De enkel en voet
1 Inleiding
De voet moet zeer mobiel zijn om zich aan te kunnen passen aan wisselende ondergronden
maar het moet ook een zeer stabiele basis zijn.
Te enkel en voet bestaat uit verschillende gewrichten:
Art. Tibiofibulare proximalis
Art. Tibiofibulare distalis
Art. Talocruralis (bovenste spronggewricht)
Art. Subtalaris (onderste spronggewricht)
Lijn van Chopart = art. Talocalcaneonavicularis
- Art. Talonavicularis (mediaal deel)
- Art. Calcaneocuboidea (lateraal deel)
Art. Cuneonavicularis
Art. Cuboideocuneonavicularis
Artt. Intercuneiformes
Artt. Tarsometatersae
Artt. Intermetatarsae
Metatarsophalangeale en interphalangeale gewrichten
Bij complexe bewegingen (lopen, springen) neemt de functionele belasting van de voet toe.
20% van de musculoskeletale problemen bevinden zich in de enkel en voet.
De meeste patiënten komen naar ons met een chronische klacht.
Problemen aan de voorvoet zien we vooral bij vrouwen. Dit wordt veroorzaakt door hun
schoeisel (hakken, smalle schoenen).
Vaak zijn problemen opgeloste met gepast schoeisel te dragen
Pijn aan de middenvoet is het gevolg van artrose. Dit kunnen we herkennen aan een benig
uitsteeksel of een osteofyt.
1
,Problemen aan de achtervoet en de hiel hebben meestal te maken met de
achillespeesinsertie of de plantaire fascia.
Pijn aan de enkel wijst dan weer op een voorgeschiedenis van een enkeldistorsie.
De benamingen van de bewegingsrichting verandert vanaf het onderste spronggewricht.
Tot art. Talocruralis:
Ventraal
Dorsaal
Proximaal
Distaal
Mediaal
Lateraal
Vanaf art. Subtalaris spreken we over:
Plantair richting van de voetzool
Dorsaal richting van de voetrug
Proximaal richting van de hiel
Distaal richting van de tenen
Mediaal
Lateraal
2 Aandoeningen van de enkel en voet vanuit een
kinesitherapeutisch standpunt
2.1 Statiekproblemen
2.1.1 Platvoet
Wanneer de longitudinale voetboog abnormaal laag of afwezig is spreken we van een pes
planus of een platvoet.
Bij een platvoet staat de calcaneus vaak in valgus en daarom spreken we ook van een pes
planus-valgus.
Een flexibele platvoet komt vaak voor (20% van de volwassenen) en is bij kinderen normaal
(komt bilateraal voor).
Een flexibele platvoet = wanneer de patiënt op de tenen gaat staan herstelt de voetboog
zichzelf.
Een rigide platvoet = wanneer de patiënt op de tenen gaat staan hersteld de voetboog niet.
Pathologische toestand die meestal het gevolg is van een afwijking in de beenderen.
Bij een flexibele platvoet is de beweeglijkheid normaal maar bij een rigide platvoet zijn er
subtalair beperkingen.
2
, De flexibele platvoet is meestal asymtomatisch maar kan som voor een vage algemene
voetpijn en gevoel van vermoeidheid van de voet en het onderbeen zorgen. De pijn is
belastingsafhankelijk.
De standsverandering kan ook voor klachten zorgen thv. de knie, heup en lumbale
wervelkolom.
2.1.1.1 Klinisch onderzoek
Bij een plano-valgus is het klinsch onderzoek belangrijk om een onderscheid te maken tussen
een flexibele of rigide platvoet.
Basisonderzoek
de patiënt op de tenen laten staan
Wanneer de boog hersteld spreken we over een flexibele platvoet
= het probleem ligt musculoligamentair
Wanneer de boog niet hersteld spreken we over een rigide platvoet
= het probleem ligt bij de fixatie van de gewrichten. Dit is meestal een gevolg van een
anatomische afwijking
Toegevoegd onderzoek
Medische informatie een RX of CT kan de oorzaak achterhalen van de rigide platvoet, bij
een flexibele platvoet gaan we niks zien op het beeldmateriaal.
2.1.2 Holvoet
Wanneer de longitudinale voetboog abnormaal hoog staat spreken we van een pes cavus of
een holvoet.
Bij een holvoet staat de calcaneus vaak in varus en daarom spreken we ook van een pes
cavus-varus.
In vele gevallen is de cavo – varus idiopatisch maar in uitzonderlijke gevallen is het een
eerste teken van een onderliggende neuromusculaire aandoening.
Neurologisch onderzoek is aangewezen.
Behandeling is hier eerder aangewezen omdat het geen optimale biomechanische houding is
(verhoogde belasting op de hiel en de voorvoet).
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KaatFrancken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.