100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting en aantekeningen strafrecht $5.95   Add to cart

Summary

Samenvatting en aantekeningen strafrecht

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Duidelijke samenvatting en aantekeningen. Overzichten van benodigde artikelen. Belangrijkste informatie uit boek en colleges

Preview 4 out of 40  pages

  • Yes
  • December 9, 2021
  • 40
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Week 1 inleiding strafprocesrecht

Ultimum remedium: laatste redmiddel, alleen voor zware gevallen
Ne bis idem (art 68 Sr): je mag niet twee keer voor hetzelfde feit worden vervolgt

Strafdoelen
- Vergelding: leedtoevoeging
- Preventie:
-> generale preventie: gericht ook op andere dan de gestrafte
-> speciale preventie: gericht op de dader

Materieel strafrecht:
- Wat een strafbaar feit is. Het materieel strafrecht bepaald welk gedrag niet is
toegestaan en welke personen daarvoor kunnen worden gestraft
- Belangrijke bron: wetboek van strafrecht
Formeel strafrecht:
- Bepaald welke regels moeten worden gevolgd wanneer een norm van het materiële
strafrecht (vermoedelijk) is overtreden
- Belangrijke bron: wetboek van strafvordering
- Geeft bijvoorbeeld regels voor bevoegdheden van de politie, de duur van voorlopige
hechtenis, de inhoud van dagvaardingen en het instellen van hoger beroep
Sanctierecht:
- Heeft betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden
opgelegd en ten uitvoer gelegd.
- Bijvoorbeeld de vraag of voor een bepaald strafbaar feit een taakstraf mag worden
opgelegd en welke voorwaarden de rechter precies mag stellen wanneer hij een straf
voorwaardelijk oplegt
- Bron: zowel strafrecht als strafvordering

Wet in formele zin: een wet die tot stand is gekomen in samenwerking tussen de regering en
de Staten-Generaal. Wet in formele zin zegt dus alleen iets over de totstandkoming
Wet in materiële zin: ongeacht of de wet formeel is of niet, bevat de wet algemene regels
die burgers binden

Commune strafrecht:
Het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen
Bijzondere strafwetten:
Bijvoorbeeld wegenverkeerswet, economische delicten, wet van wapen en munitie,
Opiumwet (, strafwet op gemeentelijk niveau)

Strafrecht
Boek 1: algemene leerstukken van materieel strafrecht zoals strafuitsluitingsgronden en
poging.
Boek 2: strafbepaling misdrijven
Boek 3: strafbepaling overtredingen

,Vierlagenmodel
Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten
1. Menselijke gedraging (MG)
2. Wettelijke delictsomschrijving (DO)
3. Wederrechtelijk (W)
4. Schuld (verwijtbaarheid -> V)
Onder menselijke gedraging vallen zowel personen als rechtspersonen

Strafuitsluitingsgronden:
Rechtvaardigingsgronden:
Halen de wederrechtelijkheid weg  rechtvaardigen de daad (er moet wel voldaan zijn aan
de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit)
Schulduitsluitingsgronden:
Halen de verwijtbaarheid weg  rechtvaardigen de dader

Subsidiariteit:
Bestond er een reëel alternatief voor de verdediging?
Proportionaliteit:
De aanranding en de verdediging mogen niet in onredelijke verhouding tot elkaar staan

Rechtvaardigingsgronden
- Noodweer art 41 lid 1 Sr
- Overmacht als noodtoestand art 40 Sr
- Wettelijk voorschrift art 42 Sr
- Bevoegd ambtelijk bevel art 43 lid 1 Sr
- Ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid

Schulduitsluitingsgronden
- Noodweer exces art 41 lid 2 Sr
- Psychische overmacht art 40 Sr
- Ontoerekeningsvatbaar art 39 Sr
- Onbevoegd ambtelijk bevel art 43 lid 2 Sr
- Afwezigheid van alle schuld

Interpretatiemethoden:
- Wetshistorisch
Om te kunnen bepalen wat de inhoud is van een wetsbepaling, wordt gekeken naar
de totstandkomingsgeschiedenis van de bepaling in kwestie. Meestal wordt dan
gekeken naar de Kamerstukken, zoals de memorie van toelichting bij een
wetsvoorstel (een memorie is een toelichting op een bij de Tweede Kamer ingediend
wetsvoorstel, opgesteld door degene die het wetsvoorstel heeft ingediend)
- Grammaticaal
Hierbij wordt de inhoud van de wet bepaald aan de hand van de taalkundige
betekenis van de woorden in de desbetreffende bepaling. Ook wordt gelet op het
zinsverband
- Systematisch

