In dit document vind je een uitgebreide samenvatting van alle tentamenstof voor de cursus Interculturele Communicatie, behorend tot de minor Interculturele Communicatie / het keuzevak behorend tot de studie Bestuurs- en Organisatiewetenschap (cursuscode: USG4030). Hiermee heb ik een 8 gehaald voor ...
Week 47................................................................................................................................ 2
College aantekeningen week 47 ........................................................................................ 2
Introduction: Communicating in a Culturally Diverse Society ............................................. 3
Ch2. Culture and People ................................................................................................... 3
Ch3. Communication and Culture ...................................................................................... 7
The Sapir-Whorf Hypothesis – Daniel Chandler .............................................................. 13
Language and Thought – Bernard Comrie....................................................................... 14
Ch4. Perception and Categorization ................................................................................ 15
Wereldkaartprojecties ...................................................................................................... 20
Week 48.............................................................................................................................. 21
College aantekeningen week 48 ...................................................................................... 21
Ch1. Challenges of Living in a Global Community ........................................................... 21
Interculturele communicatie: contrast, interactie en transfer – Ten Thije & Deen (2009) .. 24
The Conversational Analysis of Interethnic Communication – Gumperz, Jupp & Roberts
(1979) .............................................................................................................................. 26
Ch7. Verbal Communication and Culture......................................................................... 28
Week 49.............................................................................................................................. 32
Ch5. Value Orientations and Behaviour ........................................................................... 32
Hall’s cultural factors ....................................................................................................... 39
Dimensies van Trompenaars - The Seven Dimensions of Culture: Understanding and
Managing Cultural Differences ........................................................................................ 41
Interview met Hofstede: “Godfather” van culturele diversiteit ........................................... 43
Brown & Levinson: Face .................................................................................................. 45
Is the Brown and Levinson (1987) Model of Politeness as useful and influential as
originally claimed? An assessment of the revised Brown and Levinson (1987) Model –
Kate Gilks (2009). ............................................................................................................ 46
DSM-model Pinto ............................................................................................................ 48
Some properties of interpretive procedures - Ciroucel (1973) .......................................... 49
Week 50.............................................................................................................................. 50
Ch8. Nonverbal Communication and Culture ................................................................... 50
Ch10. Intercultural and Intergroup Relations.................................................................... 55
Ch11. Intercultural and International Conflicts ................................................................. 60
Non-verbale communicatie bij interculturele communicatie.............................................. 65
Pictogrammenwinkel ....................................................................................................... 66
1
,Week 47
College aantekeningen week 47
Cultuur = een systeem van regels, codes en symbolen die noodzakelijk zijn voor de
interpretatie van gedrag. Het gaat om betekenis geven aan de omgeving, teneinde daarin te
kunnen overleven.
Ui-model = in het midden zitten de waarden en grondbeginselen, die je vanaf buiten alleen
kunt waarnemen door gedrag wat mensen vertonen. Je moet hiernaar vragen, dit kun je niet
waarnemen. Rituelen, helden en symbolen kun je wel waarnemen.
Hofstede: drie niveaus van mentale programmering
Interculturele communicatie = een proces waarin een zender uit cultuur A - gebruik
makend van een bepaald kanaal via een medium - informatie doorgeeft aan een ontvanger
uit cultuur B die deze informatie op de een of andere manier verwerkt. De communicatie kan
plaatsvinden in cultuur A, B of in een derde cultuur (cultuur C).
Liu et al.: ‘Culture and communication mutually influence one another, producing different
behavioural patterns in different contexts (ex.: socialization)’.
Diversiteit bijv. door globalisering
- Handel buiten landsgrenzen is gewoon geworden
- De groei van internationaal toerisme speelt ook een rol → internationale
arbeidsmarkt
- Immigratie zorgt voor meer diversiteit
- Growing Domestic Diversity: steeds meer minderheden dus meer diversiteit.
- Dus: meer interculturele skills nodig.
