Fiscaliteit kwartiel 1
Week 1:
Hoofdstuk 1
Het systeem van BTW-heffing = belasting wordt geven van de ondernemer, maar uiteindelijk zal
drukken op de eindgebruiker. Dit wil zeggen de: ondernemer, consument die vrijgestelde prestaties
verricht. Zij kunnen de BTW niet terugvorderen van de fiscus. Niet iedere ondernemer is BTW plichtig:
Banken, verzekeraars, sociale instellingen, onderwijsinstellingen, ziekenhuizen,
pensioenfondsen niet.
Artsen, journalisten, verzekeringsagenten die als ondernemer actief zijn behoeven geen BTW
in rekening te brengen, zij kunnen ook geen voorbelasting terugvorderen.
Het algemene tarief in Nederland is 21% en wordt berekend over de vergoeding voor prestaties. Een
verlaagd tarief 9% wordt berekend voor eerste levensbehoeften en voor goederen en diensten met
een sociaal-culturele achtergrond. Dit hoort allemaal bij de Wet op de Omzetbelasting.
De vergoeding voor een prestatie is het totale bedrag dat de ondernemer voor de levering of de dienst
in rekening brengt, exclusief de BTW zelf.
De werking van de Wet OB:
1. Bepalen belastbaar feit – de levering van een goed (artikel 3) of dienst (artikel 4).
2. Bepalen maatstaf van heffing – Btw over de vergoeding (artikel 8).
3. Bepalen tarief – 21% lid 1 en 9% lid 2 artikel 9.
4. Bepalen vrijstellingen – artikel 11.
Wat is een goed: voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, alsmede elektriciteit, gas,
warmte of koude en dergelijke.
Artikel 3 lid 1 wet OB: Wat is een levering van een goed?
Artikel 4 wet OB: wat is de levering van een dienst? (vb. verhuur onroerende zaken)
Wanneer BTW:
Ondernemers moeten omzetbelasting in rekening brengen als aan een aantal eisen si
voldaan:
Bij levering van goederen en diensten (=prestatie)
In Nederland
Door een ondernemer
In het kader van zijn onderneming.
Er zijn echter situaties waardoor ondernemers geen BTW in rekening hoeven te brengen bij levering
van een goed of dienst de vrijstellingen van artikel 11 WET OB. Zij blijven wel ondernemer voor
de BTW.
De ondernemer kan de BTW die aan hem in rekening is gebracht (=voorbelasting) op zijn btw-aangifte
verreken met de btw die hijzelf verschuldigd is. De voorbelasting moet hoger zijn dan de
verschuldigde btw. Dit mag alleen voor zover de ingekochte goederen en diensten door de
ondernemer gebruikt worden voor het leveren van Btw belaste prestaties. Dus: als ondernemers voor
de btw geen btw in rekening brengen bij de klant en afdragen aan de fiscus, zoals bij vrijgestelde
prestaties, dan hebben deze ondernemers ook geen recht op vooraftrek met betrekking tot ingekochte
goederen en diensten die worden gebruikt voor het leveren van deze prestaties aan de klant.
Voor de vastgoed zijn twee belangrijke vrijstellingen:
1. De levering van (meer dan twee jaar) gebruikt vastgoed;
2. De verhuur van vastgoed.
Wie is ondernemer voor de BTW: Artikel 7 wet OB lid 1
Ieder die zelfstandig een bedrijf uitoefent om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen.
Begrip bedrijf: organisatie van kapitaal en arbeid die erop gericht is om in een duurzaam streven
deel te nemen aan het economisch verkeer.
,Artikel 7 lid 2 wet OB:
Tevens beroep = advocaat, notaris etc.
Teven een: exploitatie van een vermogensbestanddeel om er duurzaam opbrengst uit te
verkrijgen (bijv. verhuur onroerende zaak door belegger).
Artikel 7 lid 3 Wet OB: de overheid kan in bepaalde situaties ook als ondernemer voor de Ob worden
aangemerkt, waardoor er door de overheid btw in rekening dient te worden gebracht. Dit is het geval
als ze als ondernemer optreedt. Voorbeeld: levering bouwterrein of exploitatie parkeergarage. Dit in
het kader van concurrentievervalsing.
