Alle tentamenstof voor het tentamen Verbintenissenrecht. In de samenvatting wordt er verwezen naar artikelen uit de wettenbundel. Alle artikelen die stof zijn voor het tentamen zijn hierin uitgebreid beschreven.
Samenvatting
verbintenissenrecht
Grove opbouw van het boek:
- Boek 3 BE: rechtshandeling en overdracht goederen
- Boek 5 BW: eigendom en andere zakelijke rechten
- Boek 6 BW: verbintenissen en algemeen deel over overeenkomsten
- Boek 7 BW: bijzondere overeenkomsten, zoals koop, ruil, huur en arbeid
Recht afgelopen weken van invloed op totstandkoming en geldigheid overeenkomst
Hoofdstuk 1
De student herkent wat een verbintenis is en op basis waarvan een verbintenis kan
ontstaan.
De student herkent de regeling van de rechtshandeling op hoofdlijnen, weet
wanneer daar sprake van is en kan die kennis toepassen op een casus
Het burgerlijk recht valt uiteen in personenrecht en vermogensrecht. Het personenrecht kan
weer onderverdeeld worden in personen- en familierecht, en rechtspersonenrecht.
Een vermogen is het geheel van rechten en verplichtingen van een persoon. Hieronder
verstaan we weer 2 hoofdonderdelen: goederenrecht (boek 3: bepalingen voor alle
goederen en 5: bepalingen met betrekking tot zaken) en verbintenisrecht (boek 6).
Publiekrecht = Het recht waarbij de overheid een bepaalde bevoegdheid heeft die wij, als
burgers, niet hebben. (Strafrecht, staats- en bestuursrecht)
Privaatrecht = Alles wat geen publiekrecht is. (Verbintenisrecht, goederenrecht: relatie
tussen goederen en mensen, personen- en familierecht)
Feitelijke handeling = Alle handelingen die niet gericht zijn op een bepaald rechtsgevolg.
Rechtshandeling = Een handeling die gericht is op een bepaald rechtsgevolg.
Je doet iets en je bedoeling is dat er bepaalde regels gaan gelden
Rechtsgevolg = Een gevolg dat relevant is voor het recht.
Het rechtsgevolg van een koopovereenkomst is dat er verbintenissen ontstaan
Rechtsfeit = Een feit dat relevant is voor het recht.
Blote rechtsfeiten = Een geboorte of tijdsverloop.
Verbintenis = Een relatie tussen twee of meer personen, waarbij de een ergens recht op
heeft en de ander tot iets verplicht is.
Verbintenissen kunnen ontstaan door:
- Op grond van de wet (art. 6:1 BW)
- Overeenkomst (eenzijdig: alleen schenking is een eenzijdige overeenkomst,
wederkerig: overeenkomst op basis van meerdere verplichtingen)
- Rechtsspraak
- Gewoonte
,De eisen van redelijkheid en billijkheid fungeren als basis voor de aanvulling van de inhoud
van de verbintenis.
Art. 6:217 BW: Overeenkomst komt tot stand door middel van aanbod en aanvaarding.
Aanbod en aanvaarding zijn ieder voor zich eenzijdige rechtshandelingen. Gezamenlijk is het
een overeenkomst. Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling.
Aanbod + aanvaarding = overeenkomst (Art. 6:213 BW)
Eenzijdige rechtshandeling + eenzijdige rechtshandeling = meerzijdige
rechtshandeling
Gerichte eenzijdige rechtshandeling = Gericht op een geadresseerd persoon (opzegging
huur)
Ongerichte eenzijdige rechtshandeling = Komt tot stand zonder dat er een geadresseerd
persoon aan te pas komt (het maken van een testament)
Art. 3:33 BW: Een rechtshandeling komt tot stand door middel van een op rechtsgevolg
gerichte wil, die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
Wil + verklaring = rechtshandeling
Als de wil en de verklaring niet overeenkomen (verspreking, verschrijving en andere
vergissing is de rechtshandeling nietig.
Als er sprake is van een geestelijke stoornis, is de overeenkomst vernietigbaar. Art. 3:34 lid 2
BW. Tenzij eenzijdig ongericht (bijvoorbeeld testament), dan nietig. (Een eenzijdige
rechtshandeling die niet tot een of meer bepaalde personen gericht was)
Wilsvertrouwensleer (wil en verklaring komen niet overeen), Art. 3:35 BW: Als de
wederpartij mocht vertrouwen is de overeenkomst ontastbaar geldig. Verschillende dingen
zijn van belang zoals de waarde van het product of dienst, de persoon die het aanbod deed,
nadeel etc.
- De wilsverklaring is vormvrij (Art. 3:37 BW), en kan zelfs stilzwijgend geschieden.
