100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges Forensische Psychopathologie $4.82   Add to cart

Class notes

Aantekeningen hoorcolleges Forensische Psychopathologie

 15 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Aantekeningen vanaf hoorcollege 2 voor het vak Forensische Psychopathologie aan de Universiteit Utrecht.

Preview 4 out of 41  pages

  • December 12, 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • Class notes
  • L. dalhuisen
  • Vanaf hoorcollege 2
avatar-seller
Hoorcollege 2: Juridisch

Artikel 39 Sr: een verdachte is niet strafbaar wanneer het ten laste gelegde feit hem, ten
gevolge van een psychische stoornis, niet kan worden toegerekend.
 Hierbij kijken naar of de persoon die je voor je hebt ook dezelfde persoon is als tijdens het
delict; dit kan bijvoorbeeld anders zijn door medicatie/middelen of een psychose. Hierdoor
kan iemand als ontoerekeningsvatbaar worden verklaard.
Dit kan ook andersom; dat iemand tijdens het onderzoek “gek” is terwijl diegene tijdens het
We h

Iemand moet vanuit een psychische stoornis hebben gehandeld tijdens het delict om als
ontoerekeningsvatbaar worden verklaard. Bij gebrek aan informatie gaat de rechter ervanuit
dat iemand een beetje rationeel is geweest tijdens het delict; er zijn dus bronnen nodig die
iemand kan checken.
 Medisch dossier, contact met familie; hierdoor reconstructie van hoe iemand eraan toe
was.

Er zijn binnen het strafrecht verschillende definities van stoornis: Iemand die voldoet aan
een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis waardoor iemand een delict pleegt:
- Gebrekkige ontwikkeling: aangeboren afwijkingen of in de jeugd opgelopen
gebreken die psychische ontwikkeling meer structureel hebben verstoord
- Ziekelijke stoornis: verstoringen die tijdens het leven van een psychisch ‘gezond’
persoon zijn opgetreden (meer de medische kant; bijvoorbeeld dementie)
 Dit onderscheid is niet scherp en strafrechtelijk beperkt van belang. Niet alle stoornissen
zijn evenveel van belang bij het bepalen van toerekeningsvatbaarheid (bijvoorbeeld verschil
tussen schizofrenie en spinnenfobie). Hierbij ook kijken naar de manier waarop het een rol
gespeeld kan hebben in een bepaalde situatie van het delict; is er een verband?

Hiernaast zijn stoornissen ook cultuur- en tijdsafhankelijk. Iets wat op een ander moment
illegaal was (bijvoorbeeld homoseksueel zijn) is nu niet meer strafbaar; of is verschillend per
cultuur.

Dus, alles wat gedragsmatig afwijkend is mag gebruikt worden binnen het strafrecht, maar
het moet wel goed uit te leggen zijn.

Het onderscheid tussen gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis wordt binnen de TBS
gehanteerd, maar er is ook een nieuw onderscheid binnen de Wet Forensische zorg:
- Psychische stoornis
- Verstandelijke handicap
- en/of psychogeriatrische aandoening.

Maar binnen het strafrecht voornamelijk kijken naar de ‘oude terminologie’ en de nieuwe
wet is vooral voor buiten het strafrecht.
 Bijvoorbeeld dementie behoort onder een psychogeriatrische aandoening, maar wordt
binnen het strafrecht onder ziekelijke stoornis geschaard.

,Dit is ook alleen in Nederland zo; wij stellen dat psychose en persoonlijkheidsstoornissen
zorgt voor TBS. In bijvoorbeeld Noorwegen is dit niet zo.

Verschillende rollen binnen het strafrecht

Strafrechtelijke positie van strafrechter:
o Individuele beoordeling van een criminele handeling van een individu
o Tenlastelegging en wettelijke strafmaxima bepalen kaders bij sanctietoemeting;
bijvoorbeeld bij sommige delicten is het niet mogelijk om een TBS op te leggen,
omdat dit een ‘te lichte daad is’ voor een TBS van 4 jaar of meer; bijvoorbeeld
winkeldiefstal is hier niet voldoende voor.
o Inzicht in de oorzaak, de aard en de ernst van eventueel recidivegevaar is belangrijk
bij het bepalen van de ernst van de straf
o Speciaal-preventieve effectiviteit staat bij de strafoplegging niet centraal

Strafrechtelijke positie van getuige-deskundige:
 Gevoelen betreffende hetgeen de wetenschap leert
 Omtrent datgene wat aan zijn oordeel onderworpen is
 Professionele, processuele en maatschappelijke onafhankelijkheid; advies aan de
rechter waarbij een inschatting gegeven wordt wat er met iemand aan de hand is, of
dat tijdens het delict heeft plaatsgevonden en het recidiveniveau. Hierbij ook de
beperkingen aan deze ondervindingen geven.
 Individuele toepasbaarheid conclusies

Rechter maakt een maatschappelijke afweging van de wetenschappelijke feiten en de
dreiging voor de maatschappij; bijvoorbeeld iemand die zich niet wil laten onderzoeken
(psychologisch) en wel een ernstig delict heeft gepleegd kan hierbij besloten worden dat
iemand dan toch een ernstige straf krijgt om de samenleving te beschermen.

