons gedrag te verdedigen bedenken we er een reden bij.
Horn en halo-effect  Bij het horn effect wordt je slachtoffer van een gebeurtenis uit het verleden
wat niet zo positief uitpakt en bij het halo effect gaat het over een positieve eigenschap of prestatie.

,Psychodiagnostiek




Deel 1: Wat is psychodiagnostiek?
Het voorspellen van het menselijk gedrag. Is begonnen in de jaren 30-40 bij de selectie voor het leger
en bedrijfsleven. Mensen worden ingedeeld in groepen ‘’wie komt in aanmerking voor…?”

Waar wordt het tegenwoordig voor gebruikt?
- Selectie personeel
- Functie advisering
- Outplacement re- integratie
- Effectmetingen
- Samenstellen teams
- Groepen met risicoprofiel detecteren
- Marketeers
- Schoolkeuze
- Leerproblemenmatching van patiënten aan therapie
- Psychiatrische diagnostiek
- Matching partners
- Strafzaken

Besliskunde op basis van voorspellingen
Je gaat een inschatting maken van mensen op basis van hoe ze zich gedragen. (wat gaan ze doen en
hoe gaan ze zich gedragen)

Een voorspellingsproces kent 2 varianten:
- Beoordelingsmoment in het nu (test)
- Beoordelingsmoment verder in de toekomst (criterium)
De overeenkomst tussen de 2 momenten zegt iets over de kwaliteit. (voorbeeld: je kan een
gevangene nu testen of hij sterk genoeg is om vrij te mogen maar geld dat ook voor verder in de
toekomst?)

Hoe juister de voorspellingen zijn hoe groter de predictieve validiteit is (wanneer de predictieve
validiteit hoog is dan waren de voorspellingen ook goed)

In de besliskunde leveren de 2 beoordelingsmomenten (test en criterium) 4 soorten beslissingen op

Valid-negatief
Valid- positief
Fout-negatief
Fout-positief

Van fout-positief (voorbeeld: zeggen dat iemand een eigenschap heeft terwijl die persoon die
eigenschap niet heeft, je zegt iets wat achteraf niet zo blijkt te zijn) of fout-negatief (wanneer je zegt
dat iets niet aanwezig is terwijl het wel aanwezig is) is sprake. Als de uitslag van een test niet
overeenkomt met de werkelijkheid.

Valid-negatief  je zegt dat iets niet gaat gebeuren en het gebeurd ook niet
Valid-positief  je zegt dat iets gaat gebeuren en het gebeurd ook

In statistiek:
Type I  Fout-positief
Type II  Fout-negatief

, Psychodiagnostiek


Sensitiviteit is een maat voor gevoeligheid van de test voor de onderzochte ziekte, hoe hoger de
sensitiviteit van een test, hoe groter de kans dat iemand daadwerkelijk de ziekte heeft.
Specificiteit is het percentage terecht negatieve testuitslagen onder de niet-zieke personen, hoe
hoger de specificiteit van een test, hoe groter de kans dat iemand die ziekte niet heeft.

Voorbeeld (belangrijk voor tentamen)
Essent is op zoek naar mensen die onderhoud kunnen plegen aan windmolens. Willen ze een test
met hoge sensitiviteit of een hoge specificiteit op gebied van hoogtevrees?
Een hoge specificiteit omdat ze de mensen willen zien zonder hoogtevrees. (de niet -zieke personen)

Sensitiviteit = (A) aantal echte positieve : (A) aantal echt positieve + (C) aantal fout negatieven
x 100%

Wanneer de sensitiviteit 0.8 is dan is de test voor 80% in staat om de mensen eruit de halen die de
ziekte hebben. Het aantal overgebleven fout negatieven is dan 0.2


Sensitiviteit is mensen die het wel hebben en specificiteit is mensen die het niet hebben. De 2 vullen
elkaar aan.

Fouten in ons beoordelingsvermogen (vooral bij observeren)
- Verstandige fouten (Hert)
- Beschikbaarheidsheuristiek: gebeurtenissen laten we zwaarder wegen dan dingen die niet
gebeurd zijn. Opvallende gebeurtenissen laten we nog veel zwaarder mee wegen, schatten
dat in als een veel grotere kans dat het nog eens gebeurd.
- Regressie naar het gemiddelde: dokter speelt daar veel mee, zegt bijvoorbeeld ‘’kijk het nog
even aan’’.
- Primacy en recency-effect (eerste en laatste indruk) Het gedeelte uit het midden valt vaak
weg. (voorbeeld: boodschappenlijstje onthouden  paar woorden van het begin, weinig
woorden uit het midden en veel worden van het eind van het lijstje). Wat we als laatst zien
en horen onthouden we vaak het best/meest.
- Voorbarige reductie van cognitieve dissonantie, we laten weg wat in ons denken niet zo goed
uitkomt. We zorgen dat het handelen en denken overeenkomt met elkaar. We zorgen ervoor
dat we ons denken afstemmen op het handelen, om je gedrag te verdedigen bedenk je er
een reden bij. We reduceren onze dissonantie (past niet bij elkaar, staat tegenover elkaar) op
basis van je cognitie (denken) .
- Horn en halo-effect, Horn effect wordt je slachtoffer van een gebeurtenis uit het verleden
wat niet zo positief uitpakt. (bijvoorbeeld keer vast gezeten) hoe je eruitziet bepaald hoe je
behandeld wordt. Halo effect gaat over een positieve eigenschap of prestatie.
- Contrasteffect, gedrag belonen. Bepaalde verwachting voor wat de beloning is en op het
moment dat de beloning anders is dan verwacht dan gedragen we ons anders. Reactie als de
beloning omlaag gaat. Verwacht iets, maar ziet iets anders
- Fundamentele attributie fout, onderscheid tussen situatie en persoon (G=PxS) gemiddeld als
buitenstaander onderschat je de situatie. Je attribueert te weinig

Attribueren  toeschrijven aan

r. = .86  r. staat voor correlatie
Als de significantie kleiner is dan de afkapwaarde is de correlatie betekenisvol. Wanneer de
significatie groter is dan de afkapwaarde dan is de correlatie minder betekenisvol.
R square (de waarde van de multiple R gekwadrateerd)  verklaarde correlatie

Deel 2: Kenmerken van en kwaliteitseisen aan diagnostische instrumenten
Er zijn 3 diagnostische instrumenten:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NinadH. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
Add to cart
Added