Statistiek is een vak voor BLT en Chemie in het tweede jaar, dit is de volledige cursus samengevat. Formules staan er niet in omdat deze altijd op een extra formularium staan wat gebruikt mag worden op het examen.
Definitiefase:
- aangeven wat de aanleiding is van het onderzoek
- komen tot de centrale vraag van het onderzoek, dit wordt de onderzoeksvraag
1.3 Ontwerpfase
Ontwerpfase:
- is het uitwerken van de proefopzet bv. een methode kiezen
- inzicht in statistiek kan van pas komen
1.3.1 Basis vormen voor het verkrijgen van gegevens
Onderzoeksgegevens kunnen op verschillende manieren verkregen worden:
1) bronnen/literatuur
2) experimenten
- = zelf de onafhankelijke variabele definiëren om na te gaan wat het effect
hiervan is op de afhankelijke variabele
3) enquêtes
- = zoveel mogelijk info vergaren over allerlei verschillende kenmerken van
vaak omvangrijke onderzoeksonderwerpen
4) gevalstudies
- = je gaat voor een vrij beperkt onderwerp, voor een bepaald ‘geval’ gaan
1.3.2 Populatie, steekproef en steekproefnames
Def. populatie = alles/iedereen die je wil bestuderen.
Def. steekproef = een gedeelte van de populatie dat je bestudeert om iets te zeggen over de
populatie.
1
,Voorwaarde van steekproef is dat het representatief uitgevoerd moet worden:
1) selectie met random getallen
- steekproef uit de populatie gebeurd volledig willekeurig
→ wordt het meest aangeraden omdat het volledig at random gebeurt
2) gestratificeerde steekproef afname
- wordt gestart met het indelen van de populatie in deelgroepen, hierna wordt
op een aselecte manier een steekproef genomen van elke deelgroep
→ organisatie is niet makkelijk omdat er bv. elke dag op verschillende
tijdstippen 3 flesjes genomen moeten worden
3) getrapte steekproef afname
- de populatie wordt in subpopulaties ingedeeld, waarna enkele van deze
subpopulaties lukraak worden uitgekozen en in nog kleinere deelpopulaties
verdeeld enzovoort
4) systematische steekproef afname
- de elementen worden op een systematische manier uit de populatie genomen
→ nadeel is dat bepaalde periodieke variaties niet opgemerkt zullen worden
1.4 Uitvoerings- en verwerkingsfase
Uitvoeringsfase:
- is de proef daadwerkelijk uitvoeren
- weinig statistiek bij nodig
Verwerkingsfase:
- het weergeven en analyseren van gegevens
- veel statistiek bij nodig
1.5 Rapportagefase
Rapportagefase:
- alles wordt gerapporteerd in bv. een verslag of presentatie
- hier wordt al vanaf het begin mee gestart
1.6 Soorten variabele
Variabele op basis van meetniveau:
1) nominaal niveau
- = enkel onderscheid, bv. man/vrouw
2) ordinaal niveau
- = onderscheid + volgorde, bv. heel goed/goed/voldoende/slecht
3) interval niveau
- = onderscheid + volgorde + gelijke verschillen (nulpunt door de mens
gekozen), bv. tijdstippen van de dag
4) rationiveau
- = onderscheid + volgorde + gelijke verschillen + gelijke verhoudingen (nulpunt
is absoluut nulpunt), bv. gewicht of lengte
2
, Variabele op basis van kwalitatief/kwantitatief karakter:
- kwalitatief = eigenschap in woorden omschreven
- kwantitatief = eigenschap met getallen
1) continue kwantitatieve variabele
- = als tussen elk tweetal meetpunten oneindig veel waarden bestaan, bv.
concentratie in mol/L of g/L
2) discrete kwantitatieve variabele
- = als er steeds een sprong moet gemaakt worden tussen 2 waarden, bv.
aantal standaardoplossingen
Variabele bij onderzoek naar relaties tussen variabelen:
1) onafhankelijke variabele
- = variabele die men gebruikt om voorspellingen op te baseren, deze kan door
de onderzoeker gemanipuleerd worden
2) afhankelijke variabele
- = variabele die beïnvloed wordt door de onafhankelijke variabele
- bv. verband tussen concentratie en kookpunt? C is onafhankelijk, Tk is afhankelijk
H2: Beschrijvende statistiek
Def. beschrijvende statistiek = het weergeven en karakteriseren van gegevens.
- dit wordt gedaan met tabellen, grafieken en typische kengetallen
→ beste is eerst een tael en grafische voorstelling, dan combineren met kengetallen
2.1 Weergave van kwalitatieve gegevens
2.1.1 De frequentietabel - algemeen
Def. frequentietabel = een tabel met onderzoeksvariabele in categorieën (= klassen), met
het daarbij behorende aantal waarnemingen (= frequenties).
Andere mogelijkheden naast frequenties (f):
1) relatieve frequenties (rf)
- frequentie / aantal gegevens
2) procentuele frequenties (p)
- rf x 100%
3) cumulatieve frequenties (cf)
- frequentie van de klassen + de frequenties van alle voorgaande klassen
4) cumulatieve relatieve frequenties (crf)
- rf van de klassen vermeerderd met de rf van alle voorgaande klassen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurabrouwers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.64. You're not tied to anything after your purchase.