Artikel 7 lid 4 wet OB: meerdere onderneming, die in financieel, organisatorisch of economisch
opzicht met elkaar verbonden zijn, als eenheid aanmerken. Voordeel: men hoeft elkaar geen BTW
facturen te versturen.
Met betrekking tot vastgoed is de meest voorkomende levering: de eigendomsoverdracht van een
onroerende zaak ingevolge een overeenkomst waar een notariële akte en een overschrijving daarvan
in de openbare registers aan te pas komen. Dit wordt de: juridische levering genoemd. Artikel 3 lid
1 sub a wet OB. Stel een kantoorpand wordt gekocht op 15 april 2021 en mag alvast gebruikt worden,
dan is er sprake van economische eigendomsoverdracht, omdat de koper zich alvast mag
gedragen als eigenaar.
Een btw-levering is gedurende de bouwperiode nog niet aan de orde. Er is pas sprake van wanneer:
de aannemer het nieuw vervaardigde pand aan de grondeigenaar overdraagt dan wel oplevert.
Oplevering = dat goederen niet in eigendom zijn van degene die oplevert maar dat deze handelt in
opdracht van de eigenaar. Vb. een aannemer bouwt een huis op grond van de eigenaar.
Vervaardigen = nieuwbouw, ingrijpende verbouwingen waardoor een nieuw goed ontstaat,
werkzaamheden waardoor een bouwterrein ontstaat. Onderhoud is geen vervaardigen.
Wanneer sprake van nieuwbouw:
Het uiterlijk van het pand is gewijzigd of;
Sprake van nieuwbouw doordat het gewijzigde gebouw door ingrijpende bouwtechnische
aanpassingen voor andere doeleinden geschikt is geworden en daardoor een ander gebouw
is geworden.
Onbebouwd terrein dat kennelijk bestemd is om te worden bebouwd met een of meer
gebouwen.
Een woonhuis kan ook voor btw-plichtige activiteiten gebruikt worden – de eigenaar heeft een
kantoorruimte die hij voor zakelijke doeleinden gebruikt: Hij heeft dan twee mogelijkheden:
Het woonhuis (gedeeltelijk) rekenen tot zijn ondernemingsvermogen;
Alleen het zakelijke gedeelte rekening tot zijn ondernemingsvermogen en de rest tot zijn
privévermogen.
Hoofdregel voor de btw voor de levering van vastgoed = de levering van vastgoed is vrijgesteld
van btw, tenzij:
1. Als nieuw vervaardigd vastgoed (een bouwterrein of nieuw gebouw) voor, op of uiterlijk
twee jaar na de eerste ingebruikneming is of wordt geleverd.
2. Als verkoper en koper om een levering met btw verzoeken, dit is de zogenoemde optie voor
btw belaste levering, maar dit moet wel aan twee eisen voldoen:
De afnemer de onroerende zaak geheel of nagenoeg geheel (90% of meer) voor
aftrekgerechtigde prestaties gaat gebruiken;
De leverancier en de afnemer voor de levering van de onroerende zaak gezamenlijk
een optieverzoek hebben ingediend bij de inspecteur of als het blijkt uit de notariële
akte.
Van rechtswege is btw verschuldigd over de levering van een bouwterrein, waar het gaat om
onbebouwde grond die kennelijk bestemd is om te worden bebouwd met een of meer gebouwen.
De levering van landbouw, tuinbouw of bloembollenteeltbestemming of natuurschoonbestemming is bij
levering vrijgesteld van btw.
,Don Bosco zaak: de hoge raad heeft geoordeeld dat niet van belang is hoever de sloop van het oude
gebouw ten tijde van verkrijging van het terrein was gevorderd, maar dat de staat waarin en
omstandigheden waaronder het terrein uiteindelijk door de verkoper aan de koper is opgeleverd
beslissend is.
