WEEK 1:
Klinisch redeneren
Doelstellingen:
De student kan uitleggen waarom klinisch redeneren als vaardigheid belangrijk is voor het
verpleegkundig beroep en voor de student als studiehulpmiddel;
*Klinisch redeneren is kijken/meten/nadenken/communiceren over diagnose, oorzaak, prognose en
behandeling van een ziekte.
*Met behulp van de methodiek van Dobber en Bakker kun je structuur aanbrengen in het kijken –
meten – etc.
*VSS (Vroeg signalering systeem) is een hulpmiddel om snel de belangrijkste metingen en observaties
bij een patiënt te kunnen beoordelen.
De student kan met behulp van de VSS de parameters bloeddruk, temperatuur en pols
beoordelen.
Tensie normaal is 120/80. Ouderen hebben vaak een hogere bovendruk, door slechtere vaten.
Slechtere vaten kan komen door verkalking of minder elasticiteit in de vaten. Het hart moet meer
pompen om bloed rond te krijgen. Ook speelt inspanning een rol bij de bovendruk door bijvoorbeeld
stress.
Kijk niet alleen naar getal van bloeddruk maar ook naar patiënt. Is patiënt gezond, of heeft patiënt
obesitas?
Tot wanneer is je bloeddruk goed?: 140 bovendruk is richtlijn. Bij bovendruk 150/160 bovendruk
worden sommige delen in je lichaam te veel belast.
180 bij stress is prima, als na de stress maar de bovendruk zakt.
Koorts: 38 graden. Hoe hoger je koorts, hoe harder je lichaam werkt. Ongeveer boven de 43 graden
gaan de eiwitten in de hersenen zich ontvouwen. In het begin is dit proces nog te herstellen, maar na
lange tijd laat dit schade achter aan de hersenen.
Verhoging: 37,5 graden tot 38 graden, daarna spreken we van koorts.
Kinderen kunnen beter tegen koorts dan volwassenen.
Anaal is de meting het betrouwbaarste.
Pols: Tot de 100 is oké. Boven de 100 pols zie je ook vaak dat er andere waardes niet kloppen. De
polsslag is sneller bij kinderen en wordt naarmate men ouder wordt langzamer.
, WEEK 2.
NSM
Doelstellingen
De student kan de onderliggende theoretische basisbeginselen van het NSM beschrijven;
Onderliggende theorieën NSM:
- Systeemtheorie (o.a. von Bertanlanffy, 1934)
Hoe kijk je naar de mens?
* Als een systeem dat continue in verbinding staat met de omgeving
* Een systeem kan 1 persoon zijn, een gezin, familie, klas etc…
* Vanuit een holistisch, integraal perspectief: Alles is (potentieel) belangrijk!
- Je kijkt niet naar 1 stukje van iemand, maar naar hele proces van iemand. Stel: Iemand heeft een
wond. Dan verbind je niet alleen de wond, je kijkt ook naar bijvoorbeeld ondervoeding etc. Je echte
taak: De persoon zién!
* Met een basisstructuur die op 5 verschillende variabelen interacteert met de omgeving.
* Die ter bescherming verschillende verdedigingslinies heeft.
- Ieder systeem heeft een basiskern. Basiskern staat voor het leven of niet leven. Als je kern is
aangetast, komt je leven in gevaar. Om de kern te beschermen hebben we verschillende
verdedigingslinies . Verdedigingslinies kunnen zijn: speeksel, huid, weerstand.
Systeem kan 1 persoon zijn, maar ook 1 klas. Alles in omgeving heeft effect op jou! Een persoon staat
NOOIT alleen. Je woont ergens, je ziet mensen, alles speelt een rol.
- Preventietheorie (o.a. Caplan, 1970) > Gezondheidszorg
Hoe kijk je naar je verpleegkundige taak?
Verpleegkundigen zouden niet moeten denken in ziek en/of gezond!
Vakgebied: Iemand preventief gezond mogelijk houden. Bijvoorbeeld: Iemand krijgt een chemokuur.
Wij kijken dan als verpleegkundigen of de medicijnen aan slaan bij de misselijkheid van de
chemotherapie.
Maar: Als het voorkomen van het (verder) uit balans raken van het systeem.
- Primair: Voorkomen van verstoring.
- Secundair: Herstellen van de balans.
Dit betekend niet dat bijvoorbeeld de kanker wordt genezen, maar wij kijken hoe je ondanks de
kanker zich zo goed mogelijk voelt (bijvoorbeeld als een medicijn aanslaat die werkt tegen
misselijkheid van de chemokuur).
- Tertiair: Het vinden van nieuwe balans.
We willen dat cliënten net iets meer energie hebben dan nodig is. Bijvoorbeeld: Stel je komt bij een
cliënt om zijn of haar rug af te drogen, zoals het verpleegplan zegt. De cliënt zegt in de ochtend dat
ze geen energie heeft en vraagt daarom of jij alles wil overnemen als verpleegkundige, zodat ze wel
veel energie in haar kinderen kan steken. In dit geval wijk je af van het protocol/zorgplan en droog je
alles af, zodat de energiebalans hoger wordt.
Dood: Als meerdere variabelen geen energie meer hebben op lang termijn.
- Stress coping theorie (o.a. Lazarus, 1984)
Hoe verklaar je reacties van een mens?
Koppelt omgeving en systeem.
* Niet alle invloeden (stressoren) zijn ook echt van invloed.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.