, Groei en ontwikkeling
1 Inleiding
Een pasgeborenen verdrievoudigt zijn geboortegewicht in 1 jaar tijd en doet zijn lengte met
de helft toenemen.
Tussen 1-4 jaar:
- Lengte x 2
- Gewicht x 5
- 19 hersencellen per dag erbij
1.1 Wat is fysieke groei
Definitie = kwantitatieve groei in grootte bestaande uit de vermeerdering en toenamen in
grootte van de cellen en cellentussenstof. Dit heeft als gevolg een toename in
lichaamsafmeting en een verandering van de lichaamsverhouding en lichaamssamenstelling.
Bij de mens begint de groei bij de bevruchting en stopt in de late adolescentie.
1.2 Wat is ontwikkeling
Definitie = kwalitatieve verandering bestaande uit een rijping en differentiatie van alle
organen.
Hierdoor gaan alle organen op een bepaald tijdstip functioneren wat tot uiting komt in het
waarneembaar gedrag van het kind.
De ontwikkeling vindt plaats op verschillende domeinen:
- Biologisch
- Sociaal
- Cognitief
- Emotioneel
- Zintuigelijk
- Taalontwikkeling
- …
Er is een interactie tussen de verschillende domeinen.
1.3 Wat is maturatie
Definitie = proces om volwassen/matuur te worden.
Het verwijst naar het proces en de timing om een volledig mature status te bekomen.
Onze ontwikkeling stopt dus niet wanneer ons lichaam een volwassen status heeft bereikt.
We kunnen ook dan nog verschillende vaardigheden verder ontwikkelen.
Vb. autorijden
1
,1.4 Perioden van groei en ontwikkeling
- Embryo
- Foetus Prenataal
- Zuigeling
- Peuter
- Kleuter
- Kind Postnataal
- Adolescent
- Volwassen
- Oudere
2 Prenatale groei en ontwikkeling
De conceptie/bevruchting is het moment wanneer nieuw leven begint. Voor de berekening
van de prenatale leeftijd tellen we van de eerste dag van de laatste menstruatie. Het is
echter moeilijk om de exacte prenatale leeftijd te bepalen.
De ontwikkeling in de baarmoeder is overwegend genetisch bepaald.
Zwangerschapsduur:
- Aterm = 38-40 weken
- Preterm/prematuur = < 38 weken
- Randprematuur = 36-38 weken
- Dysmatuur = te klein voor de zwangerschapsduur (minder matuur)
Er kan een combinatie van prematuur en dysmatuur voorkomen.
Eerste 2 maanden van de ontwikkeling = morfogenese.
In deze fasen kunnen veel aanlegstoornissen ontstaan. Dit is vaak door dat de moeder nog
geen besef heeft van de zwangerschap en de baby in aanraking kom met invloeden van
buitenaf. In deze periode kunnen er dus ook spontane abortussen/miskramen voorkomen.
In deze periode ontstaan ook aanlegstoornissen van de armen en de benen. Deze hebben
echter vaal een onbekende oorzaak.
De volgende 7 maanden = organogenese.
2
, 2.1 Drie stadia van prenatale groei/ontwikkeling
2.1.1 Morfogenese
= kortste fase
Geminale fase: week 0-2
We bepalen de zwangerschapsduur vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie maar de
eigenlijke bevruchting vindt pas plaats in de tweede week van de zwangerschap.
De zygote moet zich eerst verplaatsen naar de baarmoeder. Dit gebeurt met een snelheid
van 2,5 mm per minuut. Wanneer de zygote is aangekomen in de baarmoeder nestelt het
zich in de wand. We spreken nu van een blastocyt. We spreken pas van een embryo
wanneer de blastocyt zich volledig in de wand heeft genesteld.
Embryonale fase: week 2-10
De embryonale fase is een heel belangrijke periode voor de prenatale ontwikkeling omdat
hier de basis voor een gezonde baby wordt gelegd. Alle belangrijke lichaamsstructuren
worden in deze periode ontwikkeld. Dit maakt de embryo heel gevoelig aan schadelijke
invloeden.
Er zijn verschillende lagen waaruit de organen zich ontwikkelen:
- Ectoderm = huid, haar en zenuwstelsel
- Mesoderm = longen, beenderen en spieren (hart)
- Endoderm = spijsverteringskanaal, blaas en andere interne organen
Week 4
Er is een verdikking van het ectoderm en er is een begin gemaakt voor de vorming van het
zenuwstelsel.
Week 5
Het hart begint te functioneren en we kunnen hartkloppingen registreren.
Week 6
De mond ontstaat en de ingewanden en lever ontwikkelen. Ook de ogen, hoofd en hersenen
ontwikkelen. Er ontstaan 2 hersenhelften en de tussen hersenen splitsen en er worden
verschillende onderdelen gevormd: hersenzenuwen, hersenstam en kleine hersenen.
We kunnen nu ook kiemknoppen voor de bovenarmen zien.
Week 7
De bovenbenen beginnen zich te vormen. We kunnen ellebogen en kiemknoppen voor de
handen onderscheiden.
Week 9
Aan de binnenkant van de neurale buis ontwikkelen zich neuroblasten = voorlopers van de
neuronen. Deze vermenigvuldigen zich snel. Het hersenvocht begint ook te circuleren door
de hersenkamers.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KaatFrancken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.