Bij een faillissement is de curator de centrale figuur en wordt dus belast met het beheer van de
failliete bedoel en de vereffening ervan.
Hij moet zorgen voor de tegeldemaking van het actief, de
aanzuivering van het passief en de verdeling van het eventuele
saldo;
Hij treedt daarbij zowel op voor de gefailleerde van wie hij het
vermogen beheert, als voor de gezamenlijke schuldeisers, in wiens
belang hij handelt.
Hij kan alle vorderingen van de gefailleerde uitoefenen;
Hij moet bij het vervullen van zijn opdracht het gezamenlijk belang
van de schuldeisers nastreven en brengt verslag uit over zijn
activiteiten.
Vraag 2: Wat is het verschil tussen een obligatie en aandeel?
Bij het kopen van een aandeel gokt u op een (financieel) positieve toekomst van de onderneming en
beschikt u normaliter over stemrecht en dus heeft u iets te zeggen; bij een obligatie tekent u (de
uitlener) als het ware een contract met de ontlener waarbij u over bepaalde zaken al meteen
overeenstemming bereikt
Vraag 3: Welke geschillen komen onder de ondernemingsrechtbank?
Een niet-onderneming die een vordering tegen een onderneming instelt, kan die eveneens voor de
ondernemingsrechtbank brengen. Andersom kan dat niet dan moet dit voor de vrederechter of
rechtbank van eerste aanleg worden gebracht. De ondernemingsrechtbank is daarnaast wel bevoegd
voor een aantal specifieke geschillen (bv. geschillen tussen vennoten, geschillen m.b.t. wisselbrieven
of geschillen die ontstaan uit een faillissement).
Vraag 4: Waarom kiezen als zelfstandige voor een vennootschap?
o Voordelen:
Beperkt aansprakelijk. Schuldeisers kunnen in de regel dan ook het
privévermogen van de vennoten niet aanspreken.
Eenvoudiger om samen te werken en het vinden van investeerders.
Ziekte/ongeval/overlijden van één van de vennoten leidt niet tot het einde
van de vennootschap.
Belastingregime binnen een vennootschap is vaak voordeliger dan het fiscaal
regime van een eenmanszaak.
Vraag 5: Hoe is de koper beschermd tegen verkoop op afstand?
Het herroepingsrecht is het recht om de overeenkomst ongedaan te maken. Het dient als een
bescherming voor de consument die iets bestelt dat niet helemaal aan zijn verwachtingen voldoet.
De consument kan zijn herroepingsrecht immers uitoefenen zonder opgave van redenen. Dit kan
ingeroepen worden gedurende veertien dagen en begint te lopen voor goederen de dag waarop de
consument het goed fysiek in bezit neemt. Als de onderneming de consument geen informatie heeft
bezorgd over het herroepingsrecht dan bedraagt de termijn van het herroepingsrecht twaalf
maanden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kmartens0701. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.