Samenvatting alle hoofdstukken van neuropsychologie van Vives Kortrijk. (breinkaarten, afbeeldingen en figuren uit de cursus niet inbegrepen in de samenvatting)
Neuropsychologie
HS1: geschiedenis
Definitie neuropsychologie
Neuropsychologie= ontwikkelen van wetenschappelijke kennis over het menselijk gedrag adhv het
functioneren van het brein
2 soorten neuropsychologie
1) Experimentele
= cognitieve neuropsychologie
Hoe mentale processen verlopen vb. taal, geheugen…
2 niveaus
o Structureel niveau
= welke deelaspecten/ onderdelen werken samen?
o Dynamisch niveau/ temporele
= hoe mentale processen in tijd verlopen
Vb. simultaan of serieel? Om taal te begrijpen: eerst opvangen, klanken
onderscheiden, woorden…
2) Klinische
= onderzoeken en behandelen van hersenbeschadiging
Verschillende stoornissen
o 1) primaire stoornissen
Vb. schade aan zintuig of lichaamsdeel zelf
o 2) hogere functie/ neuropsychologische stoornissen
Vb. zowel mentaal als lichamelijk zoals geheugenverlies
o 3) psychologische stoornissen
Geschiedenis
1. Oudheid
2 theorieën: waar zit de motor van ons handelen?
1) Harthypothese
Hart= de motor van menselijk handelen
o Warm en actief
Aristoteles & Empedocles
Hersenen= enkel om bloed te koelen warmte stijgt
2) Hersenhypothese
Hersenen= motor van denken, voelen en handelen
o Dichtst bij de hemel! foute redenen
Plato, Hippocrates & Galen
1) Lokalisatieleer/ lokalisationisme
= elke functie heeft een specifieke plaats
Vb. 1 gebied voor herkennen van gezichten, een ander voor taal productie
Beschadiging?= uitvallen van de functie andere gebieden nemen niet over
, Frenologie
o Hersenen zijn als spieren
o Hoe groter hersendeel, hoe beter functie
Zorgt voor vervorming van de hersenen (bulten en holtes)
o Onderzoeken via Cranioscopie= aftasten van hoofd
2) Holisme
= elke functie is verdeeld over volledige brein
o Brein is 1 geheel
Beschadiging?= andere functies nemen over
Adhv onderzoeken van hersenletsel bij dieren
Welke visie is juist?
bewijs voor lokalisatie
Afasiepatiënten
o Tan begreep gesproken taal, maar kon enkel Tan zeggen letsel linker frontale
kwab
Linker hemisfeer= belangrijk voor taal
Broca
o MAAR anderen= vloeiend spreken zonder taal begrijpen
Letsel linker temporale kwab
Wernicke
DUS meerdere taalcentra onderling verbonden
Kogelverwondingen bij soldaten
o Hersenen in kaart brengen
Specifieke geheugenassociaties
o Elektrische shocks in specifieke gebieden= oproepen van beelden/ gezichten
o Gebeurt niet bij andere gebieden
Bewijs holisme
Onderzoek basis van geheugen
o Adhv dieren die voedsel zoeken in doolhof
o Plaats van letsel maakte niet uit wel grote
2 principes
o Law of mass action
= alle hersendelen zijn samen actief/ 1 geheel
o Law of equipotentiality
=Verschillende gebieden hebben dezelfde functie
(figuur p 53)
HS 2: hersenmodellen (4)
1. 3 functionele units van Luria
Unit 1: activatie unit
fylogenetisch Oudste unit (= volgens onze evolutie)
o Basis van alles ook unit 2 & 3
, Subcorticale gebieden
o Hersenstam
o Tussenhersenen
o Mediale grote hersenen limbisch systeem
Centrale kern: reticulaire formatie in hersenstam
o Kan de gehele of een deel van cortex activeren
Functies:
o 1) Ascenderend reticulair activerend systeem (ARAS)
=Stijgende banen die de cortex (buitenste laag grote hersenen) activeren
Bepaald alertheid, aandacht & concentratie
= basisarousal
o 2) Descenderend reticulair activerend systeem (DRAS)
= dalende banen van reticulaire formatie die ruggenmerg activeren
Beïnvloed spiertonus
= nodige spierspanning vb. blijven zitten op stoel
Spiertonus en alertheid beïnvloeden elkaar!
