Het trainen van de hartspier kan door het regelmatig harder te laten werken. Eerst trekken de
boezems samen, dan de kamers en daarna is er een korte pauze. Geluid uit stethoscoop heeft twee
tonen:
1. Sluiten van de kleppen tussen de kamers en de boezems; hartkleppen.
2. Sluiten van de kleppen tussen de kamers en de slagaders; slagaderkleppen.
Hartslag heeft drie fasen; vullen van kamers, leegpersen kamers en korte pauze. Herhalen
voortdurend; hartcyclus. Tijdens de vul fase (bloed stroomt vanuit boezems de kamers in) zijn kamers
en boezems ontspannen; diastole. Vervolgens trekken de boezems samen; (boezem)systole. Daarna
volgt de kamersystole waardoor het bloed de longslagaders instroomt (door de druk gaan de
longslagaderklep en de aortaklep open).
1. Kleine bloedsomloop; zuurstofarm bloed gaat vanuit de
rechterboezem naar de rechterkamer en vervolgens
door de longslagaders naar de longen. Daar wordt het
zuurstofrijk gemaakt en gaat het via de longaders weer
naar het hart.
2. Grote bloedsomloop; het zuurstofrijke bloed komt aan in
de linkerboezem en gaat via de linkerkamer door de aorta
naar alle organen. De organen worden voorzien van zuurstof
en het zuurstofarme bloed stroomt via aders en holle aders
terug naar het hart en komt weer in de rechterboezem terecht.
Grote en kleine bloedsomloop samen; dubbele bloedsomloop. Aders komen van organen af,
slagaders gaan naar organen toe (behalve longslagader; die is zuurstofarm). Krans(slag)aders
voorzien het hart van bloed. Het bloed stroomt door bloedvaten; gesloten bloedsomloop.
Dieren met enkele/open bloedsomloop verloopt aanvoer van zuurstof trager. Open bloedsomloop;
bloed stroomt vrij door het lichaam. Embryonale bloedsomloop heeft 3 opmerkelijk heden:
1. De baby krijgt zuurstof via de navelstreng vanuit de placenta. Vanuit daar stroomt het bloed
naar de holle ader en mengt zich met zuurstofarm bloed; gemengd bloed.
2. Het meeste bloed stroomt niet naar de longen maar via het ovale venster (foramen ovale)
van de rechter naar de linker boezem.
3. Er is een verbinding tussen de longslagader en de aorta; ductus Botalli. Daardoor stroomt er
maar weinig bloed naar de longen en stoomt de rest al gelijk door naar de organen.
Na geboorte; longen vullen zich, druk van linkerharthelft wordt hoger, foramen ovale sluit, ductus
Botalli sluit, bloedvat tussen navelstrengader en holle ader sluit en bloedvaten navelstreng
verschrompelen.
9.2 Bloeddruk
Als de slagaders uitrekken/aanspannen/als er bloed doorheen gepompt wordt; systolische druk/
bovendruk. Als de slagaders ontspannen; diastolische druk/onderdruk.
, Bloeddruk meten:
1. Je legt een manchet aan en pompt hem op. Er komen geen bloedgolven meer doorheen. Je
hoort niets door de stethoscoop.
2. Vervolgens laat je de druk in de manchet dalen. Bij iedere samentrekking van het hart hoor je
dat het bloed zich weer door de afsluiting heen perst; bovendruk.
3. Als het bloed weer door de slagader stroomt, hoor je niets meer en meet je de onderdruk.
9.3 Regeling hartwerking.
Electrische activiteit hart:
1. Sinusknoop, geeft een vast ritme impulsen af aan spiercellen in het hart. Daardoor trekken
beide boezems samen.
2. AV-knoop, die zorgt voor een vertraging van de stroompjes. Daardoor trekken kamers iets
later samen dan boezems.
3. Bundel van His, geleidingscellen die impuls doorgeeft aan de Purkinjevezels. Daardoor
trekken de kamers van beneden naar boven samen. Uiteindelijk beweegt je bloed richting de
slagaders.
ECG; elektrocardiogram, meet elektrische activiteit van het hart.
- P-top, samentrekken boezems (lager dan T-top
want kamers zijn groter dan boezems).
- QRS-complex, samentrekken kamers (grote piek
want er is veel kracht nodig om het bloed door
heel het lichaam te pompen).
- Tussen P-top en QRS-complex, de AV-knoop die de impulsen vertraagd.
- T-top, ontspanning kamers (kost ook energie).
Bij een hartinfarct sterft een deel van het hartspierweefsel af.
De sinusknoop wordt ook wel de natuurlijke pacemaker genoemd; heeft een vast ritme. 70 slagen
per minuut, 70 mL per slag in slagader, 70x70 = 4,9 L ; hartminuutvolume in rust. Slagvolume bij
inspanning neemt toe. Bij inspanning veranderd de verdeling van het bloed over je lichaam.
9.4 Stoffentransport.
De meeste stoffen zoals zouten, voedingsstoffen en gassen (O2, CO2 en N2) zijn opgelost in het
bloedplasma. Ook eiwitmoleculen, die zijn niet opgelost maar zijn heel fijn verdeeld (colloïd).
Bloedcellen ontstaan in je beenmerg en worden afgebroken in je milt en lever. Rode bloedcellen
transporteren zuurstof een koolstofdioxide, witte bloedcellen regelen de afweer tegen
ziekteverwekkers en bloedplaatjes regelen je bloedstolling.
Hemoglobinemoleculen bestaan uit vier eiwitketens met elk een heemgroep, die zorgt ervoor dat O2
zich kan binden. De bindingsreactie tussen hemoglobine en O2 is een evenwichtsreactie:
Hb + O2 <-> HbO2 (oxihemoglobine)
De binding tussen hemoglobine en O2 is eenvoudig te verbreken.
Als je meer rode bloedcellen hebt (door bv. te sporten) kan er meer zuurstof vervoerd worden.
Hardwerkende cellen produceren daardoor ook meer CO2 en dat beïnvloed het evenwicht. Een hoge
concentratie CO2 leidt tot een lagere pH wat weer leidt tot minder O2- binding aan hemoglobine.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeeclarijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.