, Inleiding
1. Klinisch redeneren
Voor het klinisch redeneren gebruiken we het ICF, planetair model of het biopsychosociaal
model van beperkingen van Main. Hiermee baseren we ons op de anamnese en het
functioneel onderzoek om een efficiënt behandelplan op te stellen.
Het eerste wat we moeten achterhalen is of er contra-indicaties zijn voor kinesitherapie. Als
dit het geval is moeten we de patiënt terugsturen naar de dokter.
We bekijken de hulpvraag van de patiënt en gaan na of deze realistisch is. Als dit niet het
geval is moet er gepraat worden met de patiënt.
Doordat de patiënt zelf zijn hulpvraag formuleert gaat er automatisch meet therapietrouw
zijn. Ook is het belangrijk om de behandeldoelen in samenspraak met de patiënt op te
stellen.
De behandeldoelen moeten zo functioneel mogelijk gemaakt worden = niveau van
activiteiten en participatie (geeft automatisch meer therapietrouw omdat de patiënten een
beter beeld hebben van het doel en waarom ze de oefeningen moeten uitvoeren).
1.1. Belangrijke aspecten binnen het opstellen van de
behandeldoelen
1.1.1. Acute versus chronische klachten
- In de acute fase is het belangrijk dat we rekening houden met de fasen van
weefselherstel. Dit neemt met zich mee dat we correct moeten afwegen tussen
belasting en belastbaarheid.
Tijdens de acute fase maken we ook een inschatting van de prognose van de patiënt
en welke herstel belemmerende- of -bevorderende factoren aanwezig zijn.
- Bij chronische klachten is er een minder duidelijke relatie tussen belasting en
belastbaarheid. De herstel belemmerende factoren spelen hier een grote rol en
moeten goed onderzocht worden.
1.1.2. Verkeert ziekte-inzicht
Foutieve ziektepercepties kunnen leiden tot niet therapietrouwe patiënt en een vicieuze
cirkel van klachten.
De patiënt heeft dus nood aan een duidelijke uitleg van de klachten en de behandeling die
we willen uitvoeren = coaching gesprek.
1.1.3. Verkeerde centrale pijnmechanismen
Veel patiënten denken dat hun probleem zuiver lokaal ligt. Dit is natuurlijk niet helemaal
omdat de prikkels worden verwerkt door de hersenen en het centraal zenuwstelsel. Ook
worden de bewegingen centraal aangestuurd.
Ons uitsluitend focussen op stoornissen in de anatomische structuren en functies is
daarom fout.
1
, 1.2. Evidence-bases behandelen
We moeten rekening houden met het level van evidence voor de effectiviteit van onze
behandeling.
Het is ook zeker belangrijk dat de patiënt een actieve rol speelt in de revalidatie thuis.
Doel = de patiënt zo veel mogelijk principes van zelfzorg bijbrengen:
- Thuisoefeningen
- Levensstijl aanpassen
2
, Situering van de
musculoskeletale kinesitherapie
1. Geschiedenis
In de 19de eeuw is de manuele therapie zoals we het nu voor een stuk kennen geboren.
Osteopathie en chiropraxie behoren, ook nu nog, buiten de klassieke geneeskunde.
Niet op basis van de uitgevoerde handelingen maar wel op basis van de doeleinden van
deze handelingen.
1.3. Belangrijke studies
- James Cyriax patronen en veralgemening diepe dwarse fricties
- F. Kaltenborn convex/concaaf-regel
- J. Travell myofasciale pijnsyndromen en triggerpunten
- Maitland compressiemobilisaties
- Van der Bijl artrokinematica
- Aad van der El manuele therapie in enge zin
- H. Wolff neurofysiologie in de diagnostiek en behandeling bij manuele therapie
- Holten en Gustaven medische trainingstherapie (MTT)
- Maigne weefselspecifieke veranderingen ten gevolge van aanhoudende
nocisensoriek
- David Bulter neurodynamische testing en neurodynamische mobilisaties
- Gordon Wadedell vernieuwende inzichten over chronische lage rugklachten,
introductie tot cognitief-gedragsmatig en bio-psychosociale denkmodel
- Paul Hodges, Gwendolyn Jull en Peter O’Sullivan nieuw concept voor het
evalueren en behandelen van de motorische controle lumbo-pelvisch, cervicaal en
patellafemoraal.
1.4. Conclusie
Alle bovenstaande namen hebben een grote bijdragen gehad aan de huidige vorm van MSK.
Het zou niet kloppen als we 1 strekking volgen daarom kiezen we bewust voor een
samenraapsel van de verschillende elementen. Hierbij houden we rekening met ‘practice
based evidence’ en ‘clinical trial based evidence’.
Wanneer we later in de praktijk staan gaan we ook gebruik maken van de strekking die het
meest efficiënt lijkt te zijn voor bepaalde patiënten of functiestoornissen. Ook kiezen we
meestal voor de technieken die we het meest onder de knie hebben.
Doel = zo veel mogelijk strekking uitproberen en de voor- en nadelen ervaren + zo veel
mogelijk technieken onder de knie krijgen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KaatFrancken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.90. You're not tied to anything after your purchase.