Stoornis ten tijde van het delict; waarom wil je dit weten?
 Begrijpen delict vanuit gezichtspunt verdachte; hierbij is begrip en goedpraten niet
gelijk aan elkaar
 In hoeverre belemmert de stoornis de verdachte in zijn vermogen de ongeoorloofde
van zijn handelen in te zien, en hiernaar te handelen?
Bijvoorbeeld een impulsdoorbraak waarin een buurman is gestoken, hierbij moet
meegenomen worden dat hij dit mes al meegenomen had, dus er was al een neiging
tot geweld.
 Vraag rondom strafrechtelijke verantwoordelijkheid
 Inzicht in risico op herhaling, de omstandigheden meegenomen in de overweging;
dus kijken naar impact van het delict, maar ook kijken naar de toekomst
 Noodzaak en legitimatie van gedwongen behandelkader

Toerekeningsvatbaarheid juridisch uitgangspunt en hoeft niet te worden aangetoond (er
wordt vanuit gegaan dat iemand verantwoordelijk is, tenzij er iets is wat anders aangeeft).
Het betreft een relationeel begrip over de relatie stoornis/delict, geen statistische, empirisch
meetbare eigenschap van de dader. Bij het ene delict kan iemand toerekeningsvatbaar zijn,
bij een ander delict niet.

, Wet kent geen tussenvormen qua mate van toerekeningsvatbaarheid.

Dit kan leiden tot dilemma’s; toerekeningsvatbaarheid als juridisch vraagstuk, maar
beoordeling hiervan op basis van gedragskundige expertise. Hoe komt de vertaalslag tot
stand van de inzichten van de deskundige naar de strafrechtelijke context?

Gedragskundige bezwaren tegen toerekeningsvatbaarheid:
 “De vrije wil bestaat niet”; maar dit bezwaar bestaat niet. De vrije wil wordt niet
gemeten, maar het gaat om de bepaling van de ernst van de stoornis; dus juist het
omgekeerde. Juist het bepalen van de onvrijheid van mensen door een stoornis.
 Juridische terminologie sluit niet aan bij gedragskundige denkkader (= multicausaal;
verschillende factoren die van invloed zijn)
 Het betreft een normatief, niet-wetenschappelijk oordeel (grenzen van
deskundigheid). Dit is een terecht punt. Bij bijvoorbeeld kleptomanie; is dit een goed
excuus voor wat iemand gedaan heeft? Bijvoorbeeld bij verslaving aan alcohol wordt
vaak onderschat bij bepaling van risicotaxatie.
 Geen empirische toetsbaarheid (3- of 5 puntenschaal). Maar er is vooral sprake van
een gradueel verloop, dus niet punten aan toe te kennen.
 Stoornis speelt veelal een ondergeschikte rol in gevaar taxatie (statistische
benadering). Stoornis is niet de belangrijkste oorzaak van delict, maar er moet wel
rekening mee gehouden worden.

Forensische vraagstelling
 Is er sprake van een psychische stoornis?
 Was de stoornis aanwezig tijdens het tenlastegelegde?
 Is er sprake van een causaal verband?
 Advies omtrent (mate van) toerekeningsvatbaarheid?
 Gevaar taxatie vanuit pathologie?
 Advies
 Hierbij dus rekening houden met risicotaxatie, ernst van de daad en eventuele stoornis bij
bepaling eventuele behandeling: hoe groot is de rol van de stoornis, wat zijn de
omstandigheden van het delict en wat is de ernst van het delict?

Hoorcollege 3: psychotische stoornissen

Psychose is een psychiatrisch toestandsbeeld. Het is een verzameling van verschillende
symptomen (= syndroom) en een toestand waarin iemand zijn grip op, of contact met, de
realiteit (deels) kwijt is.
 Iemand kan in een psychose zitten, maar dit betekent niet direct dat iemand een
psychotische stoornis heeft of schizofrenie. Het zegt dus alleen iets over iemand zijn huidige
toestand.

Verschillende psychotische symptomen:
o Hallucinatie
Een zintuigelijke beleving die plaatsvindt zonder externe stimulus. Dit kan op alle
zintuigen. Auditief is het meest voorkomend (vaak stemmen horen, soms geluiden

, (kloppen op de muren/deuren) of muziek). Vervorming van de werkelijkheid is ook
mogelijk.
Een hallucinatie kan positief (fijne stemmen, goede muziek) als negatief (geur van
een lijk, proeven van rotte eieren) zijn.
 Normale hallucinaties: een stem van God horen, of een Engel bijvoorbeeld,
men is hier bewust van het horen van een stem. Maar dit is binnen een
cultuur normaal (binnen het geloof), dus wordt hier niet gesproken van een
stoornis.
 Abnormale hallucinaties: het waarnemen van een stimulus dat niet is
geaccepteerd door de cultuur.

o Waan
Een vaste overtuiging die niet ontvankelijk is voor verandering in het licht van
conflicterende evidentie. Er zijn verschillende soorten wanen:

Soort waan Uitleg
Achtervolgingswaan Het gevoel door iemand/organisatie achtervolgd te
worden

Betrekkingswaan Gewone en alledaagse feiten en gebeurtenissen
interpreteren alsof ze specifiek op de persoon gericht
zijn

Somatisch Denken dat iemand een ziekte heeft; bijvoorbeeld
AIDS/HIV door een andere groepering, dat iemand
geen maag heeft doordat aliens het verwijderd hebben
(= bizarre waan). Deze angst is niet te begrijpen vanuit
een andere ‘peer’ binnen dezelfde cultuur.

Dit is anders dan hypochondrie, omdat hier sprake is
van een angst. Terwijl bij somatische waan echt sprake
is van een vaste overtuiging (en dus geen angst).

Religieus Waan die betrekking heeft op religieuze thema’s of
onderwerpen

Megalomanie/grootheid Extreem gevoel van eigenwaarde en vindt zichzelf erg
belangrijk.

Erotomaan Overtuigd dat iemand een relatie heeft met een
persoon terwijl dit niet zo is; vaak bij een invloedrijk
persoon

Nihilistisch Overtuigd dat hij/zij een god is of goddelijke opdracht
heeft

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LotteTuinenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  1x  sold
  • (0)
  Add to cart