1. DE EERSTE MENSEN:
Jagers en Verzamelaars:
- Tot 3000 voor chr. (steentijd)
- Ongeschreven bronnen (archeologie)
- Prehistorie
Bronnen uit de Prehistorie —> ongeschreven & primair
Waarom de Homo Sapiens over de wereld heersen
Mensen zijn anders dan andere dieren:
- in fysieke (lichamelijke) zin: zoals hersenomvang, lichaamsbouw, loopwijze en DNA-samenstelling.
- op cognitief (kennis) gebied: gebruik van hersenen wat tot uitdrukking komt in taal, hanteren van werktuigen en vuur, leren van
anderen.
- op (psycho-)sociaal terrein: omgang met elkaar, taal, emoties
2. KENMERKEN PREHISTORISCHE VOLKEN:
- Nomaden
- Natuurvolken
- Kleine groepen
- Geen echte leider
- Geen rijke of arme mensen/ verschil in status (egalitair)
- Rolverdeling man/ vrouw
- Grafgiften
- Jachtoffers/ offers aan de natuur
- Jagen op dieren
Eerste Mensen in Nederland—> Neanderthalers (zoals Trijntje)
3. ONTSTAAN LANDBOUW:
Oorzaken ontstaan landbouw:
- Klimaatverandering
- Minder groot wild, meer getemd wild (inzetten voor landbouw)
Van jagen en verzamelen naar akkerbouw en veeteelt:
- Landbouwrevolutie (neolithische revolutie: vanaf 10.000 v. Ch.)
- Landbouw > middel van bestaan
- Ontstaan landbouw (akkerbouw) in vruchtbare halve maan
,- Ontstaan veeteelt: Temmen wilde dieren: domesticatie (8000 v.c.)
- De ‘beste’ planten en dieren bleven over.
Gevolgen ontstaan landbouw
- Meer eten (Kwantiteit en kwaliteit)
- Grotere bevolking
- Sedentaire samenleving
- Meer bezit
- Verschil tussen arm en rijk
- Van een jagers en verzamelaars samenleving naar een agrarische samenleving (landbouwsamenleving)
- Niet overal tegelijk! Een evolutie, geen revolutie
4. DE EERSTE STEDEN (3500 V.C.) :
Mesopotamië: tussen de Eufraat en de Tigris (Soemerie) = de eerste landbouwstedelijke samenleving
Oorzaken:
- Vruchtbare grond zorgde voor grote voorraden door landbouw (overschotten). Niet iedereen moest in landbouw werken.
- Grotere groepen mensen samenwerken rondom
Rivier: irrigatie
Ontstaan: specialisaties (nijverheid), andere beroepen
Verschil tussen dorp en stad
- Stad: grote groep mensen dicht op elkaar
- Landbouw: niet meer het belangrijkste middel van bestaan;
- arbeidsverdeling en arbeidsspecialisatie.
- ambachts nijverheid en de handel
- functies in bestuur (ambtenaren) & verdediging (soldaten) vd stad
- Een stad vervult een regionale functie op het gebied van handel, bestuur en cultuur
- In een stedelijke gemeenschap is sprake van een groeiende hiërarchie op politiek, economisch, sociaal en cultureel gebied
Gevolgen ontstaan eerste steden:
- Ontstaan sociale verschillen
- Ontstaan stedelijke beschavingen (heersers over een groot gebied)
- Ontstaan polytheïstische godsdiensten (priesterklasse)
- Ontstaan schrift (administratie)
Denken over leven na dood: boeren begaafde of cremeerde doden op zelfde plek. Geloofde in leven na de dood en
voorouderverering. Graven werden gemaakt van grote zwerfstenen: hunebedden.
Tijdvak 2. De tijd van Grieken en Romeinen
Begin van de Oudheid:
- uitvinding van schrift (3000 v ch) > Tijd van de Grieken en Romeinen
- Oudste Europese beschaving: Minoïsche beschaving op Kreta
5. GRIEKSE STADSTATEN VANAF 850 – 338 V CHR.
Griekenland was niet één land
Polis = stadstaat= stad met omringend platteland
- Gebied met vaste grenzen en eigen bestuur
- Stad omringt met platteland
- Klein oppervlakte en inwonersaantal
- Agrarisch-stedelijke samenleving
, - Dezelfde taal
- Hetzelfde geloof
- Handel (middellandse zee) en nijverheid in de steden met dezelfde munt
- Dezelfde bouw en beeldhouwkunst
- Autarkisch= zelfvoorzienend
- Autonoom= eigen bestuur en regels
Monarchie: macht bij 1 persoon (niet wettelijk)
Tyrannie: macht bij 1 persoon (niet wettelijk) Aristocratie: macht bij de adel
Oligarchie: macht bij en kleine groep mensen
Democratie: macht bij bevolking met burgerrecht.
Athene eerste stadstaat met democratie:
- Volksvergadering: ongeveer 6000 mannen die besloten wie de leiders waren en deze ook af mochten zetten
- Burgerrecht: Alleen mannen die in Athene geboren waren (autochtone)
- Ambten hadden een roulatiesysteem om te voorkomen dat één persoon de macht zou grijpen
- Ostracisme: burgers mochten stemmen over wie er uit Athene verbannen moest worden
Democratie de beste Staatsvorm?
Socrates en Plato vonden van niet:
- Het volk was te emotioneel en had te weinig verstand
- Politici waren teveel bezig om het volk naar de mond te praten
Aristoteles:
- Zolang er maar een regering was die het algemeen belang voorop stelde
- Geen eigenbelang of willekeur
6. GRIEKSE WERELD (850 V CHR - 338 V CHR):
- Griekse beschaving groeide enorm
- Sommige besloten beschaving op andere plekken te starten
> ontstond echt Griekse beschaving
Tot 338 v Chr.:
- Griekenland overgenomen door Noorder buren Macedoniërs
- Zoon van deze koning: Alexander de Grote veroverde grote delen
Alexander de Grote: verspreidde Griekse cultuur naar Oosten= Hellenisme
Griekse poleis: Sparta en Athene
- Samen oorlog voeren tegen Perzië
- Oorlog tegen elkaar voeren: Peloponnesische oorlogen (431 v chr - 404 v chr)
- Athene: wetenschap en kunst
- Sparta: militaristisch
Hetzelfde Geloof:
- Natuurgodsdiensten
- Polytheïstisch
- Mythisch denken: goden zijn de verklaring voor alles in het leven
- Wetenschappelijk denken: Door studie en onderzoek is alles te verklaren
Het Handel (Middellandse Zee) en Nijverheid in de Steden: Koloniën aan de kusten van de middellandse zee
7. DE KLASSIEKEN
- Tijdloze kwaliteit
- De manier waarop beschavingen in de Oudheid zich in de kunst en in het bijzonder in de beeldhouwkunst en de architectuur
uitdrukten wordt (de klassieke) vormentaal genoemd.
Grieks Beeld
- Natuurlijke beweging
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 118815. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.