Technologie: we staan steeds meer en sneller met de hele wereld in verbinding
Dominant Culture = verwijst naar de grootste invloeden van normen/waarden,
communicatieve patronen en gebruiken van de cultuur. Macht: gaat niet om aantal mensen
die de dominante cultuur aanhangen maar om de grootste invloed op de samenleving.
Hoe kunnen etnocentrisme, stereotypen, vooroordelen en racisme interculturele
communicatie schaden?
- Normen en waarden (horend bij cultuur) zijn de basis van onze gedachten en acties.
- Begrip daarvan is belangrijk voor onszelf en richting anderen.
- Stereotypering brengt risico op generalisatie en simplificatie.
- Etnocentrisme = je eigen cultuur als meetlat gebruiken.
2
,Introduction: Communicating in a Culturally Diverse Society
Cultuur = definieert een groep mensen, bindt hen aan elkaar en geeft hen een gevoel van
gedeelde identiteit. Het middel waarmee een samenleving uiting geeft aan haar structuur en
functie, haar visie op het universum, en wat zij beschouwt als de juiste manieren om te leven
en andere mensen te behandelen. Culturele tradities maken een ontwikkelingsproces door
en worden van generatie op generatie doorgegeven. Centraal in dit hele proces van
culturele verandering en instandhouding staat de menselijke communicatie.
De herkomst van de studie van interculturele communicatie komt vanuit the Chicago School,
bekend om baanbrekend empirisch onderzoek gebaseerd op de theorieën van de Duitse
socioloog Georg Simmel.
Social distance (Robert E. Park) = de mate waarin een persoon een gebrek aan intimiteit
ervaart met personen die verschillen qua etniciteit, ras, godsdienst, beroep of andere
variabelen.
Ch2. Culture and People
Leerdoelen:
• Verschillende componenten en karakteristieken van cultuur identificeren.
• Verschillende typen subculturen definiëren en analyseren.
• Verklaren van discursieve constructie van cultuur en identiteit.
• Evalueren van verschillende benaderingen om cultuur te bestuderen.
Cultuur = tradities, gewoonten, normen, overtuigingen, waarden en denkpatronen van een
groep of gemeenschap, die van generatie op generatie worden doorgegeven. Omvat
voedsel, muziek, taal, kledingvoorschriften, kunstvoorwerpen, familie, organisatie, politiek,
verhalen, de productie en distributie van goederen. Hall (1966) stelt dat cultuur die diepe,
gemeenschappelijke, onuitgesproken ervaringen zijn die leden van een bepaalde cultuur
delen, communiceren zonder het te weten, en die de achtergrond vormen waartegen alle
andere gebeurtenissen worden beoordeeld.
Cultuur = de bijzondere levenswijze van een groep mensen en het proces van
betekenisgeving waarmee mensen betekenis geven aan hun sociale wereld. Neerslag van
kennis, ervaring, overtuigingen, waarden, tradities, religies, opvattingen over tijd, rollen,
ruimtelijke verhoudingen, wereldbeelden, materiële objecten en geografisch grondgebied.
Digital culture = de veranderingen die de hedendaagse digitale, genetwerkte en
gepersonaliseerde media in onze samenleving teweegbrengen, en de transformatie van
gedrukte en uitgezonden media naar genetwerkte media die steunen op digitale
communicatietechnologieën. De digitale cultuur vertegenwoordigt dus de hedendaagse
fase van de communicatietechnologieën. De opkomst van de digitale cultuur gaat
gepaard met meer participatie van de gebruiker en een meer gepersonaliseerde en
visueel rijke mediaomgeving. De term "digitale cultuur" is gaan verwijzen naar de vele
manieren waarop jongeren in hun dagelijks leven omgaan met digitale media en
technologieën.
