100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van het boek: Wat is onderzoek? (hoofdstuk 1 t/m 8) $5.57   Add to cart

Summary

Samenvatting van het boek: Wat is onderzoek? (hoofdstuk 1 t/m 8)

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een duidelijke en fijne samenvatting over het boek: Wat is onderzoek. De hoofstukken 1 t/m 8 worden beschreven en begrippen worden uitgelegd.

Preview 4 out of 57  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 8
  • December 8, 2021
  • 57
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1 de functie van onderzoek
De basis voor onderzoek zijn de uitgangspunten van onderzoek, de doelen, de onderzoeksvragen, de
methoden. Zonder de structuur van deze uitgangspunten verzandt het onderzoek en kun je het niet
uitvoeren.

1.1 onderzoek moet je leren
Je kunt leren hoe je een plan, een onderzoek ontwerp, een probleemstelling en een analyse maakt,
een rapport schrijft en verslag doet. Bij het daadwerkelijk uitvoeren van een onderzoek komt heel
wat meer kijken. Onderzoekers hebben een drietal kenmerken: houding, kennis en vaardigheden

- Houding: de houding moet onafhankelijk zijn, je streeft naar openheid van je onderzoek en je
legt verantwoording af over je resultaten

- Kennis: kennis is een essentieel onderdeel. Je moet weten welke onderzoeksmethoden er
zijn, welke criteria deze hebben, wat de voor- en nadelen van het toepassen zijn etc.

- Vaardigheid: je leert onderzoek doen door er actief mee bezig te zijn, zo krijg je vaardigheid
in het doen van onderzoek

1.2 uitgangspunten van onderzoek
Je kunt onderscheid maken tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek en tussen kwalitatief
en kwantitatief onderzoek. Je kunt ook een bepaalde onderzoeksrichting of een bepaald
onderzoek type volgen.

Het belangrijkste onderscheid tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek is dat het doel
verschilt. Bij fundamenteel onderzoek beantwoord je vragen die niet primair gericht zijn op
toepassing in de praktijk. Het is meestal wetenschappelijk relevant. Bij praktijkgericht onderzoek
houd je je bezig met het oplossen van problemen uit de praktijk. Er is sprake van maatschappelijke
relevantie, omdat er een maatschappelijk probleem mee kan worden opgelost. Een kennisprobleem
is een vraag over een wetenschappelijke theorie die met behulp van fundamenteel onderzoek wordt
beantwoord. Een praktijkprobleem is afkomstig uit de dagelijkse praktijk, uit de maatschappij.
Het onderscheid tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek wordt gemaakt om te kiezen welke
methoden van onderzoek je gaat gebruiken. Bij kwantitatieve methoden wordt gebruikgemaakt van
cijfermatige informatie, gegevens in cijfers over objecten, organisaties en personen. Statistische
technieken worden gebruikt om beschrijvingen van gegevens te geven en om verwachtingen over de
uitkomst te toetsen. Bij kwalitatieve methoden voert de onderzoeker onderzoek uit in de
werkelijkheid. Onderzoekseenheden in de omgeving worden als geheel onderzocht. Er wordt waarde
gehecht aan de betekenis die deelnemers aan de onderzoeken aan zaken geven. Triangulatie is het
gebruikt van kwalitatieve en kwantitatieve methoden naast elkaar.

1.3 stromingen in onderzoek
Er zijn drie algemene stromingen van onderzoek waar te nemen. Bij de onderzoekstromingen horen
bepaalde onderzoektypen. De drie stromingen zijn; empirisch-analytisch, interpretatief en kritisch-
emancipatorisch.

Empirisch analytisch
De onderzoekers willen objectief onderzoek verrichten en de onderzoekssituatie zo veel mogelijk
beheersen. Ze ontwerpen een onderzoek dat herhaalbaar en controleerbaar is. Ze bekijken alle
processen verstandelijk, beredeneren alles en gaan niet op hun gevoel af. Ze bedenken van te voren
een antwoord op hun onderzoeksvragen. Vervolgens toetsen ze of deze antwoorden overeenkomen
met die van de groep die ze onderzoeken. Er word veel fundamenteel onderzoek verricht en de

,analyses in deze stroming zijn kwantitatief.
Interpretatief
Je bent op zoek naar interpretaties, de uitleg die personen aan een situatie geven. Het onderzoek is
over het algemeen kwalitatief, en richt zich op personen en groepen. Veldonderzoek/participerende
observatie is dat de onderzoeker zich begeeft onder de groep personen die hij observeert, en met ze
meedoet.

Kritisch emancipatorisch
Men wil niet alleen kritisch naar de maatschappij kijken, maar ook naar de eigen
onderzoeksresultaten. Met de resultaten willen onderzoekers bijdragen aan processen in de
samenleving die de emancipatie van groepen bevorderen.

1.4 kwaliteitscriteria van onderzoek
Er zijn een aantal criteria in wetenschappelijk onderzoek waaraan iedere onderzoeker zich moet
houden.

- Onafhankelijkheid: onafhankelijkheid van voorkeuren en meningen van betrokkenen.
Objectiviteit, je persoonlijke voorkeuren geen rol laten spelen, kunnen niet altijd worden
bereikt. Criterium is intersubjectief moeten zijn: onderzoeker zijn het met elkaar eens over
de resultaten. Onderzoek is herhaalbaar, en er bestaat overeenstemming tussen de
onderzoeker en de resultaten.