, Bij deze interpretatiemethode wordt de wet uitgelegd aan de hand van de
systematiek van de wet
- Teleologisch
Bij het bepalen van de inhoud van een wetsterm wordt gekeken naar het doel van de
wetsgever

Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en die verwijtbaar is.
1. Menselijke gedraging
2. Delictsomschrijving  bestanddelen
3. Wederrechtelijk  element (soms bestanddeel)
4. Verwijtbaar  element

Waarom het verschil tussen overtreding en misdrijf belangrijk is:
- Welk soort rechter bevoegd is om kennis te nemen van een strafzaak (absolute
competentie)
- Poging tot en medeplichtigheid aan overtreding niet strafbaar, bij misdrijf wel
- Veel dwangmiddelen mogen slechts worden gebruikt in geval van verdenking van
een misdrijf

Formele delicten
Staan in de wet omschreven als een handeling
Materiele delicten
Heeft de wetgever niet een handeling strafbaar gesteld maar het veroorzaken van een
gevolg

Commissiedelicten
Delicten waarbij een handeling plaats vindt (of het gevolg van een handeling)
Omissiedelicten
Delicten waarbij het niet handelen strafbaar is gesteld
Oneigenlijk omissiedelict
Hiervan is sprake als het delict in de wet staat geformuleerd als een commissiedelict, terwijl
het wordt gepleegd door een nalaten

Bijzondere strafbepaling:
Gekwalificeerd delict
Er is een extra bestanddeel toegevoegd aan het gronddelict. Strafverzwarend
Geprivilegieerd delict
Er is een extra bestanddeel toegevoegd aan het gronddelict. Strafverlichtend

Om einduitspraak te doen moet een rechter na afloop van het onderzoek ter terechtzitting 3
typen vragen beantwoorden:
- Formele vragen (ook wel: voorvragen)
- Materiële vragen (ook wel: hoofdvragen)
- Straftoemetingsvraag
Artikelen 348 en 350 Sv hebben hier een dringende volgorde
De vragen worden beantwoord ná het onderzoek ter terechtzitting

, Formele voorvragen – art 348 Sv
1. Dagvaarding geldig?
2. Rechtbank bevoegd?  Bijbehorende einduitspraak art 349 Sv
3. Officier van justitie ontvankelijk?
4. Reden tot schorsing der vervolging?
Materiële hoofdvragen – 350 Sv  Bijbehorende einduitspraak 351 Sv
5. Tenlastegelegde bewezen?
6. Bewezenverklaarde gekwalificeerd?
7. Bewezenverklaarde wederrechtelijk?  Bijbehorende einduitspraak 352 Sv
8. Verdachte verwijtbaar?

Wat volgt bij een nee:
1. Nietigheid van de dagvaarding
2. Onbevoegdheid van de rechter
3. Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie
4. Schorsing der gevolgen (bij een ja)
5. Vrijspraak
6. Ontslag van alle rechtsgevolgen
7. Ontslag van alle rechtsgevolgen
8. Ontslag van alle rechtsgevolgen
In geval van OVAR mag de rechter wel TBS opleggen, bij vrijspraak niet.
In geval van OVAR mag de verdachte hoger beroep instellen, bij vrijspraak niet.

Grondslagleer:
Houdt in dat de rechter alleen feiten bewezen mag verklaren die ten laste zijn gelegd.
Wanneer er bijvoorbeeld alleen doodslag ten laste is gelegd, mag de rechter de rechter niet
dood door schuld bewezen verklaren.
De rede hiervoor is dat de verdachte moet weten waarvan hij precies wordt beschuldigd
zodat hij zich hiertegen kan verdedigen

1. Geldigheid van de dagvaarding (261 Sv)
a) Externe eisen
De betekenisvoorschriften moeten ertoe leiden dat de dagvaarding de verdachte
bereikt (art 278 lid 1 Sv, 265 lid 1 Sv, 585 e.v. Sv)
b) Interne eisen
Art 261 sv:
1. De dagvaarding behelst een opgave van het feit dat ten laste wordt gelegd, met
vermelding omstreeks welke tijd en waar ter plaatse het begaan zou zijn; verder
vermeldt zij de wettelijke voorschriften waarbij het feit is strafbaar gesteld
2. Zij behelst tevens de vermelding van de omstandigheden waaronder het feit zou
zijn begaan
Voor de geldigheid van de dagvaarding hoeven het feit/tijd/plaats niet te kloppen,
voor de bewijsbaarheid wel

2. Bevoegdheid van de rechterbank
a) Relatieve competentie: welke rechtbank is bevoegd (art 2-6 Sv)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalhildering. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76799 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.95
  • (0)
  Add to cart