= tak van de wetenschap voor het verzamelen, bewerken en interpreteren van gegevens
Hoofdstuk 6: Populatie en steekproef
De drie deelgebied van het statisch proces
Verzamelende statistiek Beschrijvende statistiek Verklarende statistiek
Wat? • Gegevens verzamelen • De eerste analyse van de • De data verklaren
verzamelde gegeven (conclusie nemen)
• De gegevens worden
beschreven
Hoe? Bv. Steekproeven, tabellen, Bv. Correlaties, bereken statische Bv. Waarschijnlijkheidsleer,
grafieken, enquêtes parameters literatuur
Verzamelende statistiek
• Populatie = groep van alle waarnemingsresultaten waarop het onderzoek zich richt + waarover een
conclusie getrokken moet worden (grootte = oneindig groot)
• Steekproef = deelverzameling van de populatie (klein)
Goede steekproef? = representatief (dus hoe groter de steekproef, hoe beter de schatting) + at random
Voordelen en nadelen
populatieonderzoek steekproefonderzoek
+ • Nauwkeurigst • Goedkoop
• Minder tijd
- • Duur • Minder betrouwbaar
• Meer tijd • Minder nauwkeurig
Soorten steekproeven
Soort Representatief Aselecte Gelote gelaagde Systematische
steekproef
Wat? Alle kenmerken Willekeurige Door loting De elementen De trekking uit
van de populatie trekking uit de komen in de populatie
als van de populatie dezelfde komt met een
steeproef zijn verhouding voor vaste
vertegenwoordigd als de steekproef frequentie voor
Beschrijvende statistiek
Weergeven van gegevens
= tabellen en grafieken worden gebruikt om gegevens grafische en ordelijk voor te stellen.
De verschillende soorten grafieken en diagrammen (kunnen herkennen)
Hoofdstuk 7: frequentieverdeling en karakteristieke grootheden
Frequentie = hoe vaak elk waarnemingsresultaat voorkomt
Groepen of klassen = groep waartoe een aantal uitkomsten behoort
Frequentieverdeling
Frequentiedeling samenstellen
Spreidingsbreedte Aantal klassen (k) Klassebreedte (b) Klassen kiezen +
(Range, R) beschrijven
• Max – min • √𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑘𝑙𝑎𝑠𝑠𝑒𝑛 • b=
𝑅 1. 1e klasse start met
𝑘
laagte
waarneming
2. Laagste +
waarneming
3. Beginwaarde
volgende klasse =
eindwaarde vorige
klasse
4. Toevoegen
klassebreedte
Minimaal 7 Benedengrens van klasse
Maximaal 25 behoort tot de klasse
Bovengrens hoort niet tot
de klasse
5. Schrijf alle klassen uit
6. Achter iedere klasse het aantal waarnemingsgetalen aanduiden die tot die klasse behoort
7. Klasse-indeling vervangen door het klasse midden
8. Relatieve frequenties vermelden
Absolute frequentie Relatieve frequentie Cumulatieve absolute Cumulatieve relatieve
(𝒏𝒊 ) frequentie (𝑪𝒏𝒊) frequentie (𝒄𝒇𝒊 )
Aantal keer dat 𝑥𝑖 Verhouding absolute Som v/d absolute frequentie Som v/d relatieve
voorkomt frequentie op het totaal v/d waarnemingsgetallen frequenties van
aantal waarnemingen kleiner of gelijk aan 𝑥𝑖 waarnemingsgetallen
𝑛𝑖 𝑖 kleiner of gelijk aan 𝑥𝑖
𝑓𝑖 = (. 100%)
𝑛 𝐶𝑛𝑖 = ∑ 𝑛𝑘 = 𝑛1 + ⋯ + 𝑛𝑖 𝑖
𝑘=1 𝑐𝑓𝑖 = ∑ 𝑓𝑘
𝑘=1
Vorm van een frequentieverdeling
= som waarnemingsresultaten, gedeeld door het aantal waarnemingsresultaten
∑𝑥
• Steekproef (𝑥̅ ) = 𝑛
∑𝑥
• Populatie (μ) = 𝑁
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ronnadeconinck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.