3
, Componenten van cultuur, onderverdeeld in drie levels (Dodd, 1998):
1. Inner core = bestaat uit (1) geschiedenis, (2) identiteit, (3) overtuigingen, (4)
waarden, en (5) de wereldbeelden van een culturele groep. Elke cultuur heeft een
geschiedenis die de opslagplaats is van cultureel erfgoed en ontwikkeling. De kracht
van erfgoed demonstreert de continuïteit van een cultuur van generatie op generatie,
die de leden samenbindt en een gevoel van identiteit geeft.
• Identiteit geeft ons een plaats in de wereld en weerspiegelt de band tussen
ons en de maatschappij.
• Overtuigingen zijn de voorstellingen die een individu van de werkelijkheid
heeft, bekeken door dat culturele venster.
• Cultuur kent ook begrippen van uiteindelijke betekenis en van belang op
lange termijn, waarden genoemd, die verder gaan dan waarheids-
verklaringen. Waarden vertellen de leden van de culturele groep hoe zij goed
of slecht, goed of fout moeten beoordelen. Het gaat om oordelen, en dus
verschillen waarden van cultuur tot cultuur.
• Wereldbeeld = het geloof van een cultuur over de natuur en de werking van
het universum. Inzicht in het wereldbeeld van een cultuur kan helpen de
gedachten en gedragspatronen van haar leden te voorspellen.
2. Intermediate layer = bestaat uit activiteiten als manifestaties van cultuur. Volgens
Dodd (1998) kunnen culture activiteiten worden uitgedrukt op veel verschillende
manieren: als technologie, materiële voorwerpen, rollen, regels, rituelen, gewoonten,
communicatiepatronen en artistieke uitingen.
• De rituelen en gebruiken die mensen in acht nemen en de feesten die
mensen vieren weerspiegelen cultuur (de viering van Koningsdag bijv,
versterkt de overtuiging dat de Nederlandse koning een belichaming is van
hoop en eenheid in tijden van oorlog, tegenspoed en natuurrampen).
• Kunstwerken zijn culturele producten.
• Technologie is ook een zeer opvallend kenmerk van de cultuur, en komt tot
uiting in haar vervoer, communicatie, voedsel, kleding, onderdak en
werktuigen.
• Wat wij doen in een culturele context vormt relaties met anderen; deze
relaties genereren een dynamiek van rollen en verwachtingen.
• Elke cultuur verwacht ook bepaalde communicatiepatronen. Communicatie-
gedragingen zoals gebaren, luidheid, directheid en het nemen van een beurt
worden allemaal verwacht in overeenstemming te zijn met de verwachtingen
van een cultuur.
3. Outer layer = gaat om de instellingen van een cultuur. Instituties vormen de
geformaliseerde systemen, waaronder religie, economie, politiek, gezin,
gezondheidszorg en onderwijs. Deze systemen zijn de producten van de cultuur.
• Religie verwijst naar elk systeem van denken dat antwoorden geeft op de
grote vragen in het leven, de dood en het leven na de dood. Het biedt kaarten
voor individuen op hun reis naar geloof en geloof. Religie en cultuur zijn met
elkaar verweven. Kennis van de religieuze praktijk kan helpen om een
bepaalde cultuur te begrijpen en culturele vergissingen en vooroordelen te
vermijden.
• Het economische systeem van een samenleving weerspiegelt zijn cultuur. Zo
maken sommige mensen voor zakelijke transacties nog steeds gebruik van
ruilhandel, terwijl in meer ontwikkelde gebieden mensen eerder geneigd zijn
contant geld of kredietkaarten te gebruiken om een aankoop te doen.
• Culturele invloeden worden weerspiegeld in de gezinsstructuur. Neem
bijvoorbeeld de grootte van het gezin.
• Politieke, gezondheids- en onderwijsstelsels zijn ook elementen van cultuur,
en zij verschillen van cultuur tot cultuur. Sommige landen hebben een één-
partij systeem (communistische regimes), terwijl in andere het land door twee
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkeeg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.83. You're not tied to anything after your purchase.