8 gehaald voor het tentamen. Volledige samenvatting van de behandelde stof voor het vak Historische Criminologie. Bestaat uit de hoorcolleges samengevoegd met informatie uit het boek "Historische Criminologie: een Inleiding" en verplichte literatuur van Fijnaut en Emsley. In de samenvatting is aang...
HC 1: Waarom en hoe het verleden bestuderen?
Wat is geschiedenis?
De geestelijke vorm, waarin een cultuur zich rekenschap geeft van haar verleden
Johan Huizinga, Nederlands cultuurhistoricus (1872-1945)
History, like love, is so apt to surround her heroes with an atmosphere of imaginary
brightness
James Fenimore Cooper (1789-1851), The Last of the Mohicans
The past has gone and history is what historians make of it when they go to work
Keith Jenkins, post-modernist, in Re-thinking History (2001)
Verleden is niet Geschiedschrijving
De term ‘geschiedenis’ verwijst naar beide
Fundamenteel onderscheid tussen verleden en wat historici daarover schrijven
o Geschiedschrijving = datgene wat geschreven of opgetekend wordt over het
verleden constructie van taal en teksten.
o Verleden = wat vroeger heeft plaatsgevonden.
o 1 historisch werk = 1 ‘lezing’ van (delen van) verleden
Bepaalde groepen en gebeurtenissen uit verleden afwezig of ‘verborgen’ in
geschiedschrijving vrouwen, minderheden, lagere sociale klassen.
Rol van het verleden
History in the wider sense is all that has happened, not merely all the phenomena of human life, but
those of the natural world as well. It is everything that undergoes change; and as modern science has
shown that there is nothing absolutely static, therefore, the whole universe, and every part of it, has
its history
Encyclopædia Britannica, 1911
Ons persoonlijke verleden vormt ons, maakt wat wij zijn.
Ons bewustzijn is ‘tijdelijk’, vanuit het verleden gericht op de toekomst.
Mens is zich bewust van eigen bewustzijn. Kan hierdoor verleden een rol laten spelen
in zijn handelen.
Naast ieder individu houdt ook iedere gemeenschap zich met haar collectieve verleden bezig.
Geschiedschrijving zonder nut
Sommige historici: nuttig zijn hoeft niet.
o Verleden bestuderen omwille van zichzelf: weergeven “wie es eigentlich gewesen”
o Verhalen maken die mensen amuseren en inspireren
o Aangename bezigheid en status voor historici
VB: Daniel Smail, Harvard: “history is not a political science designed to explain the present. It
is an anthropological science designed to help us understand humanity”
Post-moderne historici: ‘anything goes’
o Verleden kan niet in totaliteit beschreven en bestudeerd worden, historici belichten
dus steeds bepaalde aspecten daarvan, hun studies bieden maar 1 specifieke visie en
dus heeft het geen zin om het verleden te reconstrueren.
o Geschiedenis schrijven = verhalen schrijven > alle verhalen/perspectieven kunnen.
1
,Niet ‘anything goes’!
Geschiedschrijving niet onschuldig, niet alle verhalen gelijke macht en impact op
samenleving.
Gebruik/misbruik verleden: macht, controle, beïnvloeding.
Veel volkeren proberen zich ‘de’ geschiedenis toe te eigenen uit ideologische motieven:
“Owning history has become something of a battleground, especially for those with
ideological agendas that arguably include most people who set out to record history (…) Jews
and Arabs tell very different stories about the creation of the State of Israel and about the
subsequent history of the Palestinian people”
Geschiedschrijving wel nut
1. Beschrijven
Voorkomen dat we vergeten: bijv. de Holocaust
Lessen trekken = voorbeeldfunctie van de geschiedenis
o Welke lessen precies, hangt af van historicus en tijdvak
o Of leren we daar weinig uit? “The one thing we have learned from history is
that we don't learn from history” (Winston Churchill)
Complexiteit blootleggen = mythen doorprikken, aanbrengen van nuance.
2. Verklaren
Via verleden heden beter begrijpen.
Ontwikkelingen ontdekken en verklaren.
o verandering: verschuivingen, omwentelingen, groei
o continuïteit: terugkerende patronen, verbanden of ‘rode draad’
Inzicht in samenhang & proces = besef complexiteit.
o kritisch: wat zit er achter actuele fenomenen, hoe gegroeid?
o common sense en stereotypen vermijden
Mogelijke scenario’s voor de toekomst.
o hoe verleden heden bepaalt = indicatie wat in toekomst zal doorwerken +
wat niet bepaald is door verleden = open voor keuze.
