In dit document vind je een uitgebreide samenvatting van alle verplichte literatuur voor het vak Interculturele Pedagogiek. Ook is hierin alle informatie uit de hoor- en werkcolleges verwerkt en is er een begrippenlijst toegevoegd. Alle informatie is verwerkt aan de hand van conclusies die getrokke...
Samenvatting – Interculturele pedagogiek (PABA2053)
HC1 – Cultuur en opvoeding: een introductie
Conclusies:
1) De rol van (de eigen) cultuur in de opvoeding en onderwijs wordt bij uitstek duidelijk in
crosscultureel perspectief (Keller/Super & Harkness) (zie je ook terug bij HC2 conclusie 2)
Volgens de antropologen is cultuur een gedeeld systeem van kennis en betekenisgeving
(Keesing). Het biedt een gedeelde werkelijkheid over wat goed is voor een kind (Harris). Een
cultuur wordt aangeleerd, waarbij het gezin verantwoordelijk is voor de enculturatie.
Een cultuur heeft een sociale structuur, zoals een gezin, nodig om doorgegeven te worden. De
gezinnen geven namelijk de cultuur door aan de kinderen. Wat de ouders precies willen
doorgeven en hoe ze willen opvoeden, putten ze uit de cultuur. Er is dus een wederzijdse
beïnvloeding tussen cultuur transmissie en gezinnen.
De meest volledig uitgewerkte poging om de relatie tussen culturele omgevingen en het gedrag
van individuen te trekken, is het model van John Whiting voor psycho-cultureel onderzoek:
De sociaal historische ontwikkeling die een samenleving heeft gekend, is van invloed op de
manier van opvoeden en verzorgen (vestigingspatronen, de economische basis, de
arbeidsverdeling en de huishoudstructuur), die samen leiden tot semipermanente effecten op
leden van een samenleving. Die effecten manifesteren en projecteren zich als uitingen in onze
samenleving in rituelen of geloofssystemen (systeem van betekenisgeving).
↑ Hierbij zie je een causaal verband; het een leidt tot het ander
Super en Harkness kwamen met het model van de ontwikkelingsniche, dat overeenkomsten
vertoont met het model van Bronfenbrenner. Bij dat model wordt namelijk ook aangegeven dat
de verschillende systemen op elkaar doorwerken.
De drie componenten van de ontwikkelingsniche zijn:
- De fysieke en sociale omgeving waarin het kind leeft > Welke verzorgers er (hoe vaak) zijn en
wat zij doen, bepaalt het type interactie wat het sociaal gedrag beïnvloedt.
o Kipsigis stam in Kenya: Voortdurende nabijheid van de moeder, ook wanneer het kindje
gaat slapen
o Amerika: De kinderen slapen in hun eigen bed en ouders zijn daar niet voortdurend bij
- De gebruiken/gewoonten van kinderopvang en opvoeding > Gedragsstrategieën om om te
gaan met kinderen van een bepaalde leeftijd(fase)
1
, o Nso stam Kameroen: De gewoonten zijn gericht op motorische ontwikkeling en er is
sprake van eten en emotie regulering (zo weinig mogelijk opwinding door o.a. direct te
voeden wanneer het kind gaat huilen)
- De psychologie van de verzorgers > Culturele denkmodellen voor opvoeding en
opvoedingsdoelen
o Kipsigis en Nso stam: Opvoedingsdoelen zijn gehoorzaamheid en verantwoordelijkheid
o Duitsland: Opvoedingsdoelen zijn initiatiefrijkheid, verbaal sterk en uniciteit
Deze drie subsystemen functioneren met verschillende relaties met andere kenmerken van de
grotere cultuur en omgeving.
↑ Hierbij zie je een wisselwerking tussen verschillende factoren
Door samenspel van de door cultuur bepaalde psychologie van de opvoeders en de gewoonten
van opvoeding, worden twee prototypen van opvoedingsstijlen zichtbaar:
- Situationele opvoeding > (Iets) onbewuster leren, meer functioneel leren voor praktische
doeleinden (bijv. kunnen helpen in het huishouden)
Spelen met wat er in de omgeving te vinden is, zoals een blikje
- Intentionele opvoeding > Bewust leren door stimulatie aan de hand van het aanbieden van
speelgoed, zodat het kind zich cognitief goed ontwikkelt (goed kunnen lezen en praten)
(westerse kennis samenleving)
Spelen met speelgoed dat gekocht is met een bepaald doel
o Voorbeeld van de invloed van cultuur op de opvoeding – Not under my roof
Cultuur als kennis en betekenisgeving:
VS: Seks is gevaarlijk, vooral voor meisjes
NL: Seks kan een normaal onderdeel zijn van de adolescentie
Culturen voeden ideeën en waarden over de opvoeding:
VS: Een stabiel romantisch samenzijn van tieners bestaat niet
NL: Tienerseks past binnen een langdurige romantische relatie
Culturen beïnvloeden de opvoedingspraktijk:
VS: Tienerseks mag thuis zeker niet plaatsvinden
NL: Seks mag thuis en juist graag thuis gebeuren (monitoring)
o Voorbeeld van de invloed van cultuur op de opvoeding – Crèche
De crèche valt onder een van de microsystemen waarin een kind zich bevindt. In Zweden
brengt men zijn kinderen fulltime naar de crèche na het eerste levensjaar (fysieke setting).
In Zweden wordt de kinderopvang gezien als iets kwalitatief hoogstaand, waar deskundige
mensen werken (psychologie van de opvoeders). In Nederland gaat bijna geen enkel kind
fulltime naar de crèche en zitten de kinderen bij opa’s, oma’s, vrienden of de moeder
(fysieke setting). Wij gaan er namelijk vanuit dat de beste opvoeding komt van de ouder en
niet van de opvang, dat is ‘second best’ (psychologie van de opvoeders).
2) Een DIKKE Nederlandse nationale identiteit beïnvloedt de integratie processen van migranten
en hun kinderen (De Valk et al. (Bucx & De Roos)/Ghorashi).
De grootste niet-westerse migrantengroepen in Nederland zijn Turks, Marokkaans, Surinaams
en Antilliaans.
Migranten komen onder andere naar Nederland doordat ze vluchten voor geweld (politiek
geweld, oorlog, etc.). Maar we zien ook steeds meer klimaatmigratie door natuurrampen. Met
de push en pull theorie kom je uit op economische migratie, waarbij migranten weggaan uit hun
eigen land vanwege armoede en worden aangetrokken tot een ander land vanwege de
arbeidsmogelijkheden. Je kunt ook nadenken over migratie als livelyhood strategie. Dit gaat over
dat gezinnen soms besluiten dat sommige van hun leden gaan migreren om een inkomen te
genereren voor het gezin.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brttlvld8. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.