Iedereen die puur deze samenvatting leerde was geslaagd op het examen
Stuur via FB om er gratis een schema van geneesmiddelen bij te krijgen
Ik maakte vorig jaar ook een samenvatting die door veel mensen werd gebruikt en iedereen slaagde hiermee.
Alvast veel succes gewenst
Perfect recap! Includes all subject matter and is well structured. A pleasure to learn from!
By: axellespooren • 1 year ago
By: edenvoeten • 1 year ago
Translated by Google
Clear and concise summary!
Seller
Follow
meribanvanrenterghem
Reviews received
Content preview
2021 - 2022 Klinische
farmacologie
Samenvatting
Meriban Van Renterghem
1E MASTER DIERGENEESKUNDE
,1
, H0: Inleiding
− Enkel de vermelde geneesmiddelen (aangeduid in oranje) zijn te kennen voor het examen
− Achteraan zitten nog aparte bladen van de te kennen geneesmiddelen
− Examen:
→ 12 tal kleine open vragen
→ Er zal een voorbeeldexamen op UFORA komen
Voorbeeldvraagjes:
1) Een hond met diepe pyodermie biedt zich aan in uw praktijk en u wenst een
lincosamide toe te dienen ter behandeling. Welk lincosamide is het meest geschikt?
Wat is het werkingsmechanisme van dit geneesmiddel?
………………………………………….…………………………………………….…………………………………
2) ……..………. is een antidoot voor medetomidine anesthesie bij de kat
3) 90% op examen: Geef 4 geneesmiddelen (behorende tot een verschillende klasse) die
ten sterkste af te raden zijn bij bepaalde hondenrassen, waaronder Collie’s, omwille
van toxiciteit: ……………………………………………………………………………………………………………
4) 100% op examen: Geef het spectrum van antibioticum X volgens het
kwadrantsysteem:
Aëroben Anaëroben
Gram +
Gram -
• Je vult het schema aan met + tot +++++ of ///
• ++ = inconsistente activiteit binnen het kwadrant (dit houdt in dat slechts een
minimaal aantal pathogenen gevoelig zijn voor het geneesmiddel en/of er is heel wat verschil in
gevoeligheid van de pathogenen in dit kwadrant tegenover dit geneesmiddel)
• +++++ = consistente activiteit binnen het kwadrant (het geneesmiddel is
geschikt voor empirische therapie (zowel spectrum tegen de pathogenen als
gevoeligheid))
• ///// = ongevoeligheid binnen dit kwadrant
2
, H1: Farmaca in verband met het perifeer zenuwstelsel
1. Organisatie van het perifeer zenuwstelsel
− Start vanuit het ruggenmerg
− Onder te verdelen in 2 delen:
→ Somatisch zenuwstelsel: activeert/innerveert dwarsgestreepte spiercellen en zorgt
voor contractie van de skeletspieren
▪ Axonen vertrekken vanuit het ruggenmerg
▪ Neurotransmitter: acetylcholine
→ Autonoom zenuwstelsel: met doel homeostase van het lichaam te bewaren
▪ Sympaticus: omvat het ‘fight or flight’ systeem
• Het lichaam maakt zich klaar om te vechten of vluchten
• Hartslag stijgt, bloedruk stijgt, niet bezig zijn met verteren, pupil verwijderd
• Komen uit het thoracolumbaire deel
• Hart, long, oog, speekselklier zijn hierdoor geïnnerveerd
▪ Parasympaticus: omvat ‘live and let live’
• Hartslag dealt, tijd om te verteren, we zijn in rust
• Komen uit het craniosacrale deel (oa de 12 kopzenuwen)
• De belangrijkste hierbij is de nervus vagus (kopzenuw X)
• Zendt efferente zenuwen naar alle thoracale en viscerale organen
• Geslachtsorganen, blaas, SVS zijn hierdoor geïnnerveerd
− De voornaamste effecten bij stimulatie van het parasympatisch systeem
Orgaan Onderdeel Effect
Hart Sino-atriale knoop hartritme door bradycardie
AV knoop geleiding
Bronchi Gladde spieren Contractie (rustige ademhaling)
Klieren Secretie
GI tractus Geheel Tijd op te verteren
Bloedvaten zijn in mindere mate geïnnerveerd door de PS, ze worden vooral door de S geïnnerveerd.