- Toepasbaarheid van uitspraken: de uitspraken moeten controleerbaar en toetsbaar zijn. Een
onderzoek moet weerlegbaar zijn. Een idee of verwachting moet door middel van onderzoek
worden bevestigd en juist weerlegd. Het onderwerp moet eenduidig zijn, er mag geen
onduidelijkheid bestaan en het moet openbaar zijn.

- Generaliseerbaarheid: je probeert je onderzoek zo in te richten dat je uitspraken kunt doen
over een zo groot mogelijke groep personen of verschijnselen. Je maakt het domein van je
onderzoek zo groot mogelijk. Het informatiegehalte van je onderwerp is hoog en het is
belangrijk dat je specifiek omschrijft want je onderwerp is.

- Praktische criteria: een onderzoek moet efficiënt zijn, dat alle kosten in verhouding tot de
resultaten moeten staan en het tijdpad haalbaar is. Het onderzoek moet bruikbaar zijn.

1.5 de onderzoek cyclus
Onderzoek heeft een vast structuur, het kent een aantal ‘onderzoeksfasen’. In fundamenteel
onderzoek wordt een theorie getoetst of ontwikkeld. Er wordt vaak een probleem geformuleerd,
vervolgens wordt een theoretisch antwoord gezocht en gegeven door een wetenschapper. Hij denkt
het antwoord op de vraag te kunnen geven met behulp van de theorie. Vervolgens gaat hij met
onderzoek toetsen of deze theorie ook het antwoord is op de vraag. Uit de resultaten van het
onderzoek trekt hij zijn conclusie. Deze spiraal is de empirische cyclus. Meestal roept het antwoord
op een kennisvraag weer nieuwe vragen op, formuleer je weer een theoretisch antwoord en nieuwe
onderzoeksvragen etc. Dit proces is opgebouwd met een PTO-schema. Probleem, Theorie en
Onderzoek.

,1.6 fasen in onderzoek
Een spiraal van praktijkgericht onderzoek kan uit de volgende fasen bestaan.

1. Probleemanalyse. Je moet een goede afbakening van je doel- en vraagstelling bereiken
anders zwabbert je onderzoek alle kanten uit en kun je geen helderen conclusies meer
trekken

2. Onderzoek ontwerp. Je maakt een ontwerp waarin je aangeeft hoe je de onderzoeksvraag
gaat beantwoorden, welke methoden je gaat gebruiken, hoeveel tijd en welke middelen je
daarbij nodig hebt, wie bij het onderzoek betrokken zijn en welke onderzoeksinstrumenten
je inzet.

3. Dataverzameling. Je gaat informatie verzamelen die je nodig hebt om een antwoord te geven
op je onderzoeksvraag. Hiervoor zijn verschillende strategieën te bedenken.

4. Data-analyse. Je analyseert de verzamelde gegevens.

5. Rapportage. Je kijkt nog eens helemaal terug op alles wat je hebt gedaan. soms loopt het
onderzoek dan ten einde of kun je op basis van de onderzoeksresultaten een
vervolgonderzoek starten


1.7 Onderzoekbegrippen
- Eenheden. Elementen, objecten, personen of organisaties in je onderzoek waarover je een
uitspraak wilt doen, dus alle elementen waarop je onderzoek betrekking heeft.

- Onderzoekdomein. Het gehele gebied waarop je onderzoek betrekking heeft, alle eenheden
waarop je onderzoek zich richt. Hoe groter je domein, hoe informatiever je uitspraken

- Populatie. Totale aantal eenheden waarop het onderzoek betrekking heeft. Groepen
personen, organisaties, landen, teksten, cijfers en situaties kunnen een populatie vormen

- Steekproef. Een deelverzameling van een grote populatie. Je steekproef is representatief
voor de populatie en is willekeurig (aselect) gekozen

- Variabelen. De kenmerken van de eenheden die bij je onderzoek betrokken zijn. leeftijd,
burgerlijke staat, tempratuur.

- Categorieën en scores. Een variabele kan alle mogelijke waarden aannemen. Leeftijd kan
worden genoteerd in gehele of halve jaren. Deze waarden worden categorieën genoemd.
Geeft een persoon als leeftijd 45 jaar op, is dit een score op het kenmerk leeftijd

- Datamatrix. Hierin worden onderzoeksgegevens bij elkaar gebracht. Rechthoek bestaande
uit allemaal cellen. In die cellen kun je de scores op een bepaalde variabele noteren

- Betrouwbaarheid. De mate waarin het onderzoek vrij is van toevallige fouten. Zou je het
onderzoek onder andere omstandigheden, in een andere periode herhalen, moet dat tot
dezelfde resultaten leiden

, - Validiteit. We willen er zeker van zijn dat we ‘meten wat we meten willen’ en dat bij het
onderzoek geen systematische fouten zijn gemaakt.
• Intern valide. Je kunt de juiste conclusies trekken
• Externe validiteit. Als je de conclusies mag toepassen op een grote groep personen of zaken.

- Bruikbaarheid. Het is van groot belang dat een onderzoek bruikbaar is voor personen en
organisaties.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NinadH. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.57
  • (0)
  Add to cart