Nice practice test but there are no answers.
By: socialewetenschappen • 1 month ago
Translated by Google
Hi, I sent you a message in person! 

Seller
Follow
socialewetenschappen
Reviews received
Content preview
Oefentoets argumentatie
Vraag 1: Van welk type argumentatieschema is er sprake in onderstaande foto
a. Nevenschikkende argumentatie
b. Meervoudige argumentatie
c. Onderschikkende argumentatie
d. Complexe argumentatie
Vraag 2: De persoon met een positieve positie tegenover een standpunt heeft te maken met…
a. Een ontkrachtingsplicht
b. zeggingskracht
c. Een verdedigingsplicht
d. validiteit
Vraag 3: wat is een propositie?
a. Een verbale, sociale, rationele activiteit die erop gericht is een redelijke beoordelaar te
overtuigen van de aanvaardbaarheid van een standpunt door één of meerdere posities
naar voren te brengen die ter rechtvaardiging dienen van dat standpunt
b. Een positieve of negatieve positie tegenover een mening
c. Een neutrale positie tegenover een standpunt
d. Een stelling/uitspraak waarover je een positie kunt aannemen
Vraag 4: Onder welke vorm van conditioneel redeneren valt de volgende uitspraak; “Als P,
dan Q. Niet P, dus niet Q”
a. Modus ponens
b. Bevestiging concsequent
c. Modus tollens
d. Ontkenning antecedent
, Vraag 5: Als we het hebben over het evalueren van een verklaring, wat is de beste verklaring
dan?
a. Eenvoudig, krachtig en verhelderend
b. Verhelderend, krachtig, onderscheidend, eenvoudig en behoudend
c. Verhelderend, duidelijk, krachtig en behoudend
d. Eenvoudig, krachtig, behoudend en verhelderend
Vraag 6: Wanneer is er sprake van een α fout?
a. Wanneer H0 niet waar is en WEL wordt verworpen
b. Wanneer H0 niet waar is en NIET wordt verworpen
c. Wanneer H0 waar is en WEL wordt verworpen
d. Wanneer H0 waar is en NIET wordt verworpen
Vraag 7: van welk soort drogreden is sprake in de volgende redenering; “door één woordje te
leren, is een kind niet in staat een gesprek te voeren. het heeft dus geen zin om je kind steeds
een enkel woord aan te leren”
a. Hellend vlak
b. Ad hominem
c. Heap
d. Stroman
Vraag 8: wanneer hebben wij het over een dismisser ad hominem?
a. Wanneer een argument tegen de persoon wordt gemaakt die een claim maakt, omdat
hij/zij een andere reden heeft voor de claim
b. Wanneer een argument tegen de persoon wordt gemaakt die een claim maakt, omdat
hij/zij geen recht van spreken heeft
c. Wanneer een argument tegen de persoon wordt gemaakt die een claim maakt, omdat
deze persoon niet betrouwbaar is
Vraag 9: wat is waar over de volgende uitspraak? Linda is een geweldige zangeres. Zij haalt
alle hoge noten.
a. Relevant, maar niet volledig
b. Relevant en volledig
c. Niet relevant maar wel volledig
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialewetenschappen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.58. You're not tied to anything after your purchase.