Als gevolg van Don Bosco heeft de hoge raad geoordeeld dat bij een
koop-/aannemingsovereenkomst de handelingen van de aannemer met betrekking tot de
overdracht van de grond en de bouw van een appartement tezamen als een prestatie moet worden
beschouwd en wel de btw-belaste levering van een onroerende zaak op het moment van oplevering.
Gevolg: overdracht met overdrachtsbelasting en daarna bouw nieuwbouw (met btw) door de dezelfde
aannemer is niet meer mogelijk. Het blijft wel mogelijk indien een andere partij dan de bouwer de
grond overdraagt.
De levering van nieuwe gebouwen met erbij behoren terrein is van rechtswege belast met btw. Er is
sprake van nieuwbouw in de zin van de btw als een nieuw gebouw nog niet in gebruik is genomen en
na de ingebruikneming nog gedurende een periode van 24 maanden. Na die periode wordt het
gebouw als oud aangemerkt, waarna de verplichte btw-heffing vervalt en de levering is vrijgesteld van
btw. Desgewenst kan men opteren voor een btw-belaste levering.
Wanneer een pand langer dan twee jaar geleden voor het eerst in gebruik werd genomen is de
levering daarvan vrijgesteld van btw. Als een pand btw vrijgesteld wordt geleverd binnen de
herzieningstermijn zal de leverancier dat bedrag gedeeltelijk aan de fiscus moeten terugbrengen. Een
koper kan alleen meewerken aan een optie met btw, als hij meer dan 90% belaste prestaties gaat
verrichten.
Btw en verhuur: verhuur van vastgoed is in beginsel vrijgesteld van btw. Voor het begrip van verhuur
van onroerende zaken zijn vier elementen essentieel:
vebruik
Tijdsduur
Vergoeding
Exclusiviteit
Verplicht belaste verhuur: verplicht of optioneel
De verhuur van blijvend geïnstalleerde werktuigen en machines;
De verhuur in het kader van hotel, pension, kamp en vakantiebestendigbedrijf aan personen
die daar slechts voor een korte periode verblijf houden;
De verhuur van parkeerruimte voor voertuigen en de verhuur van lig-bergplaatsen voor
vaartuigen;
De verhuur van safeloketten.
Optie btw belaste verhuur: voor andere onroerende zaken dan woningen bestaat er wel een keuze
mogelijkheid. Deze optie om met btw te kunnen verhuren bestaat voor verhuur van onroerende
zaken anders dan gebouwen en gedeelten daarvan die als woning gebruikt worden. Als
voorwaarde geldt dat de huurder de onroerende zaak dient te gebruiken voor doeleinden waarvoor
een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van voorbelasting bestaat. 90% criterium.
Indien een huurder het vastgoed niet in gebruik heeft genomen voor het einde van het boekjaar dat
volgt op het jaar waarin hij met optie is gaan huren, hij volgens de wettelijke bepalingen niet voldaan
aan het 90% criterium. De btw-optie zal dan met terugwerkende kracht komen te vervallen. De
verhuurder zal de in aftrek gebrachte voorbelasting weer moeten afdragen.
De herzieningstermijn: begint in het boekjaar van ingebruikneming en eindigt 9 jaren boekjaren later.
, Casusvragen boekje:
1A: is de levering van een bouwterrein altijd belast met BTW – de levering van een bouwterrein is
belast met btw als de leverancier een ondernemer is.
1B: wanneer kan bij renovatie van een oud gebouw een fiscaal nieuw gebouw ontstaan – als een oud
gebouw wordt gerenoveerd, kan er voor de btw heffing een nieuw gebouw ontstaan ingeval de
renovatie zodanig is dat er naar maatschappelijke opvattingen een nieuw gebouw ontstaat en er in
wezen sprake is van nieuwbouw. Als het qua uiterlijk afwijkt bijv.
1D: kan men voor een woonruimte opteren voor btw op de huur – voor de verhuur van woonruimte
kan nooit geopteerd worden voor heffing van btw.
1E: wat bedoelt men met het 90% criterium voor koper en huurder – de huurder die opteert voor btw
belaste verhuur moet voldoen aan de voorwaarde dat de ruimte die hij huurt gebruikt wordt voor
activiteiten waarvoor hij ten minste 90% recht op aftrek van voorbelasting heeft.
