College 1
De kenmerken van hersenen die maken dat dieren zich tot bepaalde uiterlijkheden
aangetrokken voelen (ze ‘mooi’ vinden),bestonden allang vóór die uiterlijkheden ontstonden.
Oftewel: de evolutie heeft ervoor gezorgd dat die uiterlijkheden naar ‘onze’ smaak zijn
geëvolueerd. BEAUTY IS ‘IN THE BRAIN’ OF THE BEHOLDER!!!
“The sight of a feather in a peacock’s tail makes me sick” (Darwin, 1860). Dit zei hij omdat
hij er maar niet achter kwam waarom een pauw zulke grote en zware veren met zich
meedroeg. Wat betreft de evolutie leek het niet logisch. Uiteindelijk bleek het dat de veren
ervoor zorgde dat de pauw gevaarlijker leek en voor het vinden van een vrouwtje.
Artefact =“Designed object” (Tractinsky)
Een opzettelijk vervaardigd (gebruiks)voorwerp (Van Dale)
Wat is schoonheid?
Drie perspectieven (Reber et al., 2004):
1.Objectivistisch: Schoonheid is een ‘objectieve’ eigenschap van een object. Bv. Gestalt-
principes (symmetrie, contrast, balans, gulden snede, etc.)
2.Subjectivistisch: Schoonheid is een ‘subjectieve’ ervaring van de ontvanger “Beauty is in
the eye of the beholder”/“Over smaak valt niet te twisten”
3.Interactionistisch: Schoonheid ‘ontstaat’ uit de interactie tussen object-eigenschappen en
de cognitieve en affectieve verwerking van die eigenschappen door een persoon.
Dit 3e perspectief nemen we aan in deze cursus.
Wat is schoonheid (2)?
“beauty is value positive, intrinsic and objectified” (filosoof George Santayana, in Reber et
al., 2004)
•”value positive” –schoonheid is iets positiefs.
•“intrinsic” –schoonheid verschaft plezier zonder tussenkomst van verwacht nut.
•“objectified” –er is altijd IETS wat we mooi vinden; het draait altijd om een bepaald object.
Empirische esthetiek = “the study of those mental processes that underlie disinterested
evaluative experiences that are anchored at the positive end by feelings that would accompany
verbal expressions such as “Oh wow” That’s wonderful! I love it!” and at the negative end by
“Oh yuck” That’s awful! I hate it!” (Palmer et al., 2013, p.79)
* ”disinterested” = not influenced by considerations of personal advantage. Ofwel: In de
empirische esthetiek bestuderen onderzoekers wat mensen mooi of lelijk vinden en waarom.
Descriptief (“wat vinden we mooi?”) in plaats van normatief (“wat zouden we mooi moeten
vinden?”).
Waarom is het belangrijk om esthetiek in communicatie te bestuderen?
,•Esthetiek draagt bij aan of verbetert zelfs de “user experience” van het artefact. –“attractive
things work better” (Norman) –ook moeilijk uit elkaar te trekken
•Esthetiek bevordert ons plezier en welzijn en (daarmee) onze gezondheid (voorziet in onze
psychologische behoeften).
•Esthetiek zorgt voor intrinsieke motivatie om met een artefact aan de gang te gaan. We
worden ook toleranter t.o.v. designfouten.
•Esthetiek beïnvloedt onze attitudes en beslissingen. We hebben een voorkeur voor
dingen/mensen die we mooi vinden -“what is beautiful is good / trustworthy / usable”
Esthetische waardering kan worden gemeten op basis van schalen:
- Mooi / lelijk
- Plezierig / onplezierig
- Aangenaam / onaangenaam
- Verrassend / verwacht
- Nieuw / bekend
- On-typisch / typisch
- Ontregelend / geruststellend
Trackinsky model:
- Antecedents: esthetische
eigenschappen
- Esthetische waardering
- Esthetische effecten
- Moderators
Design variables (antecedents):
- Orde: het orderlijk indelen (zie afbeelding parasollen).
- Eenvoud: herkennen van bijvoorbeeld gezichten in
afbeeldingen. (zie afbeelding water).
- Identificeerbaarheid: het identificeren van objecten die
men ziet. Zoals: entity gezicht bestaat uit entity neus, kin,
mond etc.
- Gelijkvormigheid: de gelijke vormen tussen objecten die
men ziet.
Esthetische evaluaties en processen:
- Fluency
o Klassieke esthetiek: hoe het mooi in elkaar
over gaat
o Expressieve esthetiek: dingen die je ziet zijn
niet logisch zoals een vis die uit de kom
zwemt of een spiegelbeeld verkeerd om.
