Positief recht – ideaal recht
Positief recht: het recht dat is vastgesteld of erkend is door de bevoegde autoriteiten. Dit
type recht is verbindend en heeft gelding. In beginsel is dat het recht dat is opgenomen in
officiële documenten en is gepubliceerd.
Ideaal recht: het recht dat voor een groep of individu wenselijk of ideaal zou zijn. het is niet
perse ergens vastgelegd, het is meer een mening over hoe het recht zou moeten zijn of wat
erin zou moeten staan.
Objectief recht – subjectief recht
Objectief recht: het geheel aan rechtsregels, een verzameling van alle Nederlandse
rechtsregels. (law)
Subjectief recht: een aanspraak of bevoegdheid die je kunt ontlenen aan het objectieve
recht. Vanuit het objectieve recht, rechtsregels, vloeien subjectieve rechten voort. (rights)
Internationaal recht – nationaal recht
Internationaal recht: recht dat zijn herkomst kent bij staten onderling of internationale
organisaties. Het recht van internationale organisaties zijn vaak verdragen, bv EVRM.
Nationaal recht: recht dat is vastgesteld in een bepaalde staat en gelding heeft binnen het
grondgebied van deze staat. Regels die binnen Nederland zijn vastgesteld en gelding hebben
binnen ons grondgebied zijn nationaal recht.
Publiekrecht – privaatrecht
Publiekrecht: het recht in de relatie overheid – burger treedt . Binnen het publiekrecht vallen
staatsrecht, bestuursrecht en het strafrecht. Dit zijn allemaal gevallen waarin de overheid
voorkomt in een zaak. De burger kans soms onvrijwillig in een procedure belanden, als hij
bijvoorbeeld wordt aangeklaagd door het OM wegens diefstal. De rechter heeft vaak een
controlerende taak binnen het publiekrecht.
Privaatrecht: het recht tussen personen (of bedrijven etc.) onderling. Het initiatief van een
procedure ligt volledig bij de burgers zelf. Er komt alleen een zaak als de burgers dat zelf
willen. De rechter hakt de knoop dan door tussen de burgers.
Dwingend recht – aanvullend recht
Deze vormen zien we voornamelijk in het privaatrecht als burgers onderling een contract of
overeenkomst sluiten.
Dwingend recht: Het recht verbiedt partijen om met hun contract af te wijken van de
wettelijke bepalingen. Ze dwingen partijen dus om recht te respecteren en daar niet van af
te wijken.
Aanvullend recht: Het recht vult het contract aan in de aspecten waar de partijen niks over
hebben geregeld. Partijen mogen er vanaf wijken. Je bent er alleen aan gebonden als je er
niet zelf voor kiest ervan te wijken.
Formeel recht – materieel recht
Formeel recht: regels die bepalen hoe het recht gehandhaafd kan worden (procesrecht)
,Materieel recht: geeft aan welke rechten, plichten en bevoegdheden de burgers tot wie de
regel zich richt aan die regel kunnen ontlenen.
Functies van het rechtssysteem
1. het scheppen van sociale orde.
2. Het bevorderen van niet-gewelddadige conflictbeslechting.
3. Het garanderen van de individuele ontplooiing en autonomie van burgers.
4. Het bewerkstelligen van een zo rechtvaardig mogelijke verdeling van schaarse
goederen in de samenleving.
5. Het kanaliseren van sociale veranderingen.
Week 2
Drie theorieen van waaruit je het recht kunt benaderen (diepgang week 3):
- Rechtspositivisme: regels zijn regels. Scheiding tussen recht en moraal. Scheiding
tussen recht en politiek en beleid.
- Rechtsrealisme: maatschappelijke en praktische belangen. Wat is maatschappelijk
goed om te doen? er is een verband is een tussen recht en politiek. Het recht
fungeert in dienst van de maatschappij.
- Natuurrecht: Het geschreven recht is een uitwerking van het ongeschreven hogere
recht (hogere beginselen van rechtvaardigheid), het natuurrecht.
Bij recht speelt rechtvaardigheid een rol. Redelijkheid en billijkheid. Onlosmakelijk
verband tussen recht en rechtvaardigheid. Recht dat niet eens de bedoeling heeft om
rechtvaardig te zijn, is de naam recht niet waardig.
De zaak van de grot onderzoekers
Fictief verhaal gepubliceerd in 1949 door Lon Fuller. Verhaal speelt zich af in 4300 N.C.
Vijf grotonderzoekers komen vast te zitten in een grot en bepalen na verloop van tijd iemand
te vermoorden om te overleven. De vraag: zijn de mensen nou schuldig aan moord of niet?
‘wet van Newgarth’: als je iemand vermoord hebt, zal je daar ook gestraft voor worden
(doodstraf). Deze casus is een hard case omdat rechters verschillen in mening over de
manier waarop het recht moet worden toegepast. Deze zaak wordt bekeken door vijf
rechters die allemaal verschillende meningen hebben en redeneren vanuit de drie theorieen.
