Geschiedenis samenvatting H9
9.1 oorlog en crisis
Kenmerkende aspecten :
39. de crisis van het wereldkapitalisme
40. het voeren van twee wereldoorlogen
43. verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
Verstoord machtsevenwicht
5 grote Europese mogendheden : Groot-Brittannië, Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije,
Rusland en Pruisen. -> elk van deze landen wilden de machtsevenwicht houden omdat
dat de beste garantie voor vrede was.
Onder leiding van Pruisen kwam in 1871 de Duitse eenheidsstaat tot stand. De snelle
economische groei en het militarisme zorgde voor machtsevenwicht storing. Duitsland
groeide snel zo was er na een tijdje dat Duitsland juist 2x zoveel gietijzer maakte dan de
Britten.
1871 -> Groot-Brittannië & Frankrijk geven samen 3x zoveel geld uit aan het leger als
Duitsland.
1913 -> Fransen & Britten gaven nog maar een kwart meer uit aan het leger als
Duitsland -> zorgde voor bezorgdheid rondom Londen en Parijs.
Bondgenootschappen
Europese machtsevenwicht raakte uit balans -> De mogendheden vormden
bondgenootschappen(in geval van oorlog stonden ze er dan niet alleen voor).
Er ontstonden 2 sterke machtsblokken :
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië werkten sinds 1882 samen. ->
spraken af hun politiek af te stemmen & elkaar bij conflicten te steunen.
Groot-Brittannië en Frankrijk voelden zich bedreigd door Duitsland toen de
Britten ontdekten dat Duitsland begon aan de bouw van een moderne oorlogsvloot
waardoor de macht op zee werd bedreigd. Door deze dreiging ontstond er
een wapenwedloop -> de Britten breidden hun vloot uit. Ook met andere wapens
ontstond er een wedloop -> elk land wilde sterker zijn dan de andere. De Franzen
wilden wraak na het verlies van de Frans-Duitse oorlog (in 1870-1871). In 1893
werkten de Franzen en de Russen zoveel mogelijk samen. Britten kwamen er in 1907
ook bij.
Een moord met grote gevolgen
In het zuidoosten van Europa, op de Balkan, woonde een aantal volkeren in
een veelvolkerenstaat: Oostenrijk-Hongarije of het Turkse rijk. Veel volkeren
streefden naar nationalisme een eigen staat. maar Oostenrijk-Hongarije probeerde
dit te voorkomen omdat anders het land uiteen viel.
Spanningen liepen op in de Balkan er ontstonden vele oorlogen.
28 Juni 1914 -> de Oostenrijk-Hongaarse kroonprins bezocht Bosnië maar er
waren Servische nationalisten die wilden dat de Hongaren Bosnië loslieten waardoor
het leidde tot een aanslag op de kroonprins.
De Oostenrijk Hongaren wilden een onderzoek in Servië maar dat keurde de
regering daar niet goed omdat ze dachten er niks mee te maken hadden en ze waren
bang dat die politieagenten dan eigenlijk een bezettingsleger waren.
Door deze afkeur kwam er overleg waarnaar ze het verzoek nog steeds
afwezen waardoor de Oostenrijk- Hongaren ze de oorlog verklaarde. (door
bondgenootschap deden gelijk ook veel andere landen mee.
Loopgraven : de hel op aarde
, Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en enkele andere
landen hadden een strategisch probleem.
Frankrijk & Rusland waren bondgenoten en dat betekent voor Duitsland dat ze aan 2
kanten bedreigd worden.
De centralen wilden een tweefrontenoorlog voorkomen door eerst met een snelle
aanvalsoorlog Frankrijk te verslaan en dan de Russen.
De Duitsers vielen Frankrijk in -> Franse soldaten groeven zich in zo hadden ze
gangenstelsels. -> wanneer generaals besloten moesten soldaten uit de loopgraven en
de tegenpartij aanvallen (dit leidde echter niet tot terreinwinst maar wel veel doden).
Daarom werden eruit eindelijk bommen en granaten naar de frontgebieden geworpen.
1918: het jaar van de beslissing
Het lukte beide partijen niet de linies te doorbreken dus kwamen er steeds nieuwere
wapens -> de tank, vlammenwerpers en gifgas ook werd hiervoor het vliegtuig gebruikt.
1918 -> Rusland trok zich terug uit de oorlog -> Duitsers konden meer soldaten naar
westfront -> doorbraak van tientallen kilometers.
Duitsers waren moegestreden -> de soldaten konden niet meer & er kwamen steeds
meer Amerikaanse soldaten bij die Frankrijk hielpen.
1917 -> Amerikaanse president Wilson besloot te helpen in de oorlog -> ideologisch
motief : hij wilde dat meerdere volken zelf hun keuzes konden maken i.p.v. bezet te zijn
door Duitsland.
11 november 1918 Duitsers tekende de capitulatie. (overgave)
De wraak van Versailles
In het verdrag van Versailles besloten de overwinnaars van de wo1 dat de Duitsers :
niet meer mochten Onderhandelen
Klein leger hebben
Oorlogsschade moesten betalen
Grondgebied moesten afstaan
De Amerikaanse president Wilson zorgde dat er een Volkenbond kwam dit
moest vrede, veiligheid en democratie stimuleren. Door de Volkenbond waren er een
paar conflicten voorkomen.
Duitsland en Rusland -> mochten geen lid zijn van de Volkenbond. -> de V.S besloot
zelf geen lid te worden.
De bond kon geen straffen opleggen bij overtredingen dus het was zwak.
Overproductie en ander ongemak
Tijdens de 1e wo vulden de Amerikanen het Europees tekort aan landbouwproducten
aan. -> zorgde ervoor dat Amerikaanse boeren hun landbouwgrond uitbreidden
en fabrikanten hun productcapaciteit uitbreidden. Na de oorlog was dit een probleem
omdat Europese landen zelf weer zorgden voor landbouwproducten hadden de
Amerikaanse boeren/fabrikanten een groot overschot.
Enkele zwakke punten :
Amerika kreeg protectionistische politiek dat betekent dat buitenlandse producten
hoge invoertarieven hadden en erg duur waren in de vs.
Later deden meer landen dit en wist de VS niet meer wat ze met hun overschotten
moesten doen.
Tussen de Amerikanen zat een groot verschil van inkomsten in arm en rijk -> er
waren meer armen dan rijke.
Slechte controle bij de bank -> particulieren en bedrijven konden veel meer geld
lenen dan goed voor hen was.
Beurskrach en economische crisis
In 1929 stortte de aandelenhandel op de beurs in Wall Street vrij onverwacht in
(de beurskrach) -> beleggers schrokken hiervan en verkochten hun aandelen. ->
daardoor daalden de koersen (iedereen bood zijn aandelen aan dus het was niet moeilijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Taliavisser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.