Daling van de bloeddruk is vooral te wijten aan de bradycardie. Bij stimulatie van de sympaticus krijg je
wel contractie van de gladde spiercellen rond het endotheel en dus een stijging van de bloeddruk.
3
,2. Neurohumorale transmissie
− Hierbij zal informatie van zenuw naar zenuw/effectorcel/orgaan worden gecommuniceerd
via neurotransmitters
− Achetylcholine is de belangrijkste neutroteransmittor van de cholinerge transmissie
2.1. Neurohumorale transmissie in het somatisch zenuwstelsel omvat:
Preganglionaire zenuw stelt ACh vrij
Ach bindt op de nicotine receptor van DGS
Dit zorgt voor contractie van de skeletspier
2.2. Neurohumorale transmissie in het autonoom zenuwstelsel omvat:
→ Parasympaticus
Preganglionaire zenuw stelt ACh vrij
Ach bindt op de nicotine receptor van de
postganglionaire zenuw waardoor deze wordt
geactiveerd
Postganglionaire neuronen stellen ACh vrij
ACh bindt op muscarine receptor van de gladde
spiercel rond een alveolus
→ Sympaticus optie 1
Preganglionaire zenuw stelt ACh vrij
Ach bindt op de nicotine receptor van de postganglionaire zenuw
waardoor deze wordt geaciveerd
Adre/NOR bindt op muscarine receptor van de gladde spiercel
rond een zweetklier
4
, 3. Cholinerge transmissie
Intermezzo: Acetylcholine
ACh wordt gesynthetiseerd in de cholinerge zenuw
(gebeurd heel snel)
ACh kan:
- Binden op de receptor
- Worden afgebroken door acetylcholinesterase
tot acetaat en choline
Choline wordt hergebruikt in de cholinerge zenuw om
later weer ACh te maken (via acetylcholinetransferase)
Het esterase inhibeert Ach dus door het af te breken
− Bepaalde GM werken op dit principe: anti-ectoparasitica
→ Dit zijn AchE -inhibitoren
→ Door dit GM zal Ach minder worden afgebroken → er een hogere concentratie Ach is
thv de synaps → gaat meer binden op de nR → meer spiercontractie
→ Men gaat dit dus gebruiken op teken: de teek zal niet meer kunnen bewegen door
spastische paralyse en zal sterven
→ Als men ongewenst een dier hiermee intoxiceert zal je ook spastische bewegingen zien
3.1. Farmacologische beïnvloeding van cholinerge transmissie
− Inleidend:
→ Verhinderen dat ACh zijn werking kan doen (=anti-cholingerica)
→ Werkt op muscarine receptor dus vooral parasympatisch effect => ‘parasympaticolytica’
− Voorbeelden:
→ Bv atropine: afkomstig van een plant gaat het parasympatisch systeem blokkeren
door te binden op de muscarine receptor
→ Bv hyoscine: afkomstig van een plant gaat ook het parasympatisch systeem
blokkeren door te binden op de muscarine receptor
− Effecten:
→ Hart: door inhibitie van de n. Vagus verkrijgt men milde tachycardie (door inhibitie van
bradycardie (inhiberende prikkel) stijgt hartslag → mild want vooral sympatisch geïnnerveerd)
→ Bloedvaten: beperkte hypertensie want is sympatisch geïnnerveerd
→ Klieren: secretie gladde spiercellen geïnhibeerd
→ Oog: inhiberend effect van myosis dus mydriasis (pupilverwijding)
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meribanvanrenterghem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.22. You're not tied to anything after your purchase.