Art. 3:37 lid 3 BW: Ontvangsttheorie = De handeling heeft effect wanneer de wederpartij de
verklaring ontvangt.
Art. 3:37 lid 5 BW: Intrekking = Intrekking dient wederpartij eerder dan of gelijktijdig als de
in te trekken verklaring te bereiken.
Natuurlijke verbintenis = Een verbintenis die je niet kunt afdwingen waarbij nakoming niet
geldt als onverschuldigd. Art. 6:3 BW en 3:296 BW en 6:203 BW. Omzetten in een
afdwingbare verbintenis is mogelijk door middel van een overeenkomst (Art. 6:5 BW)
Deze ontstaat door verschillende mogelijkheden:
1. Een morele verplichting die moet worden aangemerkt als een aan een ander
toekomende prestatie
2. Wet of rechtshandeling onthoudt de afdwingbaarheid aan een verbintenis, of bij spel
en weddenschap.
Verjaring = een natuurlijke verbintenis.
Einde van een verbintenis. Nakoming (Art. 6:27 e.v.), verrekening (Art. 6:127 BW),
vervaltermijn (6:89, 6:191 lid 2 BW). Ontbinding en kwijtschelding (Art. 6:160 BW).
Vermenging (Art. 6:161 BW).
,Inspanningsverbintenis = Het van belang dat een der partijen zich voldoende inspant om het
beoogde resultaat te behalen.
Resultaatverbintenis = Betekent dat de opdrachtnemer of leverancier een bepaald resultaat
zal behalen. Het maakt niet uit hoeveel inspanning de opdrachtnemer hiervoor moet
leveren. Wordt het resultaat niet behaald, dan is er sprake van wanprestatie.
, Hoofdstuk 2
De student past de vier gronden (wilsontbreken, handelingsonbekwaamheid,
wilsgebreken en strijd met de wet, goede zegen en openbare orde) voor de
ongeldigheid van een rechtshandeling toe op een casus.
De student herkent het verschil tussen nietigheid en vernietigbaarheid en benoemt
hoe een rechtshandeling vernietigd kan worden.
Ongeldigheid rechtshandeling:
- Strijd met de wet, openbare orde en goede zeden Art. 3:40 BW
- Wilsgebreken (dwaling Art. 6:228 BW, bedreiging Art. 3:44 lid 2 BW, bedrog Art. 3:44
lid 3 BW, misbruik van omstandigheden Art. 3:44 lid 4 BW)
- Handelingsonbekwaamheid Art. 3:32 BW
- Wilsontbreken (vergissing Art. 3:33 BW, geestelijke stoornis Art. 3:34 BW)
Strijd met de wet (Art. 3:40 lid 2 BW) is nietig tenzij strekt tot bescherming van 1 der
partijen, dan vernietigbaar door betreffende partij.
Regelend recht (aanvullend recht) = het recht waarvan je mag afwijken
Dwingend recht = een recht waarvan je niet mag afwijken (staat altijd in de zin)
Strijd met de openbare orde en goede zegen is altijd nietig! Art. 3:40 lid 1 BW.
Een overeenkomst wordt getoetst op basis van de volgende dingen voordat duidelijk wordt
of de rechtshandeling geldig is wat betreft de goede zegen en openbare orde en de wet in
formele zin:
1. Het sluiten van de overeenkomst Art. 3:40 lid 3 BW.
2. De inhoud van de overeenkomst Art. 3:40 lid 1 BW
3. De strekking van de overeenkomst Art. 3:40 lid 1 BW
Wilsgebreken = Een situatie waarbij de wil gebrekkig tot stand is gekomen door een van
buitenaf komende omstandigheid.
- Met betrekking tot alle rechtshandelingen, Art. 3:44 BW. (Bedreiging, bedrog en
misbruik van omstandigheden
- Met betrekking tot enkel overeenkomsten Art. 6:228 BW. (Dwaling) dus alleen
overeenkomsten vernietigen
- Let op! Bij wilsgebreken geen beroep op Art. 3:35 BW.
Komt een overeenkomst tot stand door bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden of
dwaling. Dan is de overeenkomst vernietigbaar.
Bedreiging: Art. 3:44 lid 2 BW
1. Opzet (oogmerk)
2. Onrechtmatige bedreiging
3. Zodanig dat redelijk oordelen mens wordt beïnvloed
4. Met enig nadeel in persoon of goed
5. Causaal verband tussen bedreiging en verrichten rechtshandeling. (Door de
bedreiging heb ik dat gedaan) Door = het causaal verband
Voorbeelden: aanvragen faillissement, aangifte
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nickybevelander. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.