o Vb. minder alert= andere houding zoals hangen op je stoel
Unit 2: sensorische unit
Posterieure gebieden
o Achter de centrale groeve
Functie:
o informatieverwerking
opvangen, selecteren, verwerken, opslaan van zintuigelijke informatie
verschillende delen gespecialiseerd in verwerken van 1 zintuig
o delen= module
Verbonden met ARAS via collateralen (vertakkingen)
o Enkel prikkels waarnemen en verwerken bij genoeg arousal
Wordt opgesplitst in:
1) Primaire sensorische gebieden
Kenmerken:
o Modaliteitsspecifiek: elk zintuig= eigen primair verwerkingsgebied
o Geordende projectie: punt-op-punt projectie met 1 receptor op 1 specifieke plaats
vb. 1 neuron staat in voor de lippen, een ander voor de handen
1) tastreceptor in primair somatosensorische cortex: somatotopie
2) visuele receptor in primair visuele: retinotopie
3) geluidsreceptor in primair auditieve: tonotopie
o Gekruiste verbindingsbanen: rechts waargenomen info verwerkt in linker hemisfeer
Gehoor= zowel contralateraal als ipsilateraal linkeroor geeft ook lichtelijk aan
linker hemisfeer
Zicht= linker en rechterkant per oog wordt onderscheiden (figuur p69)
2) Secundair sensorische gebieden
= sensorische associatiegebieden
Primaire info verder verwerken betekenis toekennen aan wat men waarneemt
Nog modaliteitsspecifiek
3) Tertiaire sensorische gebieden
Info uit verschillende delen worden samengevoegd
, Prikkels worden in het geheel gezien ruimtelijke organisatie
o Vb. links-rechts onderscheiden
Selectieve aandacht voor prikkels voor betere verwerking
Abstractie: overgaan naar symbolische de betekenis is los van de prikkel
o Vb. herinneringen koppelen aan geuren, smaak…
Belangrijk voor motoriek: handelingen gestuurd via waarneming
o Vb. straat oversteken= kijken en luisteren
Unit 3: motorische unit
= handelingen aansturen en veroorzaken
Anterieure gebieden
o Voor de centrale groeve
o Motorische en prefrontale cortex
Ook motorisch geheugen
o = vaardigheden leren en opslaan in geheugen
Wat valt er onder handelingen?
o 1) uitwendig waarneembare acties vb. bal gooien
o 2) psychische activiteit vb. beweging in het hoofd uitvoeren
o 3) acties om te communiceren vb. praten, gebaren
o 4) exploratieve motoriek: adhv oog-hoofdbewegingen oriënteren in omgeving
= inner map vormen van de omgeving
Wordt opgesplitst in:
1) Tertiair motorische gebieden
= motor van gedrag geeft impuls tot handelen
Uitgelokt door:
o Interne prikkel: een gedacht vb. ik heb honger
o Externe prikkel: vb. telefoon rinkelt
Plannen van handeling
o “programmeren” van wat er moet gebeuren
Prefrontaal gebied= belangrijk voor organisatie gedrag
o Superviserende rol!
2) Secundaire motorische gebieden
Motorische programma’s voorbereiden
o = ‘de partituur’ spieren op juiste moment bewegen + vloeiend na elkaar
3) Primaire motorische gebieden
Spieren op juiste moment, juiste tempo & juiste volgorde bewegen
Somatotopie:
o = geordende projectie
o 1 neuron activeert 1 specifieke spiercel
Contralaterale projectie
o = gekruiste banen
o Bij letsel hemiparese (verlamming aan 1 helft)
3 principes binnen unit 2 & 3
Opsplitsing tussen primaire, secundaire en tertiaire gebieden
Kenmerken van deze opslitsing:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nodevlaminck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.11. You're not tied to anything after your purchase.