Ecologie = studie over alle relaties tussen organismen en hun milieu (=
leefomgeving)
Er zijn twee soorten invloeden vanuit het milieu:
1. Biotische factoren = afkomstig van organismen/levende natuur
bijv soortgenoten, voedsel, ziekteverwekkers
2. Abiotische factoren = invloeden uit de levenloze natuur
bijv bodem, water, temperatuur, wind, licht
Zie afbeelding 2 op blz 79
Niveaus van ecologie:
Individu = relatie tussen één organisme en het milieu
Populatie = groep individuen van dezelfde soort die zich onderling
voortplanten
Levensgemeenschap= populaties van verschillende soorten die in een
bepaald gebied samenleven
Ecosysteem = een bepaald gebied waarin biotische en abiotische
factoren samen een eenheid vormen
Zie afbeelding 3 op blz 80
Biotoop = alle abiotische factoren in een bepaald gebied
Ecosysteem = alle biotische en abiotische factoren samen in een bepaald gebied
6.2 Voedselrelaties
, Voedselketen = een reeks soorten (planteneters en vleeseters), waarbij elke
soort de voedselbron is voor de volgende soort
Hierbij is de eerste schakel altijd een plant.
Zie afbeelding 5 op blz 81
Binnen een ecosysteem is er nooit sprake van één voedselketen. Elke soort kan
tot voedsel dienen van vele andere soorten. In natuur lopen voedselketens
door elkaar heen.
voedselnet of voedselweb = het geheel van voedselrelaties in een ecosysteem
Je hebt planteneters, vleeseters of alleseters (eten zowel planten als dieren)
Producenten, consumenten en reducenten
Producenten = organismen die voedsel leveren voor alle andere organismen.
Consumenten = organismen die de stoffen eten die door planten zijn gemaakt
Reducenten = organismen die de dode resten van organismen opruimen.
In een voedselkringloop tref je aan:
1. Planten > zijn producenten
- Altijd 1e schakel voedselketen
- produceren glucose en andere voedingsstoffen
2. Dieren > zijn consumenten
Producenten worden gegeten door consumenten van de 1e orde > deze
worden weer gegeten door consumenten van de 2e orde etc.
3. Niet alle planten en dieren worden opgegeten. Sommigen gaan dood.
Afvaleters = dieren die dode resten van planten en dieren eten. De
resten die afvaleters achterlaten worden afgebroken door bacteriën en
schimmels > zijn reducenten
Reducenten breken organisch afval af tot voedingszouten (mineralen). Deze
mineralen worden dan weer opgenomen door producenten
Zie afbeeldingen 6, 9 en 10 op blz 83 en 84
6.3 Kringlopen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TijnBruggeman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.