1F: wat zijn de gevolgen als de huurder in een bepaald jaar niet meer aan het 90%-criterium voldoet –
indien de huurder niet voldoet aan het 90% criterium in een bepaald jaar heeft dat in datzelfde jaar
wanneer het niet langer voldoet aan dit aftrekrecht nog geen gevolgen, maar in het jaar daarop vervalt
de belaste verhuur en is de verhuur van rechtswege vrijgesteld van btw. Het gevolg hiervan is dat de
verhuurder geen btw in rekening mag brengen en hijzelf ook geen recht heeft op aftrek.
1G: wat verstaat men onder huuropslag voor btw-compensatie – een extra bedrag bovenop de huur
die de verhuurder berekent aan de huurder ter compensatie van de btw die de verhuurder niet in
aftrek kan brengen in verband met het feit dat niet geopteerd kan worden voor de btw belaste verhuur.
4A: ondernemer Jansen koopt een nieuw pand begin 2018 voor 10 miljoen. De btw bedraagt 21% dus
2.100.000 miljoen, het totaal = 12.100.000 miljoen. De ingebruikneming als bedrijfspand op 1 juli 2018
waarbij de voorbelasting volledig is verrekend. De ondernemer verkoopt het pand op 1 juli 2021 aan
een gemeente, die het pand voor overheidstaken gaat gebruiken. Wat zijn de gevolgen voor de btw-
heffing –
partijen kunnen niet opteren voor een btw-belaste levering aangezien de gemeente niet kan
worden gekwalificeerd voor het 90% criterium.
De levering is hierdoor vrijgesteld van btw.
Verkoper Jansen moet bij verkoop op 1 juli 2021 een gedeelte van de in 2018 in aftrek
gebrachte voorbelasting terugbetalen aan de ficus.
Een schade van 65% van 2.100.000 is 1.365.000 miljoen.
6A: De artsenpraktijk Medici laat in 2017 een nieuw pand bouwen, dat door de aannemer wordt
opgeleverd voor 10 miljoen ex btw. Medici neemt het pand volledig in gebruik op 1 juli 2017. Medici
verricht slechts btw vrijgestelde prestaties en haar boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Wat zijn de
fiscale gevolgen –
bij de oplevering van het pand in 2017 brengt de aannemer 21% btw in rekening, zijnde
2.100.000.
Aangezien medici slechts vrijgestelde prestaties verricht kan deze btw niet in aftrek worden
gebracht, omdat er sprake is van een levering van een pand die van rechtswege belast is, is
de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting van toepassing.
8A: belegger koopt op 1 januari 2018 een nieuw kantoorpand voor een bedrag van 3.500.000 ex Btw.
Hij kan 1000 m2 voor 10 jaar verhuren aan een accountantskantoor voor 130 euro per vierkante meter
ex btw. De resterende vierkante meters kan hij ook voor 10 jaar verhuren aan een
verzekeringsmaatschappij voor een vierkantemeterprijs van 175 euro inclusief opslag voor niet
aftrekbare rente. Met huurindexatie hoeft geen rekening gehouden te worden. Hoeveel bedraagt het
huurrendement als hij verhuurt aan de accountants – het huurrendement bij verhuur van 1000 m2
aan het accountantskantoor wordt als volgt berekend: huuropbrengst is 1000m2 x 130 ex btw =
130.000. Investeringen voor die 1000m2 = 1.750.000 ex btw. Rendement = 130..750.000 x
100% = 7,4%.
Hoeveel bedraagt per jaar de btw-last op de investeringen als hij verhuurt aan de
verzekeringsmaatschappij, reken houdend met een rente van 7% -- de btw last bestaat uit btw op
de investeringen gedeeld door het aantal jaren dat het huurcontract loopt, met een maximum van 10
jaar vanwege de looptijd van de btw-herzieningstermijn. In dit geval 21% van 1.750.000 = 367.500
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller oudevrielinkl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.39. You're not tied to anything after your purchase.