Beperkingen geschiedschrijving
Historici zelf niet vrij van common sense en stereotypen want product van zijn tijd.
Geen pasklare antwoorden op vaak gestelde vraag aan sociale wetenschappers:
o what works?’
Geen toekomstvoorspellingen mogelijk, hoogstens schetsen van (on)mogelijke scenario’s.
Opgelet voor overdreven determinisme: er zijn steeds alternatieve wegen.
o Determinisme = idee dat alles op een of andere manier al vastligt.
Historici, hun ‘feiten’ en interpretatie tentamen
De moeilijke relatie tussen feit en interpretatie = kernprobleem in de geschiedschrijving.
1. hoe verhoudt de bron zich tot de objectieve feiten?
2. interpreteert de historicus de bron goed en is
reconstructie van de feiten correct?
3. zijn de verklaringen van de historicus juist?
? = hoe verhoudt het verhaal zich tot de
oorspronkelijke feiten/gebeurtenis?
2
, Bij elke stap in de keten -> interpretatieproblemen
o Telkens weer een beetje aanpassing van het verhaal
De feiten van de gebeurtenis kan je nooit meer terughalen. Je bent afhankelijk van bronnen.
Vooral de hogere klasse heeft veel meer bronnen nagelaten dan andere klassen. De
historicus is afhankelijk van bronnen en kan niet terug naar het verleden.
Bronnen zijn nooit volledig, dit zorgt voor een selectie van het verleden.
Waarnemen en registreren = interpreteren
Historici geen eigen waarneming: werken met sporen
Alle mogelijke sporen/getuigenissen kunnen bronnen zijn
Bronnen zijn ook interpretaties of uitspraken over feiten
Bronnen kunnen verschillend gelezen / begrepen worden
Ordenen informatie uit bronnen in verhaal: weer interpretatie
Bronnen kunnen misleidend zijn of vals
Falsa en bronnenmanipulatie
Van alle tijden en in alle soorten
Van kwaad opzet tot slordigheid
Vervalsingen op het spoor komen is moeilijk
Vals van echt onderscheiden:
o Via de maker ervan, plaats en het tijdstip van de creatie.
materiaal, taalgebruik, technische kenmerken, inhoudelijke inconsequenties…
Enkele beruchte voorbeelden:
Joe Rosenthal’s met Pulitzer-prijs bekroonde foto: VS Mariniers hijsen
Amerikaanse vlag in Iwo Jima, Japan, op 23 feb. 1945. Één van meest
gereproduceerde foto’s ooit. Beeld van 2de identieke actie die dag, met
grotere vlag.
Op het origineel staan twee medestanders, maar wanneer één van hen
als verrader uit de communistische partij werd gezet, zijn de twee
medestanders ‘opgegaan’ in de trap.
3
,Geschiedschrijving: allemaal interpretatie?
Basis spelregels historische bewijsvoering
1. Kritische juxtapositie van de bronnen verschillende, onafhankelijke bronnen met elkaar
vergelijken en confronteren.
Afwegen van getuigenissen = vergelijken van onafhankelijke bronnen
Principes van Bernheim & Langlois-Seignobos
Valkuilen: mythe van de unanimiteit = wanneer alle bronnen liegen en het feit
bewezen lijkt, maar dit slechts een illusie is; woord tegen woord.
2. Falsificatietechniek (Popper) = een hypothese of mogelijke verklaring is bewezen zolang ze
niet wordt tegengesproken / ontkracht. In praktijk is dit de meest voorkomende manier van
het formuleren van verklaringen en conclusies in het historisch onderzoek.
3. Redeneringen in het negatieve opbouwen: het zwijgen van de bron als indicatie.
Men kan veronderstellen dat opzettelijk zwijgen een belangrijk motief en dus een
belangrijk gegeven of fenomeen verbergt.
Probleem: bronnen zwijgen wel vaker. Veelal onopzettelijk, doordat ze onvolledig,
beschadigd of op andere manieren verminkt zijn door de tijd.
HC 2: Ontmoetingen tussen criminologen en historici
Criminologie en geschiedenis
Ontmoetingen, maar (nog) geen huwelijk :
“the most interesting criminology arises at the point that history and criminology meet” (P.