De 5 rechters met hun oordeel:
- Truepenny. Rechters moeten doen wat de wet zegt; in dit geval dus gewoon de
doodstraf die ze gekregen hebben. Er is rechterlijke gebondenheid aan de regels.
Uitspraken hoeven niet rechtvaardig te zijn. Het bestuur moet dat maar oplossen en
dat roept hij ook op. Truepenny wil in principe de wet dus volgen, maar wil de
uitkomst die de wet oplevert in deze zaak wel laten corrigeren door het bestuur. Hij
wil het recht niet schenden dus veroordeelt de verdachte wel, maar laat het
uiteindelijk in principe over aan de Chief executive die de straf kan verminderen op
een manier dat het juridisch nog klopt.
- Foster (natuurrecht): er is een noodzakelijk verband tussen recht en
rechtvaardigheid. Recht dat niet rechtvaardig is de naam recht niet waardig. Twee
, redenen dat de onderzoekers geen straf hoeven te krijgen; 1. dit is een uitzonderlijke
situatie dus we kunnen niet zomaar de normale rechtsregels toepassen op zo’n
uitzonderlijke situatie. Er gelden in die grot geen gewone regels, maar beginselen van
de natuur waardoor je bv het recht hebt je eigen leven te beschermen. De mannen
bevonden zich in een state of nature dus het recht dat is opgesteld de normale
samenleving geldt niet. 2. Ipv kijken naar de letter van de wet, moet je kijken naar de
onderliggende gedachte. Hert doel van de wet is belangrijker dan de oppervlakkige
regels. Die oppervlakkige regels moeten uitdrukking geven aan de diepere beginselen
van rechtvaardigheid. Je hebt het recht om je eigen leven te beschermen. In de wet
staat bijvoorbeeld dat het verboden is om iemand te doden. Dat je iemand mag
doden uit zelfverdediging is geaccepteerd maar staat nergens letterlijk in de wet, het
is het DOEL van de wet. Zelfverdeding moet in deze casus ook worden toegepast
waardoor het letterlijk wetsartikel over doding niet geldig is. We moeten luisteren
naar ‘the tribunal of common sense’ waarmee met de rede rechtvaardigheid
gevonden kan worden.
- Keen (rechtspositivisme): volkomen oneens met Foster. Recht en rechtvaardigheid
hebben niets met elkaar te maken. Wat een ‘goed’ en ‘kwaad’ is, is niet bedoeld voor
rechters om over te bepalen. Als het recht niet rechtvaardig is, moet dat veranderd
worden door de wetgever en niet door rechters. Rechters moeten gewoon de wetten
uitvoeren die gegeven worden. is beter op de lange termijn om het geschreven recht
gewoon toe te passen, ook al ziet de gewone mens dat niet gelijk in. De wetgever
(politiek) moet bepalen wat goed en kwaad is. Hij heeft kritiek op Truepenny omdat
hij te veel druk legt op het bestuur die het moet oplossen, dit is in strijd met de trias
politica. Keen zegt dat als hij Chief executive zou zijn hij de grotverkenners genade
zou toekennen. Maar hij zegt ook dat hij eenmaal een rechter is en daar dus niet over
mag oordelen maar gewoon het geldende recht moet volgen. Grotverkenners zijn
schuldig aan moord en moeten worden veroordeeld.
- Handy (rechtsrealist): hij is het niet eens met truepenny dat hij het overlaat aan de
Chief Executive. Niet te veel kijken naar de wetten en hoe rechtvaardigheid daarin te
zien is, maar in deze situatie kijken naar wat het verstandigst/meest praktisch is om
te doen. Is het bv voor de maatschappij slim of goed om die onderzoekers te
beoordelen? Niet te veel kijken naar abstracte theorieen, maar menselijke feiten.
Hij besluit de onderzoekers onschuldig te verklaren omdat de meeste mensen in de
samenleving de onderzoekers onschuldig vinden. Volgens hem handelt de rechter
het beste als hij de juridische beginselen en vormen gebruikt als instrument om tot
het beste resultaat te komen.
- Tattings: Vindt het lastig om te bepalen wat het goede is om te doen in deze zaak. Hij
wordt in de war gebracht door zijn emoties tussen het volgen van de regels of tussen
kiezen wat goed of kwaad is. Gaat tegen Foster in: wat is rechtvaardigheid dan?
Waarom geldt het geldende recht hier niet, omdat de muren te dik waren? Ook zegt
tatting dat een wet niet zo kan worden toegepast dat het toepassen in strijd komt
met het doel van de wet. Hij gaat ook in tegen de zelfverdediging die Foster
aanhaakte. Bij zelfverdediging ontbreekt de wil van de verdachte. Deze mannen
wilde het echter wel en hebben er zelfs over nagedacht. Trekt zich uiteindelijk terug
uit de zaak en maakt geen beslissing.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kellyvansant. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.