100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Dierkunde miv beginselen proefdierkunde: Deel dierkunde $9.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Dierkunde miv beginselen proefdierkunde: Deel dierkunde

1 review
 113 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samevatting van het vak dierkunde miv beginselen proefdierkunde

Preview 4 out of 50  pages

  • December 8, 2021
  • 50
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: nauwelaertskyra • 1 year ago

avatar-seller
Dierkunde m.i.v beginselen van de proefdierkunde: deel algemene dierkunde



HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Biologie: studie van levende wezens.
Levende wezens: één of meercellig, met in de cel(len) genetische informatie (DNA/RNA ->
reproductie).
Ze worden gekenmerkt door:

• Metabolisme : Moleculen uit de omgeving opnemen en omzetten in nieuwe
biologische moleculen.
• Homeostase: intern milieu constant en in evenwicht met omgeving dankzij energie uit
omgeving. (interne milieu reguleren).
• Genetische informatie: doorgeven aan de nakomelingen
• Evolutie: zijn met elkaar gerelateerd door proces evolutie
Hierdoor: discussie of virussen, viroïden, prionen, levende wezens zijn.
Viroïden: infectueus circulair RNA.
Prionen: infectueuze eiwitten.

1.1 GESCHIEDENIS LEVEN OP AARDE

1. Protobionten (prokaryote: geen celkern) voorlopers cellulaire leven, ontstaan op basis
van fysische processen: vetachtige film op wateroppervlak verstoord  ontstaan van
kleine membraanomsloten druppeltjes die macromoleculen kunnen bevatten
(=liposomen)

2. Zuurstof in atmosfeer (productie door levende wezens) - zuurstof aanvankelijk dodelijk
voor levende wezens - natuurlijke selectie – aerobe

3. Aanmaak ozonlaag door zuurstof - bescherming - ééncellige eukaryoten
(membraanomsloten kern) - - voldoende dikke ozonlaag = dierlijk leven mogelijk.

1.2 ONDERVERDELING OP BASIS VAN Rrna
Op basis van moleculaire technieken wordt het leven onderverdeeld in drie grote “Domeinen”.
Hoe deze aan elkaar gerelateerd wordt weergegeven door de onderstaande cladogram:




• Eukarya (eukaroten): organsimen (eencellig en meercellig) met celkern

1

, • Bacteria, archea (prokaryoten): geen celkern, kleine ribosmen, kleinere
mitchrondrien
Antibioticamiddelen werken in op de ribosomen (verschillen bij bacteriën). Gevolg: antibiotica
kan de eukaryoten ribosomen niet aantasten maar wel die van de bacteriën. Probleem
antibioticaresistentie: bacteriën passen zich constant aan.

1.3 ONTSTAAN VAN CELLEN: HYPOTHESE
Hoe is een eukaryote cel ontstaan?
Het invouwen van de plasmamebraan geeft aanleiding
tot de kernmembraan en de endoplasmatisch reticulum.


Hoe is een dierlijke eukaryote cel ontstaan?
Opname van een heterotrofe prokarote cel
(endosymbiose) geeft aanleiding tot cellen met
mitochrondia (cellulaire energievoorziening)
Heterotrofe organsimen moeten organische materie van
buitenaf opnemen om hun metabolisme op gang te houden.
Endosymbiose: opname van aerobe heterotrofe
prokaryoten in een primiteve eukaryote cel en geeft
aanleiding tot de ancentrale heterotrofe eukaryote ( =
dierlijke cel).
Bewijzen:

• Eigen mtDNA (niet in de kern, verschilt met DNA in rest
van de cellen)
• Eigen ribosomen (antibiotica kunnen hier niet door
wegens dubbel membraan)
Hoe is een plantaardige eukaryote cel ontstaan?
Opname van een fotosynthethiserende prokaryote cel zorgt
voor het ontstaan van chloroplasten.
Bewijzen:

• Eigen mtDNA
• Eigen ribosomen



1.4 HISTORISCH ACHTERGROND
Phylogenie: onderzoek naar de historische achtergrond/geschiedenis van
groepen/organismen.

• Protocristen: zeer belangrijke groep, veel organsimen uit onstaan (eencelligen,
koloiale vormen een eenvoudige meercellige organsimen).
• Groepen: plantea, funghi, animalia, ...


2

,HOOFSTUK 2: DIVERSITEIT VAN HET DIERENRIJK

2.1 WAT IS EEN DIER?
Voedingswijze:
Heterotrofe: moeten organische materie opnemen om de metabolisme opgang te houden.
Celstructuur en specialisatie:

• Multicellulair
• Geen celwand
• Structuureiwitten voor structurele integriteit (vnl. Collageen 40 procent van alle
eiwitten)
• Uniek zenuw- en spierweefsel
Reproductie en ontwikkeling: meestal seksuele voortplanting (versmelting zaad- en
eicel)

• 2nd stadium domineert levenscyclus
• Snelle deling van zygote resulteert in germinatieve cellagen
• Vaak larvale stadia (immatuur) met metaforfose tot adult
• Homeobox-genen: is een DNA-sequentie, die in bepaalde genen wordt gevonden,
een set van genen op een (bv insecten) of een reeks (4) chromosomen (bv:
zoogdieren). Deze genen bevatten dooreen het dierenrijk alleen een (quasi) identieke
DNA-sequentie van 180 nucleotide.

2.2 SPIERSTELSEL
o Dwarsgestreepte skeletspierweefsel
o Vezels geranschikt in bundels, opgebouwd uit myofibrillen, myofibrillen opgebouwd uit
myofilamenten: actine en myosine




3

, 2.3 TYPE SKELETTEN

Intern skelet Uitwendig skelet Hydrostatisch skelet
(endoskelet) (exoskelet) (bestaat uit lichaamsvocht, spieren
duwen tegen wand, organismen
plooit – beweging)




Gewervelden Ongewervelden (geen Ongewervelden (wormen, surf van
wormen) een olifant)


2.4 DIEREN CATOGOLEREN
2.4.1 M.B.V EEN BOUWPLAN (MORFOLOGISCHE, ONTWIKKELINGSKENMEREN)

Symmetrie

Radiaal symmetrisch Bilateraal symmetrisch:
meerdere symmetrieassen 1 symmetrie-as




Ontwikkeling (2/3 kiembladen)

• Diploblast: ecto- en endoderm
• Tripoblast: ecto-, endo- en mesoderm
Vroege ontwikkeling tripoblasten

• Protostoom: cellen groeperen zich aan de buitenkant van de embryo, holte binnenin
wordt de mond
• Deuterosoom: cellen groeperen zich aan de buitenkant bij embryo, holte binnen in
wordt de anus


Lichaamsholte

• Acoelomaat: germinatieve weefsellagen zitten tegen elkaar aan = geen echte
lichaamsholte
• Coelomaat: germinatieve weefsellagen zitten niet tegen elkaar aan = lichaamsholte
• Pseudocoelmaat: coeloom wordt gevormd tussen mesoderm en endoderm


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AApharmacist. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.33  2x  sold
  • (1)
  Add to cart