Knepper, 2013). Zulke ontmoetingen steeds vaker plaats gaan vinden.
Historische criminologie erkend als subdiscipline.
Toch blijft echt interdisciplinair werk beperkt.
Verschillende persoonlijkheden en interesses:
Meerdere historici tegen ‘nut’ (zie college 1)
Criminologen: onderzoek bruikbaar voor heden & toekomst anticiperen.
Historici: passie voor detail en gebeurtenis.
Criminologen: tegen ‘hol empirisme’, duidelijk theoretisch kader nodig. Gehecht aan
onderzoek vanuit theorievorming.
Historici: verhalen puzzelen, volgorde van gebeurtenissen doet ertoe.
Criminologen: hypothesen toetsen, volgorde van gebeurtenissen is ondergeschikt aan de
toelichting van concepten en hun band met de criminologische literatuur.
Obstakels: chronocentrisme criminologie tentamen
Adam Crawford (criminoloog) (onderzoek P. Rock zie verder):
“[there is] a (rather sloppy) theoretical assumption that underpins some criminological and social
science research that we live in ‘new times’ … that demand new concepts, new ideas, understandings.
This tends to suggests a rupture (breuk) with the past and hence effaces historic continuities”
Geen aandacht voor het verleden en voor wat vanuit het verleden doorwerkt in het nu door
focus van criminologen op vandaag en morgen.
Onderzoek P. Rock = criminologen negeren haast systematisch alle studies ouder dan 15 jaar
in hun onderzoek.
4
, • Volgens Rock kan dit overwicht van erg ‘jonge’ studies te maken hebben met
terechte weerleggingen of aanvullingen van verouderde of te simplistische
theorieën, het verdwijnen van bepaalde werken uit circulatie en
verschuivingen in aandachtspunten en benaderingen in het onderzoek.
• Verklaart echter niet de bijzonder scherpe focus op het ‘nieuwe’.
• Conclusie: criminologie lijdt aan chronocentrisme;
“Chronocentrism”, Saul Morson, 1996:
“the unsubstantiated, often uninspected, almost certainly untenable but powerful doctrine that what
is current must somehow be superior to what went before, that ideas, scholars and scholarship
inevitably become stale and discredited over time, and that, by implication, those who invoke older
work must themselves become contaminated by the taint of staleness”
Het idee dat wat recenter is beter is. Heeft te maken met de neiging van de westerse mens.
Sinds de verlichting gelooft men in vooruitgang en wetenschap, groeien en opleiding en in he
bereiken van vooruitgang op deze manier. Oudere ideeën etc. verliezen na verloop van tijd
hun waarde.
Historisch-criminologisch onderzoek
Vroege studies (voor WO II)
Whig Histories: modernisering denken, onkritisch, moraliserend.
Belangrijke familie in GB van denkers en sociale hervormers. Bezig met armoede en
modernisering. Leden uit hogere klasse die zich gingen buigen over de maatschappelijke
problemen in de samenleving. Niet academisch, maar meer verslagen over
woonomstandigheden van families etc.
Whig interpretaties namen de toenmalige politionele, strafrechtelijke en penitentiaire
instellingen als ‘modelsystemen’ en beschreven het traject daar naartoe als een evolutie van
inefficiënte en vaak wreed achtige of bloederige praktijken naar steeds superieurdere en
meer humane vormen van criminaliteitsbestrijding en rechtshandhaving.
Academisch onderzoek: groei vanaf jaren 1970.
Eerder alleen aandacht besteed aan handhaving en de strafrechtspraktijk ten aanzien van
politieke onlusten, rellen of andere uitingen van sociaal en politiek protest.
Nu steeds meer historische studie van criminaliteit en strafrecht en hierbij gebruik van
criminologische concepten. Nederlandse, Britse en Franse historici voortouw:
o NL: Diederiks, Faber, Spierenburg: strafrecht & geweld.
o GB: Britse marxistische historici: onderdrukking & klassenjustitie.
o FR: Foucault: de geboorte van de gevangenis = geschiedenis van het heden.
Ontdekking waarde justitiële/politionele archieven & digitalisering.
Meeste onderzoek over 1400-1800, behalve GB & FR
problemen bij toegankelijkheid van politionele en gerechtelijke archieven.
o Sinds 2014 voor NL & BE overzichtswerk Fijnaut
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marisalensen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.