Wat moet je als OA/AM weten betreffende de operatieve
behandeling van fracturen?
1. Welke classificaties zijn er betreffende fracturen? (OA 1 t/m 5).
Classificeren van fracturen wordt gedaan om vier redenen:
1. Heldere communicatie
2. Bepalen van de behandeling
3. Bepalen van de prognose
4. Onderzoek naar behandeling en de uitkomst van vergelijkbare fracturen
OA staat voor Arbeitsgemeinschaft für Osteosynthesefragen. De AO-classificatie is een classificatie die
wereldwijd gebruikt wordt en 95% van alle fracturen benoemd.
Het basisprincipe van deze classificatie is de verdeling van alle fracturen in drie types en hun verdere
onderverdeling in drie groepen en hun subgroepen. Daarbij wordt geclassificeerd op toenemende mate van
ernst, de complexiteit van de fractuur, de moeilijkheden inherent aan hun behandeling, en hun prognose. De
classificatie bestaat uit 5 cijfers en letters: bot, segment, type, groep en subgroep. In de praktijk worden
meestal alleen de eerste 4 gebruikt.
Regels:
1. Elk bot is genummerd
2. Ieder diafysair bot is verdeeld in een diafyse segment en twee meta/epifysaire segmenten. De
grootte van het metafysaire deel is gelijk aan de breedte van het metafysaire deel.
3. De complexiteit wordt voor diafysaire fracturen verdeeld in types:
a. Simpel
b. Vlinderfragment
c. Multifragmentair
4. De complexiteit wordt voor metafysaire fracturen verdeeld in types:
a. Extra-articulair
b. Intra-articulair, unilateraal verlopend
c. Intra-articulair, bilateraal verlopend
Er zijn 11 soorten bot:
Humerus;
Radius/ulna;
Femur/fibula;
Wervelkolom;
Bekken en acetabulum;
Hand;
Voet;
Craniomaxillofaciaal;
Scapula;
Clavicula.
Een bot bestaat uit een midden segment (diafyse of schacht) en twee meta/epifysaire segmenten. De
grootte van het metafysaire deel is gelijk aan de breedte van het metafysaire deel (vierkant). De segmenten
zijn op te delen in de proximale metafyse, de diafyse en de distale metafyse.
Diafysaire fracturen
, Type A Type B Type C
1 = spiraal 1= spiraal 1= spiraal
2= oblique >30C 2= 1 vlinderfragment 2= 1 fragment
3= dwars <30C 3= multiple fragmenten 3= multipele fragmenten (o-my-goodness-mass)
Metafysaire fracturen
Type A Type B Type C
1= spiraal 1= laterale fractuur 1= articulair simpel en metafysair simpel
2= 1 vlinderfragment 2= mediaal 2= articulair simpel en metafysair multipele fragmenten
3= multiple fragmenten 3= in frontaal vlak 3= articulair en metafysair multipele fragmenten (o-my-
goodness-mass)
3 hoofdgroepen
Type A-letsels: gevolg van compressiekrachten en dus gefaald in compressie. Omdat het posterieure
ligamentaire complex intact is, is er residuele stabiliteit tegen flexieextensie en rotatiekrachten.
Type B-letsels: gevolg van distractie (flexie of extensie) krachten. Er is sprake van ‘transverse disruption’
(falen van de posterieure ‘tension band’). Vaak bovenop een type A-letsel waarbij een gecombineerde
compressie-flexie of -extensie instabiliteit ontstaat. Een deformiteit kleiner dan een vergelijkbaar type A-
letsel kan dus veel grotere gevolgen hebben voor de stabiliteit van het gehele structuur als posterieure
elementen verzwakt of gescheurd zijn.
Type C-letsels: gevolg van rotatie- en/of translatiekrachten. Vaak bovenop type A- en/of type B-letsels
waarbij een gecombineerd faalpatroon ontstaat.
Subclassificatie van type A-letsels:
- A1: Impactiefracturen. Minimale letsels met een goede residuele stabiliteit. Cave: sommige type B-letsels
kunnen gezien worden als simpele impactiefractuur.
- A2: Splitfracturen. Zeldzame letsels. Vaak gezien bij osteoporotische skeletten. Neurologische en
langetermijnstabiliteit onzeker.
- A3: Burstfracturen. Betrokkenheid van posterior cortex van het corpus leidt tot hoge mate van kans op
neurologische letsel. Langetermijnstabiliteit moeilijk voorspelbaar.
Subclassificatie van type B-letsels:
- B1: Transverse disruption van posterieure elementen ligamentair (PLC letsel). Vaak in combinatie met type
A-fractuur.
- B2: Transverse disruption van posterieure elementen grotendeels ossaal (pedikel-, facet-processus-
spinosusfracturen). Vaak in combinatie met type A-fractuur.
- B3: Zeer zeldzaam. Transverse disruption van anterieur element door de intervertebrale disc.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliewei. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.