Outcomes (communicatief effect):
, - Meer likes door bijvoorbeeld kleuren
- Veel achtergrond is meer likes
- Duckfaces is een heel klein beetje meer likes
College 2
Any theory of art has to ideally have three components:
- The logic of art: whether there are universal rules or principles
- The evolutionary rationale: why did these rules evolve and why do they have the form
- What is the brain circuitry involved
Het limbische system is een deel van de hersenen dat is betrokken bij emoties, plezier, genot,
aandacht, verassing, nieuwgierigheid en plezier door uitdagingen.
- Neocortex: rationeel of ‘thinking’ brain
- Limbic brain: emotioneel of ‘feeling’ brain
- Reptilian brain: instinctueel of ‘dinosaurs’ brain.
Eigenschappen die een esthetische respons oproepen bij beschouwers maken dat we een
artefact niet voor lief aannemen, dat het ons niet onberoerd laat, dat we het mooi/lelijk vinden
en verassend vinden. Kortom: we staan erbij stil en vestigen onze aandacht erop.
Deze eigenschappen zijn:
- Peak shift
- Groepering
- Symmetrie
- Contrast
- Isoleren
- Essentie
- Gezichtspunt
- Probleem-oplossen/uitdagen
- Metaforiek
Peak shift: de voorstelling treft de essentie van iets door het te vergroten/benadrukken. Dus
een foto van een perfect vrouwelijk lichaam met extra brede heupen of een man die buiten
proportioneel gespierd is. Het kan ook een kleur-shift zijn dus van een kaasreclame de kaas
een extra aantrekkelijke kleur te geven, of een omvangshift door een ‘kleine prijs’ heel groot
te maken.
Gestaltwetten/vorm esthetiek: hoe je het ziet, niet wat je ziet. Daar valt onder: groepering,
symmetrie en contrast.
Groepering: een groep vogels zie je niet als heel veel sperwers maar als een zwerm. Je ziet 1
ding in plaats van al die vogels apart. Je kijkt niet naar wat je ziet (heel veel vogels) maar hoe
(het is een zwerm). Prägnanz: de goede vorm. We nemen visuele stimuli op een zo simpel
mogelijke manier waar. Onder Prägnanz valt:
- Eenvoud: het op een zo simpel mogelijke manier dingen waarnemen of het op een zo
simpel mogelijke manier een website indelen.
, - Voor- en achtergrond (als je iets naar de voorgrond trekt
zie je gezichten als je het naar de achtergrond trekt zie je
een vaas). Als je iets een andere kleur maakt dan iets
anders dan is die andere kleur de voorgrond en de ander de
achtergrond. Het gaat erom dat je perspectief van voor- en
achtergrond verandert wat je waarneemt. Vazen of twee
gezichten, een boom of twee dieren. Hetzelfde met Google
Maps. Het blauw maken van de route trekt dit naar de
voorgrond. Als dit geen kleur werd gegeven dan zag je
alles als één zelfde grond, geen voor- en achtergrond.
- Nabijheid (als je bolletjes bij elkaar plaats dan zie je 4 groepjes van 2 in plaats van 8
bolletjes, als je de bolletjes uit elkaar plaatst zie je 8 bolletjes.
- Gelijkheid (als je in die rij bolletjes na elke 2 bolletjes 2 vierkantjes maakt dan
groepeer je de vierkantjes en de bolletjes waardoor
je 2 x 2 vierkantjes ziet en 2 x 2 bolletjes.
- In de afbeelding van de vier glazen zijn ze door
nabijheid gemaakt tot één groep maar door de vorm
in twee groepen. Een manier om gebruik te maken
van gelijkheid en nabijheid.
- Symmetrie: men vindt perfecte symmetrie het
mooist, maar niet altijd.
- Gelijke achtergrond: zorgt ervoor dat je de dingen met dezelfde achtergrond of kleur
als 1 groep ziet.
- Gelijke bestemming: de objecten bewegen allemaal naar dezelfde kant.
- Ingeslotenheid: de lijnen stoppen van een figuur dus je maakt ze af in je hoofd.
- Continuïteit: je denkt dat lijnen doorlopen maar dat weet je eigenlijk niet zeker omdat
er iets overheen zit.
College 3
Isoleren/essentie: de essentie weergeven en de rest weglaten. Denk aan een emoticon
Johansson effect: je ziet dansende mensen maar eigenlijk zie je alleen maar plekjes die
bewegen. Je essentie is dansen. De essentie van de gezichtsuitdrukking wordt verandert door
het veranderen van de mond. Cartoons zie je in een afbeelding waar z’n opmerkelijke haar
ziet dan denk je gelijk aan Trump, zonder dat je perse andere details nodig hebt. Dus je wilt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sasvanaanholt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.